Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Ganzenhoedsters in Coevorden

Het is weliswaar officieel herfst, maar momenteel schijnen de zonnestralen bij onze hoge kasteelramen naar binnen en het goud en zilver glimt er nog vrolijker door. Mijn butler heeft me zojuist de ochtendkrant gebracht en er weergalmt een klassiek muziekwerk door de ruime met exclusieve kunstschatten gevulde kamer. Een van onze laatste pronkstukken, een Jugendstill-beeld van een elegante juffrouw, zet ik even iets meer in de zon, zodat het prachtig tot zijn recht komt. 'Gaat u vandaag nog ergens naartoe, meneer?', vraagt Lodewijk opeens. 'Nou, mijn beste, ik ga inderdaad op pad, zet mijn glimmende ros maar voor!'. Ik drink mijn kopje koffie half leeg en ik sta op om te vertrekken naar de Drentse stad Coevorden, vlak bij de Duitse grens. Lodewijk zwaait me zoals altijd tot het laatste zichtmoment uit. Ik heb hem zijn dagtaak nog uitgelegd.

Eenmaal binnen de stadsgrenzen van Coevorden, parkeer ik mijn geliefde automobiel voor het station. Vandaar ga ik wandelend verder, eerst kom ik langs mijn vroegere middelbare school, de Paul Krugerschool. Ik zat er in de vijfde en de zesde klas. In de vijfde was een hele strenge meester, die sprekend leek op Calvijn. In de zesde klas had ik geluk, daar zat ik bij de hoofdmeester, die gevoel voor humor mixte met rechtvaardigheid. Toen ik een weekend naar Friesland ging, maakte hij een speciale verlofpas voor mij. De tekenlerares was een vrouw met werkelijk monsterlijk grote borsten, die ze in mijn nek duwde als ik iets vroeg. Ik heb eens een karikatuur van haar op het bord getekend. Op het schoolplein heb ik mijn benen bont en blauw laten trappen door een 'vriendin', tot grote afschuw van de omstanders, die mijn passiviteit absurd vonden.

Ik wandel verder en kom al snel bij de pastorie naast de gereformeerde kerk. Via het dakraampje keek ik mee met wat de koster aan had staan op de televisie, dat was meestal voetbal. Ooit ben ik de dakpannen opgekropen en naar de top van het huis geklommen om te zien hoe in de diepte de auto's voorbij raasden. Het ergste vond ik daar de zondagavonden, toen ik een gezang of psalm uit mijn hoofd moest leren voor de volgende dag op school. Mijn moeder stuurde me bij fouten direct weer naar zolder. Meestal was ik dan niet op tijd klaar voor mijn favourite televisieprogramma. Overigens werd de kijkkeuze toch bepaald door mijn moeder, wiens burgerlijke smaak mij hoogst irriteerde. Ik zie de keuken weer, waar wij als broers vertelden dat we op voetbal wilden, maar dat stuitte op groot verzet bij mijn vader en moeder, want dat was ongepast voor domineeskinderen en bovendien gebeurde die sport vaak op zondag. 'Ook op zaterdag hoor!', boksten wij tegen hen op, maar ze waren onvermurwbaar. Ik heb nog een maand op judo gezeten, maar dat stopte ik nadat iemand me door de lucht smeet. We plaagden wel eens een oude man, die we Tutta met de Bijl noemden, want hij had een bijl in zijn fietstas, volgend de roddels. Op een avond kwam die oude taaie bij ons aan de deur, scheldend: 'Die rotjongens van u!'. We moesten toen onze excuses aanbieden, dat deden we met knikkende knieën. Ik was toen een ABBA-fan en smoorverliefd op beide vrouwen, maar het meeste op Agnetha Fältskog. Ik droomde dat ik privé-concerten van hen bijwoonde. In een schouwburg heb ik Swiebertje toneel zien spelen, samen met Saartje en al die anderen, dat verblijdde me enorm. Met een vriend van me had ik een geheime plek, waar we oude wijnflessen naar toe sleepten (gegapt bij iemand uit de buurt) en sexboekjes verstopten, een oud zadel diende als kutmodel. Hij at thuis duivenvlees, iets waar ik van walgde. Hij had een affaire met een meisje, waar ik heimelijk op verliefd was, ik weet haar naam nog, Aaffientje, zoiets als Appelsientje. Ik kom langs het kasteel van Coevorden, wat zodanig is opgeknapt, dat het geen authentieke sfeer meer uitstraalt, wel sprak het tot onze jeugdige verbeelding. Nu houden ze er VVD-achtige eetpartijen. Ik loop weer verder, hier heb ik eens Imca Marina of zo ontmoet, die gezette vrouw, die 'Viva Espagna' zong en 'Waar blijft de wijn?'. Ook heb ik me hier vergaapt aan de prachtige, jeugdige schoonheden, die waren uitgedost als ganzenhoedsters en daadwerkelijk hele groepen ganzen met hun takken de straten door stuurden. Ik droomde al van zijn schoonheid als liefdespartner. Er werd een Miss Ganzenhoedster uitgezocht en die werd dan gekroond en geëerd. Ik wilde de winnares dan zo graag als een domme gans met me meenemen naar mijn zolderkamer, maar dat werd me niet gegund. Ik loop weer richting het station, daar ergens moet die speelautomatenhal geweest zijn, waar ik met gestolen geld een week op nummer één stond bij een schietapparaat, de prijs moest ik inleveren bij de financieel gedupeerde, mijn krenterige moeder. Zodra ik mijn eenzame auto zie, begint mijn hart dubbel zo hard te kloppen.

Eenmaal terug op kasteel 'Goldmund' serveert Lodewijk na een sublieme kreeftesoep een heerlijk vleesgerecht van drie soorten vlees; paardevlees, kogelbiefstuk en kalkoen, heerlijk gemarineerd en omlijst door biologische groenten en gefrituurde aardappelen met enkele delicate sauzen. Als toetje eten we een Dame Blanche. Daarbij genieten we natuurlijk van een beste fles wijn, een Bordeaux uit een bijzonder jaar deze keer, het blijft niet bij één fles, maar tesamen met supertongstrelende kaashapjes en artisjok op Italiaanse wijze gekruid, pittige olijven en enkele dadels, slaan wij vier flessen naar binnen en blijven wij wonderwel helder. Als je er maar goed bij eet.

'Wa-was het een geschik-schikte da-dag naar het ver-verleden, sir?'
'Ja-ja, Lo-Lo-Lodewijk, ma-maar nu-nu is dit-dit belang-lang rijker!'
'Ik vra-vraag he-het alle-alleen ma-maar, sir!'
'Wee-weet ik, mijn bé-beste, wees nu-nu ma-maar goe-goed dronken!'
'U za-zal het wel-wel we-weten, mee-meester!'

Schrijver: Joanan Rutgers, 24 oktober 2010


Geplaatst in de categorie: woonoord

4.0 met 1 stemmen 115



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)