Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

De rimpels van Rimbaud

'Je veux devenir bien fou de rage' Rimbaud

Je ogen stonden dof, verbitterd door het leven, al was je hoogbegaafd en smeet je de parels voor de zwijnen, maar je sleep je hersens voor een krachtige wraak, in Charleville, die duistere plek in jouw geheugen, ontstond de eindeloze onvrede met je onechte ik, die gevoed werd door je harteloze moeder, de gehate vrouw, door je vader, de voorgoed afwezige.
Je vond andere vaderfiguren, een belezen leraar, een zwerver-drinkebroer, die je de kennis van magie bijbracht.
Verlaine? nee, Verlaine niet, die zat net zo in de knoei als jij. Je wilde dronken worden in talloze kroegen, je hele gestel chaotisch maken, om het kinderleed allemaal te doen vergeten, maar er kwamen zware depressies, wilde angstaanvallen en een wanhopig om je heen slaan, nee, het was geen romantische weelde in Parijs, geen uitweg en geen fel begeerde vrijheid.
Nare demonen vond je, maar alles beter dan de tirannie van thuis, wat anders, je danste in een chaos van heftige emoties en brandmerkende woorden, Verlaine incluis.

Je 'Een seizoen in de hel' staat nog steeds bij mij en bij velen op nummer een van de literatuurgeschiedenis. Ik zou er graag nog eens een eerste druk van tegenkomen, maar dat is een kleine kans, want ze liggen allemaal in de kluizen van rijke verzamelaars, die hun vondsten geheim houden. Misschien maar beter ook, want als er een boek is dat ik graag wil verorberen, dan is het dat! De nachtmerrie van hasjgebruik en vervuiling, het losmakingsgevecht ging door. Twee gabbers dronken hun onrustige zielen uit de mistige lichamen. De poëzie moest leven ten koste van de kunstenaars, immers, wat was de dood anders dan een rechtstreekse blik in de ogen van de Muzen, beschermengelen die als een vader en moeder zijn, troostrijke sterren in de verschrikkelijke nacht.
Jouw zon scheen alsmaar verder, tot hij bleef in Harar, de stad waar je stil ging staan bij de kern van je roekeloze zwerversziel. Op een wazige foto uit die tijd kan ik zien hoe er strepen zijn verschenen op het voorhoofd van je wezen, hoe het je gelukt is om oud te worden. Je viel van de hellingen aan de rand van de wereld, nabij een verlaten plek, waar ik een desperado zag, die de brave dorpsbewoners met een pistool het huis indreef, ook mij, later zag ik de afdruk van het grote kruis, want je reed verslagen weg en je moet je in zee gestort hebben, als in de achtergelaten poëzie.

Mijn dierbare zielsvriend, wat droom je nu in Charleville? Mijn bloed weet niet meer hoe te stromen, het spuit uiteen in woordenvloed, het laat zich leiden door de dromen van meer dan een eeuw geleden, van een dichter die kleur kon toveren uit roet, maar ik heb andere kleuren gezien dan hij, meer ingedaald en wellicht meer chaotisch, niet banaler dan zijn uitzonderlijke driften, nee, toch dieper rood van kleur en sneller dan de tong van een hagedis of de verschroeiing van vuur, mijn bloed.
Zijn ziel zinkt er in weg zoals een steen in water, een zaadpluis of een veer in de lucht. Ik ben zijn aarde, waar hij zijn vruchten verbouwt, zijn verse groenten, zijn gerst, zijn bijzondere wijnen, de flessen rijpen in mijn maag en in mijn darmkanaal, waar zijn dronken schip in volle glorie voor anker ligt. De piratenvlag is verstopt en op de voorsteven geniet hij van een welverdiende, Olympische rust. Ik ben zijn voertuig, in mijn hand pronkt de scepter, die hij me toevertrouwde, drink mij, drink ons en word apezat.
De mensen staren me aan alsof ik gek ben nu ik beweer Rimbaud te zijn en het ook werkelijk ben. Het is leuk hoor, ik geniet er met volle teugen van. Ik moet er toch niet aan denken om bijvoorbeeld het medium voor iemand als Kees Stip te zijn of de Zangeres zonder Naam. Dat bedoel ik maar. Hij zal jullie grijpen zoals een orkaan, maar dan in het hart. Hij pijnigt zijn hersens, maar als marsepein in de mond. Nieuwe rijkdommen toont hij mij, de intense lach van een walrus zonder daar te zijn, de pracht van zwaarmoedige onthoudingen en het romige onderwaterstadje (zelf gezien in de Middellandse Zee) op de bodem van ernstige hersenverweking. Zijn woorden knallen als geile hoeren, mijn stem is als felgekleurde lingerie, die doet rillen van genot. In het geniep beestachtig hunkerende klanten bij Hunkemöller. Mijn gouden tanden (ik heb er vier, snijtanden!) bijten alles stuk en smelten weg. Rond de molens van kaviaar plaats ik de met edelstenen bewerkte degens in warme, boterzachte hasjtuinen, waar de droomvrouwen in neervleien als zoete broodjes in rieten manden. In de uitdagende, geil heen en weer bewegende blubberbillen steek ik rietjes van aluminium, aftappen die hap. Mijn trompet blaast zichtbare noten van glinsterend ivoor de koele ruimte in, waar zangers toehappen en verwilderde zangeressen onder hun losse rokken strakke vangnetten spannen. Hmmm! Voer voor eindeloze liederen uit het grote, waarlijk grote Mysterie. Mijn bloed trilt als een rietstengel in een slapend woud, vloeit als lava door de hoge rotsen van mijn leeg- en kapotgeslagen brein, rotsen van stijfsel en papier, papier met ontelbare gedichten en verhalen, mijn echte bloed bedekt alles. Is de horizon van dansende sterren en vurige maagden op sneeuwwitte paarden, witte paarden, mijn bloed. In mij voert de Grote Moeder jullie allen door de blauwe nevelen naar de Bron van Bloed. Gezellig hé, zo'n schrijvende heks met inderdaad ook rimpels op zijn voorhoofd.

Schrijver: Joanan Rutgers, 5 augustus 2009


Geplaatst in de categorie: idool

3.3 met 6 stemmen 171



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)