Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

HET SPOOR

Mijn natuurvriend had voor zijn verjaardag een boek over dierensporen gekregen. Tijdens onze avondwandeling door de duinen zochten we naarstig naar sporen van teengangers en zevenhoevigen.
We vonden sporen van het wrattenzwijn, de gnoe en het Pater Davidshert en wilden voldaan weer op huis aan gaan toen we een vers spoor bespeurden. Het spoor was groot en plat. We constateerden een groot aantal kantige, waaiervormig verspreide zoolafdrukken. Een blik in het sporenboek bevestigde onze angstige vermoedens. Ik voelde het bloed uit mijn wangen wegtrekken. Ook mijn natuurvriend was doodsbleek geworden.

Zo snel als we konden klommen we in een grote eik. Weldra hoorden we een snuivend geluid, dat vergezeld ging van het geluid van brekende takken.
De boswachter hield halt onder onze eik, snoof argwanend en tuurde met zijn bijziende oogjes naar boven. Hij begon met een voorpoot aan de boom te schudden. In zijn andere poot hield hij een half afgekloven been, waar nog een damesschoentje aan bungelde.
We waren de verse sporen van dat schoentje zojuist nog tegengekomen. Het bloedbad moest kort tevoren zijn aangericht.
We klemden ons vast aan de takken. Volgevreten als hij was, zou de boswachter, als al zijn soortgenoten toch al een slecht klimmer, er zeker niet in slagen om ons te bereiken.

Het ondier wierp het damesbeen weg en greep zijn jachtgeweer. De kogels floten ons om de oren. Op een enkel schampschot na, dat betrekkelijk weinig te betekenen had, werden we niet geraakt. We stelpten het bloed zo goed en zo kwaad als het ging met repen van onze zakdoeken en overhemden, bladeren en wat mos, dat hier en daar op de takken groeide. Tenslotte waren zijn kogels kennelijk op, want de boswachter legde het geweer neer, ging onder de eik zitten en begon het been verder af te kluiven.
Het zou nog twaalf uur duren voor de zon opkwam en het gevaar geweken zou zijn. Ik kreeg hevige kramp in mijn linkerkuit. Na wat ons een eeuwigheid toeleek hielden de schrapende en smakkende geluiden beneden ons op en werden vervangen door geronk.
De kramp in mijn kuit was onverdraaglijk geworden.

Ook mijn natuurvriend was aan het eind van zijn krachten. Stil als muisjes lieten we ons millimeter voor millimeter langs de boomstam naar beneden zakken. De boswachter snurkte door. We stapten behoedzaam over hem heen en slopen op onze tenen weg. Toen we meenden buiten gehoorsafstand te zijn, begonnen we te rennen.
Het hoge hek bij de uitgang van de duinen was dicht en op slot.
Achter ons klonk gesnuif en gekraak van takken.

Via de takken van een overhangende populier klommen we razendsnel over de omheining. Ik voelde hoe een grote grijppoot zich als een bankschroef om mijn voet sloot. Ik probeerde mijn voet uit mijn kaplaars te trekken, maar de laars zat muurvast.
Zowel de boswachter als ik trokken uit alle macht. De kaplaars liet los. Mijn natuurvriend sprong naar beneden en belandde ongedeerd in mul zand. Ik sprong hem achterna en belandde ongedeerd op mijn natuurvriend. We waren gered!
Door het hek deden we voor de zoveelste maal een poging de boswachter een beetje begrip voor ons standpunt bij te brengen.

‘Goed, we begrijpen dat de vogels en de dieren rust nodig hebben en dat het niet aangaat dat de halve Randstad zich ’s avonds en ‘s nachts in de duinen ophoudt. Maar zou er voor ons serieuze natuurliefhebbers niet een uitzondering gemaakt kunnen worden? Wij zijn toch geen stropers of exhibitionisten of trimmers of voyeurs? We willen alleen maar de uilen horen en de nachtbloemen ruiken en de nachtvlinders zien en de sporen van de schemer- en donkerdieren lezen,’ pleitten we.
Maar we konden praten als Brugman, het enige antwoord dat we kregen was een ongearticuleerde grom. Nee, tussen zonsondergang en zonsopgang is er met boswachters geen land te bezeilen.
Ach, het verstandige dier doet niet meer dan wat het als zijn plicht ziet. Als je maar een beetje extra op je hoede bent, dan valt er nog genoeg te genieten op een avondwandeling door de duinen.
En gelukkig kunnen we tegenwoordig sporen lezen.


Zie ook: http://www.bloggen.be/ikdenkhetmijne

Schrijver: Katja Bruning, 13 december 2010


Geplaatst in de categorie: natuur

3.3 met 3 stemmen 212



Er zijn 2 reacties op deze inzending:

Naam:
Katja Bruning
Datum:
15 januari 2011
Tja, alleen een verslag van ons sporen zoeken en van onze gezellige babbeltjes met al die vriendelijke boswachters die we tegenkomen leek me een beetje saai, Han.
Naam:
Han Messie
Datum:
19 december 2010
Email:
hmessielive.nl
Katja, het is heel leuk om in de duinen sporen te zoeken. Maar warom moet de boswachter als zo'n verschrikkelijk monster beschreven worden?

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)