Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Zero tolerance

Wij hadden begin jaren tachtig geen speciale actie nodig om De Schouw te laten blijven. Als krantenjongens tankten we de baromzet gewoon dagelijks naar een hoogte, die evenredig was aan ons alcoholpromillage.
Kale Willem blij, Joris blij, Robert-Jan blij en soms waren de klanten ook euforisch blij.

Dan lieten we onder aanvoering van de eminente AD-coryfee John le Noble de kelken vullen en maakten we ruim baan voor de ritmische handstandjes van Jan de Jong, de virtuoze mime van Piet Antiek, de morbide galgen-act van Toon en Bolletje, de niet aflatende lachsalvo’s van Tony Viola en de geraffineerde flirts van bijvoorbeeld blonde Nicole , lange Marianne, rode Georgette, geile Constance en Antje, het bloemenvrouwtje.

Grace Jones was mijn muzikale bliksemafleider, in die tijd. “Strange, I have seen this face before,” klonk het steevast als een prelude op het déjà vue, dat thuis ter ontnuchtering eindigde in een bad met ijsblokjes.

De zero-tolerance, die ik jaren later heb ingevoerd als het gaat om alcoholgebruik, moet in die onstuimige tijd (mousserende glijpartijen op de vierkante meter) een spontane tattoo hebben achtergelaten op m’n mediale frontale cortex.

Mooie zwarte Greetje moet dat onderhuids hebben aangevoeld, want ze kneep me uit als een rijpe sinaasappel voordat ik er erg in had.
”Ken jij die fotograaf?” vroeg ze, wenkend met haar ogen in de richting van een guitig manspersoon. ”Van gezicht”, lispelde ik, ”hoezo?”
Het kwam er op neer dat ik ongevraagd werd opgetuigd als haar postiljon d’amour. Omdat de beoogde minnaar niet onmiddellijk toehapte, hield ik mooie Greetje een tijdje in private training.

Onze heuse ondertrouw op het Rotterdamse stadhuis viel gelukkig samen met de landelijke poststaking, zodat we geen uitnodigingen konden versturen voor een huwelijk dat alleen in warrige gedachten heeft bestaan tijdens een metafysische encounter of the third kind.

En zo ging het wel vaker met de kroegtijgers, die een rondje maakten van De Schouw naar café Timmer om tenslotte te bezwijken in café Radio Rijnmond.
We vonden elkaar de volgende dag in wisselende samenstelling terug aan de bar. Gebutst, maar zwaar gepokt en gemazeld. Dat wel.

Scherpe tongen beweren soms gevaarlijk veel aan de toog, maar zo lang de humor domineert is er niets aan de hand. Zo botste dikke Frans een keertje onhandig op tegen rooie Anna.
” Ach, joh, wou je ’m effe passen?” dolde ze ijzig.

En wat moesten we met die gozer, die in de hoek van de tent plotseling z’n slappe gamba voor de dag haalde?
Anna wist er wel raad mee. ”Moeten we hieraan onze jassen ophangen?” vroeg ze gelaten.

Dit soort humor bewijst de stelling dat een goede kroeg vooral bestaat bij de gratie van het type klanten. Het gaat daarbij om het bespelen van een geheimzinnige mix van mensen.
Geschoold, minder geschoold, arbeiders, intellectuelen, artiesten, rigide klerken, het maakt niet uit. De Schouw is dankzij de mensvriendelijke benadering vanachter de bar het eerste honk voor vele (al of niet) dolende zielen.

Maar wie - zoals ik - net als Jan Oudenaarden door de drank heen heeft gezocht naar werkelijke herkenning van de (al of niet ultra-gepigmenteerde) medemens, vindt uiteindelijk ook buiten de sociale poel van het staminee een warm bad. ”Kopje koffie, glazenwasser?”

Schrijver: dick panman, 7 september 2010


Geplaatst in de categorie: algemeen

3.6 met 7 stemmen 189



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Marije hendrikx
Datum:
11 september 2010
Email:
Maryama37hotmail.com
Een meesterlijk verhaal waarin je de sfeer ruikt, en de mensen hoort en ziet als in een levend schilderij

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)