Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Kringloopwinkelmysterie

Hij had lang doorgewerkt de vorige avond, te lang, waardoor hij te laat uit zijn bed gleed. Na een periode van uitzendwerk in een chocoladefabriek, waar hij het overigens heel goed kon vinden met zijn Poolse en Marokkaanse collega's, maar niet met zijn Nederlandse groepsbaas, die hem als minderwaardig behandelde. Die man was dik als een olifant en zat onder de tatoeages, ook zo'n luxe toestand, die voortkomt uit verveling en overbeschaafde pronkzucht. Hij voelde wel hoe zijn uitzendkracht erover dacht en dat maakte hem nog gemener dan hij al was. 'Je moet meer chocolade vreten, knul!', zei de plaaggeest meerdere keren per dag, alsof hij een vocabulaire van een imbeciel had. Toen een Poolse medewerkster met hem begon te flirten, werd de groepsbaas helemaal onhandelbaar, zei die: 'Je bent hier om te werken, Casanova, niet om wijfjes te scoren!'. 'Zeg, bullebak, hou nu eens je bullebakbek!', zei hij terug, terwijl hij opstond en de zoete fabriek verliet. Dat was alweer een tijdje geleden, maar hij weet het nog goed voor de geest te halen.

Nu gaat hij eerst wat stenen jatten bij een straatvernieuwing. Alvast voor zijn eigen huis. Daarna fietst hij naar de kringloopwinkel, wat hij bijna elke dag doet, want hij snuffelt graag wat rond. Hij fietst het liefste over de stoep, al moet hij dan langs een zeer agressieve man, die autoweg is veel gevaarlijker. Zelfs toen hij met zijn fiets langsliep werd die kerel boos, noemde hem dyslectisch. Hij reageerde wijs nul, komma, nul. Je kunt wel alle hete aardappels aanpakken, maar dat is teveel van het slechte. Dat zo'n heethoofd met jonge kinderen werkt, is hem een groot raadsel. Enfin, hij naderde de vertrouwde winkel, dé winkel voor hem gezien zijn karige budget, maar hij weet niet beter. Hij kent de medewerkers daar al lange tijd, zij hem ook, ze respecteren elkaar, want ze weten dat ze niet veel van elkaar verschillen qua geestestoestand. Meestal ziet hij er dezelfde mensen rondschuifelen, wat hem kalmeert alsof hij in een klein, vredig dorpje weerkeert. Daar ziet hij de oudere kunstenares weer, die vaak in het zwart gekleed vast en zeker een doortrapte heks moet zijn, al heeft ze in haar aura ook iets van feeëngewiek. Later ziet hij haar nog even als een soort Julia op haar balkon de bolle borsten naar buiten gooien als bloemetjes buitenzetten. Ook ziet hij de even eenzame man weer, die altijd fluit, continu en bijna bezwerend, wie weet wat voor sjamaan er in hem schuilt? Hij komt hem al jaren tegen zonder hem echt te kennen, maar ze helpen elkaar in hun ontspoorde leven, weet hij. Ook is er vaak een kunstzinnige jonge vrouw, die hem groet alsof ze iets met elkaar hebben gehad. Hij probeert zich iets te herinneren, maar niets doemt in hem op. Een raadselachtige vrouw. Uit een vorig leven? Wie weet. Hij loopt instinctief naar de boeken en de video's. Hij ziet hoe snel goede boeken weer verdwijnen, het loopt vlotjes in de kringloopwinkel. Weer een vrouw uit een lang kringloopverleden, ze bukt zodanig, dat de verbeelding wordt gerealiseerd, hij kan niet nee-zeggen, gaat mee in haar erotische voodookunst. Loopt leeg in haar. Waarom ook niet, that's life! Hij vindt enkele mooie boeken van uitgeverij De Geus, die koopt hij geheid en daarna wil hij nog een dure broek passen in één van de twee pashokken/pasruimten. Hij wacht tot er één vrij is en hij de proef op de som kan nemen. Hij sluit het gordijn met veel woede. De broek is veel te krap in de taille. 'Minder zuipen, oude lul!', zegt hij tegen zichzelf. Daar staat hij even in zijn goedkope Zeeman-onderbroek, hij weet het ook niet meer, is ten einde raad, soms stropbereid. Ineens gaan alle lichten in de winkel uit en hij begint van top tot teen hevig te trillen. Ineens is hij weg uit het kringloopwinkelpashok. Zomaar weg, opgelost, uit zijn lichaam, zonder te weten waar zijn lichaam is gebleven. Terwijl de lichten weer aangaan, is het doodstil in het linker pashokje. Het gordijn is nog dicht. Een vrouw wil graag een rok passen, dus besluit ze het gordijn te openen, ze ziet er niemand, past gepast haar koopje.

'Waar is die man met die vreemde blik opeens gebleven?', vraagt iemand.
'Zeker al weggegaan!', zegt een ander.
'Dat heb ik niet gezien!', zegt de eerste.
'A, joh, je ziet wel meer niet!', zegt de tweede.

Schrijver: Joanan Rutgers, 13 april 2011


Geplaatst in de categorie: rampen

4.0 met 3 stemmen 95



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)