Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Een dagje Onstwedde 1953

‘We moeten nodig eens de familie in Onstwedde bezoeken nu je overgrootvader nog leeft, dan kun je met hem kennis maken dat zal hij fijn vinden.
We gaan dan gelijk een spijkerbroek voor je kopen’, zegt Oma, ‘de kledingwinkel in Onstwedde heeft ze in de aanbieding heb ik gehoord, ze schijnen erg sterk te zijn en lang mee te gaan’.

De spijkerbroek is in de mode, ik zie de meisjes al naar mij kijken. Ik wil al enige tijd een spijkerbroek maar mijn oma moet zelf op het idee komen, anders komt ze met een alternatief aan dat goedkoper is en volgens haar precies hetzelfde en daar schaam ik mij voor, omdat m’n leeftijdsgenoten dat gelijk door hebben.
Ik heb een klasgenoot met een nieuwe spijkerbroek mee naar huis genomen en die vertelt m’n oma dat zijn moeder er zich over verbaast dat de broek niet slijt en nauwelijks vuil opneemt, dat het een geweldige uitvinding is en die truc heeft gewerkt.

Na een uur fietsen bereiken we de boerderij van de familie, de oudste zoon heeft de boerderij geërfd en heeft zich daarbij verplicht zijn vader in huis te nemen.
Mijn overgrootvader, een man van tachtig wiens brein volgens de familie achteruit gaat, en zo lastig is als een puber, hangt uit het zolderraam; als hij mij in de gaten krijgt bekogelt hij mij met appels die op zolder liggen te drogen.
Dat is de door mijn oma voorspelde, fijne kennismaking met m’n overgrootvader.

Op de terugweg stappen we de kledingzaak binnen. ‘Ik kom voor een spijkerbroek’, roept ze reeds in de deuropening. Achter de toonbank komt een jongeman te voorschijn, lichtelijk verbaasd door het binnenvallen van m’n oma: ‘voor U zelf glimlacht hij en zijn blik glijdt langs oma’s grote omvang, ‘nee brutale snotaap, voor die jongen hier’ en ze wijst met de wijsvinger van haar rechterhand naar beneden, wat de indruk wekt dat ik een dwerg ben. De verkoper buigt over de toonbank en kijkt naar de lege tegel die ze aanwijst.
Ik ben twaalf jaar en even groot als zij en sta bovendien aan de andere kant van haar, maar op zulke details let ze niet.

‘Zoals U ziet’, zegt de verkoper, ‘bieden we de broeken aan per set van drie stuks’.
'Ik wil één broek, de broeken zijn te klein voor ze versleten zijn en dan zit ik met drie te kleine broeken, de jongen groeit als kool’, zegt Oma.
'De aanbieding geldt voor drie broeken', zegt de verkoper met een gezichtsuitdrukking die je ziet bij mensen die zonder overtuiging aan iets beginnen.
'Wees eens creatief Broekenman, je verpakt de overgebleven twee en je hebt een extra aanbieding, de baas zal blij met je zijn’.
'Briljant', zegt de man, 'ik wou dat ik zulke hersens had' en prijst haar door achter haar rug zijn middelvinger op te steken.
De verkoper vraagt of de broek niet gepast moet worden in verband met m’n figuur; ‘nee’, zegt oma, ‘de jongen heeft helemaal geen figuur en de altijd te lange pijpen kort ik wel in’.

We gaan met één spijkerbroek voor aanbiedingsprijs de deur uit, omdat de verkoper haar maar al te graag kwijt wil. Buiten de deur kijkt ze me aan en glimlacht: ‘brutalen hebben de halve wereld’.

Schrijver: Custor
Inzender: Janneke Koster Baas, 7 december 2009


Geplaatst in de categorie: familie

3.0 met 5 stemmen 303



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)