Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

De lege stoel

Aan mijn tafeltje op het drukke terras op het Leidseplein zijn twee stoelen vrij, een charmante oudere dame wijst er naar en kijkt mij vragend aan, ik knik uitnodigend en ze gaat zitten. De ober vraagt of hij de derde stoel mag meenemen, “graag”, ontvalt haar met stemverheffing alsof de lege stoel een doorn in haar oog is.

Ze verontschuldigt zich bij mij voor haar impulsieve reactie. “Ik dacht dat die stoel U misschien iets had aangedaan”, lach ik. “Dat is in zekere zin ook zo, weinig mensen zijn zo door lege stoelen achtervolgd als ik, al zestig jaar lang”, antwoordt ze.

Ze heeft ondanks haar hoge leeftijd, een glad gezicht, is helder van geest en spreekt haar Nederlands als iemand van goeden huize, zoals dat vroeger heette, het is prettig naar haar te luisteren. We zitten enkele minuten zwijgend naast elkaar naar mensen te kijken op het plein, de affiniteit tussen ons is voelbaar en daarmee de belangstelling voor elkaars wereld. Ik wend mij tot haar, “mag ik U wat vragen?” Ze knikt, ‘Wat is de verklaring voor Uw lege stoel syndroom?”. Ze kijkt voor zich uit en antwoordt, “een lege stoel syndroom, wat hebt U dat mooi gedefinieerd, ik heb er zestig jaar niet met buitenstaanders over gesproken, misschien is het tijd dat eens te doen”.

“In het eerste jaar van mijn studie aan de universiteit raakte ik tijdens een uit hand gelopen feest in verwachting omdat ik aangeschoten met een vriend, die loog dat hij een condoom gebruikte, in bed dook. Het was gelijk raak, ik was zwanger, als mijn ouders er achter kwamen zou ik, zoals met een nicht is gebeurd, minstens een jaar in een klooster verdwijnen, mijn hele toekomst zag ik in duigen vallen en heb toen met hulp van een moedige vriendin, die arts was, abortus gepleegd”.

Ze zweeg een moment en vervolgde:”Abortus moeten we het niet alleen verstandelijk maar ook gevoelsmatig willen. Is de beslissing weloverwogen dan moet je het van je afzetten niet in schuldgevoel en spijt blijven steken, je leven niet verpesten. Ik begreep al gauw dat je niet alleen de verantwoording moet dragen, de druk is groot en betrok er mijn vriendinnen bij, ze waren bij de ingreep aanwezig. Ik had er gevoelsmatig alles aan gedaan om een verantwoorde beslissing te nemen, het meeleven en aanwezig zijn van vriendinnen heeft enorm geholpen”.

“Na de universiteit ben ik getrouwd en kreeg drie kinderen, en is ‘de lege stoel syndroom’ ontstaan. Iemand missen die nooit bestaan heeft, een onzichtbaar iemand die mij aanstaart van uit een lege stoel, schuldgevoel door een mens het leven te ontzeggen. Altijd blijft de vraag: wat voor mens wat voor persoonlijkheid zou het zijn geworden. Mijn drie kinderen kunnen niet dat ene kind vervangen ze kunnen me afleiden maar in elk stil moment begint het knagen aan m’n ziel weer. Veel heb ik in mijn leven ondernomen om de gedachte aan de lege plek te verdringen”.

“Pijnlijk als je je kinderen ziet opgroeien en er altijd één mist. Vaak staat aan tafel een lege stoel mij aan te staren, de stoel wegzetten maakt het erger dan is er een nog grotere leegte en je denkt dat je de handeling kan camoufleren, niet opgemerkt door anderen, maar dat is niet zo, de wereld ziet het als een tik”.

Ze kijkt me vragend aan, wacht op m’n reactie. Haar probleem is duidelijk en ik antwoord: “Mensen die ouder worden denken vaak met weemoed aan hun jeugd terug, die zachte pijn van weemoed noem je toch ook geen syndroom? De fouten in onze jeugd maken ons volwassen, hoe leren we opstaan als we niet vallen; een andere jeugd en we zijn een ander persoon, we zijn wat het verleden van ons maakt. Als U het kind gehouden had en onbepaalde tijd in een klooster had doorgebracht was dat het syndroom geweest of erger U had het Uw ouders kwalijk genomen en door een andere ‘bril’ gekeken en Uw jeugd als slecht ervaren, een ongelukkig gefrustreerd mens geworden en niet de aantrekkelijk dame die U nu bent. Als U niet in bed was beland met die vriend was U minder snel volwassen geworden, Uw verantwoordelijkheidsgevoel had zich minder snel ontwikkeld en in Uw tweede studiejaar bij het jaarfeest niet met die vriend in bed gestapt maar in zijn auto en verongelukt, Uw kinderen waren nooit geboren”.

“Mijn moeder zei vaak: We overzien het geheel niet, hebben geen idee wat uit andere opties voortkomt, bekend is het idee dat de vlinder in het Amazonewoud een orkaan in Amerika kan veroorzaken; de man die de bewuste vlinder doodslaat en daardoor onwetend honderd mensenlevens redt wordt door een woedende bioloog vermoordt”.

Om het gesprek wat luchtiger te maken en een wending te geven vervolg ik lachend: “Ik ben zestig jaar wie weet wat Uw vriendin de arts, achter Uw rug gedaan heeft, misschien ben ik wel het kind dat U niet kreeg, mijn moeder is van Uw leeftijd en is arts, ik kan het haar helaas niet meer vragen”. Ze merkt zichtbaar geroerd op: “die lege stoel zou je heel goed staan!”.

De zon is ondergegaan, de warmte blijft hangen, we nemen afscheid met een: “Tot weerziens, de wereld is klein”. Als ik thuis de warmte van mijn lijf spoel, de zeep opraap die uit m’n hand glipt, ‘bevries’ ik in die houding door de moedervlek aan de binnenkant van m’n rechter enkel: die moedervlek met precies dezelfde vorm, op dezelfde plaats op de rechter enkel had ik bij de dame gezien.

Schrijver: Custor
Inzender: Janneke Koster Baas, 21 mei 2010


Geplaatst in de categorie: familie

3.2 met 24 stemmen 1.802



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Ingrid Voerman
Datum:
21 mei 2010
heel mooi om te lezen.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)