Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Eindstation

Zesentwintig graden en eentiende is ze. Een absoluut record, niet met het leven verenigbaar eigenlijk. Maar ze heeft de val tegen de keukendeur overleefd. Urenlang heeft ze er gelegen, spaarzaam gekleed. Verward, uitgedroogd en onderkoeld komt ze bij ons binnen. We geven haar geen cent. Ik heb er vaker zo een opgenomen en moeten laten gaan. Nog wat laatste woordjes gesproken, daar deed ik meer goed mee dan met het intensieve opwarmen en het overvloedige infuus. Toen zakte ze weg. Voor de nachtdienst restte zowat alleen nog maar het afleggen. En familie in Verweggistan op te snorren.
Maar de volgende ochtend heeft deze dame alweer praatjes voor tien, en een dag later durft de chirurg zelfs een operatie aan de gebroken heup aan. Het kan verkeren.

Ik denk aan Charlotte, ook alleen nu in een veel te groot en onhandig huis. Ook regelmatig verward en niet vast op de been. Ja, eerlijk is eerlijk: haar heupoperatie heeft haar goed gedaan, je schuifelt heel wat beter dan voorheen, zonder pijn ook. Helaas zou je bijna zeggen, want nu weet je echt niet wat er allemaal gebeurt daar. De kinderen hebben geen tel en rust en ook ik laat me voor het karretje spannen.
Cornelis hebben ze opgeborgen in een verzorgingshuis, het ging niet meer. Hij wilde ook niks anders, maar ja, nu hij er is wil hij niks lievers dan morgen weer terug. Vanmiddag nog als het kan.

Graag schakel ik op mijn beurt Woemi in als het mijn beurt is voor een rondje C&C. Ze heeft wat meer afstand, iets meer geduld, veel meer vrouwelijk inzicht en kan me zo nodig tot kalmte manen. De rommel in huis deert Charlotte niet, en Cornelis mogelijk nog minder, maar is voor mij en de kinderen een obsessie geworden. Iedere keer weer moeten er vuilniszakken weg.

Woemi doet er niet aan mee. Ze kletst wat met de jongedame en leest de krant. Van Charlotte op naar Cornelis. Het duurt zowat een half uur om haar in de auto te krijgen. Ik ontplof als ze zelf hoogstpersoonlijk de achterdeur nog even moet controleren. Woemi voorkomt erger. Schuifel, schuifel door de sneeuw naar buiten, een eindeloos gemier om haar in de auto te krijgen en bij Cornelis hetzelfde ritueel omgedraaid: voordat je bent is de middag zo goed als om.

Cornelis had op een slechtere plek terecht kunnen komen. Het huis ligt in een bijna parkachtige omgeving. En zo in de sneeuw is het helemaal prachtig. Maar Cornelis ziet het niet, hij zit met zijn rug naar het raam gekeerd, en ziet, tja, wat ziet hij eigenlijk?
'De dood' zegt Woemi zacht.
'De dood, de dood? dat mocht hij willen, nee hij ziet zijn imperium dat afbrokkelt, instort, niemand die meer naar hem luistert, die hem gebakken eieren met spek komt brengen zoals hij ons vraagt en nog minder iemand die het lef heeft om hem met zijn honderdtwintig kilo naar huis te slepen.'
Rustig negeert Woemi mijn razen.
'Hoe lang heeft hij daar eigenlijk gewoond?'
'Twee en vijftig jaar' zeg ik.
'Twee en vijftig jaar heeft hij daar gewoond, heeft hij in zijn stoel gezeten, voor de boekenkast, met de krant, een stapel boeken, wat werk en een fles drank binnen handbereik, slapend, lezend en werkend. En dan nu dit, mag je dan niet een klein beetje depressief voelen? Eerst weggewerkt op je werk, omdat je een sta in de weg werd, daarna als vader genegeerd, zoons weten het toch altijd beter, afgekeurd als oppasopa, niet geschikt meer om de gesprekskring te leiden en onmachtig om voor jezelf en Charlotte te zorgen.'

Woemi stokt even in haar betoog. Ze kijkt me aan, ze wil gewoon dat ik begrip toen voor de oude man. En misschien nog meer: dat ik hem respect bewijs, respect voor wie hij is geweest en wat hij heeft gedaan, ook al piest en poept hij nu in zijn broek en heeft hij het niet langer over zijn geliefde God of de zin des levens maar zit hij nog uitsluitend te jammeren over de gebakken eieren met spek die hij niet krijgt.

'Het is maar voor tijdelijk' probeer ik. Dat gejammer over Petrus die hem maar moet komen halen. Dat bewust de boel saboteren door niet te willen lopen, door niet te eten en zo verder. Ik kan er verdomme niet tegen.
'Misschien' zegt Woemi alleen maar.
Ze buigt zich voorover naar Cornelis.
'Petrus heeft het vast te druk met koffiedrinken.' Ze weet hoe leuk hij die reclame vindt.
'Wat voor soep is het?' vraagt Cornelis naar zijn tot dusver onaangeroerde maaltijd.
Woemi laat het hem zien en ruiken.
'Make an educated guess' zegt ze.
Mosterdsoep, dat lust hij graag.
'it's not my time' zegt hij als hij begint te lepelen. En samen bekijken ze welke kerstkaartjes nog beantwoord moeten worden.

Schrijver: jorrit, 30 december 2010


Geplaatst in de categorie: verdriet

4.0 met 4 stemmen 239



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)