Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Volle maan boven Harderwijk

Ik besluit vandaag eens naar Harderwijk te rijden, gewoon om wat herinneringen op te halen. Ik vraag mijn butler Lodewijk om bij wijze van uitzondering mijn English breakfast op een exclusief gouden bord te brengen, van een of andere Duitse baron geweest, voor een paar duizend euro gekocht op een veiling in Madrid. Ik eet met mijn handen, want ik wens geen krassen te maken. De broodjes met rosbief smaken heerlijk, ik slurp het weg met een wijnglas jus d'oranje. Na de koffie trek ik mijn Italiaanse kostuum aan, ik spuit wat dure after shave op mijn gladgeschoren tronie en ik wandel naar de BMW, die Lodewijk inmiddels heeft voorgereden. 'Voorzichtig rijden, meester!', zegt hij nog. We zwaaien elkaar tot het laatst aan toe uit. Glimlachend ervaar ik de vrijheid van mijn krachtige automobiel.

Ik suis langs het naambord 'Harderwijk' en ik parkeer mijn auto even later voor de kamer, die ik ooit bewoonde, met als nabije buren de dolfijnen en een kegelbaancentrum. Daar zat ik zo'n twee jaar opgesloten en mijn wonden te likken, ik luisterde alsmaar weer naar de muziek van Kate Bush ('The sensibel world'), die zong over eenzaamheid en troost, ze was een beetje veel mijn geestelijk troosteres in die tijd. Meestal sloot ik mijzelf overdag op en kwam ik 's nachts tot leven, ik beschouwde mezelf echt als een nachtdier; een uil, een vleermuis, een weerwolf. Na een dag zonder menselijk contact, ging ik graag de boel wat inhalen en dat deed ik dan in mijn stamcafé, waar ze mijn lievelingsbier Verboden Vrucht schonken. Het was er vaak zo druk, dat de schaars geklede jongedames wel langs me moesten glijden om voorbij te lopen. Dat magere contact, daar teerde ik op. Hoe meer bier er naar binnen ging, hoe meer ik durfde, de meest absurde gesprekken voerde ik met vreemde mensen. Als ik dan laat in de nacht thuis kwam, dan voelde ik me zo eenzaam, dat ik mezelf in slaap rookte met groen of bruin spul tussen de Virginia-tabak. Een keer was ik zo dronken, dat ik geheel en al over mijn fietsstuur vloog en met mijn kin op het trottoir knalde. De volgende ochtend heeft mijn huisdokter de open jaap zonder verdoving gehecht. 'Vrouwen houden van littekens!', zei hij, om me op te beuren en om aan te geven dat hij wel snapte waarom ik zulke dingen meemaakte, ik wilde gewoon eens heerlijk vrijuit vrijen met een mooie vrouw.

Vooral als ik zag dat het volle maan werd, dan was het altijd raak, onrustig en opgewonden dook ik dan het visserijstadje in. Soms eerst een disco in met een Caribische lifeband, gratis tequila drinken met zout en citroen, ik kwam het allemaal tegen, erotisch dansen met onbekende rokken, het broodje shoarma in de Israëlische grillroom, meestal tenslotte nafeestend in mijn stamcafé. Overdag at ik vaak reusachtige haringen bij een visfabriek, heel goedkoop. Of bij de visboer in de stad, met zijn witte, bebloede schort. Ergens kocht ik een ansichtkaart van Marilyn Monroe, die ook zo eenzaam was geweest. In de bibliotheek voelde ik me nog wat samen tussen de mensen. Ik werkte aan een autobiografie, die ik steeds weer teruggestuurd kreeg, om moedeloos van te worden, uiteindelijk heb ik het verkort en is het jaren later op internet verschenen onder een andere titel, 'Bij een minnares in de biechtstoel'.

Ik zeg 'dag kamertje!' en ik rij de doodlopende straat uit naar de binnenstad. Na een aangename wandeling bestel ik een Irish coffee bij het restaurant, waar ik dat toen ook deed. Het ligt aan het marktplein nabij het oude stadhuis. Na de koffie-tic wandel ik nog even langs mijn oude stamcafé, het is nog gesloten, men zou niet weten wie ik ben en mij zeker niet missen. Ik loop langs een palingrokerij, waar de geur mij vertrouwd aandoet, ik koop een kilo paling van een gezette man met een zwarte baard en een gouden voortand, die naar mij glinstert, wanneer ik hem het geld plus fooi geef. Ook al is het nog licht, boven enkele huizen zie ik de ronde bol in dreigend in de lucht hangen. Dat wordt weer grote onrust vannacht. Ik arriveer bij mijn auto, gooi de palinghap op de stoel naast me en opgelucht verlaat ik het benauwde stadje.

Niet lang daarna zitten Lodewijk en ik in één van de achterkamers, gevuld met talloze schilderijen, te smullen van onze palingvangst.
'Zeg, vriend, vertel eens, welk schilderij bevalt jou nu het meeste?'
'Ik twijfel tussen de Israëls en de Breitner of nee, wacht eens, ik vind toch dat schilderij van Courbet het allermooiste, in deze kamer dan!'
'Een prima keuze, mijn beste, ik sluit mij geheel bij jou aan en omdat we het weer eens zo eens zijn met elkaar, wil ik je vragen een stevige rode wijn voor de dag te halen, kom, kwibus, duik de wijnkelder in!'
'Zoals u wenst, meneer, zeer graag, meneer!'

Schrijver: Joanan Rutgers, 21 oktober 2010


Geplaatst in de categorie: eenzaamheid

5.0 met 1 stemmen 257



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)