Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Nachtelijke mijmerij

De ritmisch verstoorde bijen in hun vastgepinde, fluwelen korf nemen maskers voor spiegels, verraden hun schoonheid als pauwen op afstand, krampachtig vasthoudend aan een afgetakeld imperium. Narcissus en Echo liggen uitgeblust in de voorheen volgepropte etalages van de parfumerie, uitpuilend van de snuisterijen en dure parfums om begeerten te stimuleren, vooral bij het andere geslacht. Ze nemen zichzelf in de maling, neurotisch krabbend aan de versierde binnenwanden van een heilloos materialisme. Het zijn ontmantelde en uitgeperste siervogels, die tenslotte verdwaalde stinkdieren blijken. Liever ruik ik de natuurlijke aroma's, dan al die misleiding. Laatst kwam er een man voorbij lopen, op tien meter afstand rook ik al die opdringerige, onmenselijke nepgeur, zijn er echt vrouwen die daar instinken, muskusverslaafden of sexverslaafden? Waarschijnlijk beide.

Liefde is anoniem, is groter dan alle haat en wordt pas zichtbaar aan het einde van de rit, waar vooroordelen verdwenen zijn, waar harten onbevreesd hun gang kunnen gaan, zonder bang te moeten zijn voor verblinde vijanden, haatdragende kwezels, onvrije ezels. Vlees en ziel verlangen naar elkaar, zoals Romeo en Julia. Je suis un poète maudit à Hollande. Zie naar mij en ontdek niets. Ik ben de projector, de films blijven verborgen, hoeveel internet ook inslikt. De geesten communiceren met mij. Hun klanken en hun beelden zijn niet van deze wereld. Ik ben een gram van allen. Ik voel de anderen tot op het bot, in hen herrijs ik, ik vlieg door hen heen, maar in dezelfde substantie. Ik hul mijzelf in tovenaarskunsten, geleerd van anonieme ingewijden. Compassie en ruimte, er is een oneindige ruimte. Ik heb geleerd door botsingen heen te gaan. Grijp niet te ver achter spiegels. Blijf bij de witte ridders. Hun gezelschap is machtiger dan wie ook, zij zullen je dekken waar nodig, iedere haatdrager verschrompelt. Alles is er, oorspronkelijk, maar weinigen zoeken dieper dan de oppervlakkige tekens van de cultuur. Zoals de hierboven beschreven parfumwalmen.

Weet jij eigenlijks wel dat de Duitse dichter Rilke heel erg mooi schreef over een eenzame panter in een dierentuin te Parijs? Die panter leeft voort in zijn gedicht, dat is mooi voor die panter, maar hij zal het nooit geweten hebben. Dat zou eigenlijks wel moeten kunnen, er is dus iets mis met de schepping, de communicatie tussen mensen en dieren is beperkt. De panter kon niet lezen, juist, maar Rilke kon zich ook niet verstaanbaar maken, dus zat de kloof aan beide kanten. Dit is net zoiets als de gekmakende vraag: wie heeft God dan geschapen? Je kunt gewoon niet bij het antwoord komen, omdat we daar te beperkt voor zijn, daar zijn we even die panter uit Rilke's gedicht. Ik voel me erg begaan met een rondtrekkende circusolifant, die laatst in onze stad verbleef. Een gevangen dier dat nederig knielen moet voor ons vermaak, eigenlijks zouden wij moeten knielen voor het logge, maar o zo tedere dier, met de lieve oogjes, die nu zo droevig staan. Zelfs buiten de lawaaitent vertoonde hij zijn kunsten, hij deed het gewoon permanent om te overleven, want als hij zo doet, dan weet hij dat hij te eten krijgt, zo is hij geprogrammeerd. De kracht, zo eigen aan deze dieren, is beteugeld en ontnomen. Visualiseren, jaja, als hij dat nog kan, want in alle vrijheid naar Afrika of India lopen zit er voor deze dieren tegenwoordig niet in. Soortgenoten die uitbreken worden doodgeschoten door stoerheid veinzende angsthazen of ze zitten achter nog steviger tralies.

Wat als God nu eens een Olifant of een Panter blijkt te zijn?

Schrijver: Joanan Rutgers, 22 oktober 2010


Geplaatst in de categorie: dieren

4.5 met 2 stemmen 229



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)