Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Over haar

Ooit ga ik aan een tafel zitten en schrijf hoe ze naar jong gras ruikt. De lentegeur die hangt boven dauw in een meiveld tussen dromende dorpen onder voorzichtig zonlicht, brengt haar als vanzelf bij mij. Niet dat het nodig is dit vast te leggen. Zij blijft toch wel licht geven. Ook als niemand leest dat ze dat kan. Het is mijn eigen donker dat hunkert naar de beschrijving van iets dat de dood overstijgt. Meer nog dan kunst, die leven steeds vasthoudt tot tijd beitel en penseel verslaat.
Wanneer haar naam tegen mij aanstrijkt, kruipt zij mijn neus binnen. Daar zingt ze zacht en zuiver rond. Tot vertrouwen een beeld vormt. Ik zou blind kunnen zijn en nog steeds even veel om haar geven, door het lichte trillen van haar bestaan.
Zij is volmaakt omdat ze dat niet is. Haar lippen zijn te los, maar ook zacht en warm. Haar oren vangen niet al mijn geluid, totdat het er toe doet. Zij gaat een ander pad dan ik. Toch spreken wij steeds ergens af. En haar handen, ach haar handen..., zij laten mijn tranen drogen in kloven die geen zout verdragen.

Eens klopte ze op de deur van mijn kamer in de stad. Om een asbak te lenen. Melk of suiker was niet haar stijl. Kaarsen en wijn ook niet. Ze bleef slapen en lag stil en zacht in de vraag van mijn lijf. Op dat moment omvatte haar geur mij voor het eerst. Achttien jaar was ze en rook ook zo. Naar frisse lakens, abrikozenjam en meisje. Toen het licht uit was, bleef, naast haar warmte, het parfum hangen in mijn hoofd. En vond daar een plek om voor altijd te zijn.

Als tijd ergens omgebogen kan worden tot iets bruikbaars, zal ik daar met een glimlach plaatsnemen om het papier te vertellen hoe zij loopt. Met tedere passen alsof ze bang is de grond te bezeren. De aarde lijkt dit te waarderen en draait altijd met haar mee.
Elke stap die ik haar zie zetten, maakt mijn hart lichter, haast gasvormig. Ongeveer zoals je dit kunt ervaren in een zweefmolen maar dan totaal geruisloos.
Mijn driften zijn volstrekt in orde, toch twijfel ik aan wat ik zou doen wanneer men mij de keuze zou laten met haar te vrijen, of eenvoudig te kijken hoe ze zich verplaatst.

Mocht ik, ergens na nu, de woorden vinden om, zonder platte taal, te verhalen over de troost die via haar huid mijn vermoeide omhulsel koelt, dan hurk ik blootsvoets in een wit vuur, schrijf haar naam met mijn duim tussen de sintels en herhaal dit meer dan duizend keer. Tot een van ons gaat. Daarna dooft alles en is er niets.

Schrijver: Valenteijn Valeij, 27 februari 2010


Geplaatst in de categorie: liefde

3.7 met 3 stemmen 198



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)