Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Stalker...

Het was koud. Rachel huiverde, toen ze de deur achter zich dicht trok. Ze schoof haar kraag omhoog en dook diep weg in haar winterjas. Ze opende de schuurdeur en knipte het licht aan. Haar fiets stond verborgen tussen de vele andere. Zuchtend probeerde Rachel hem er tussenuit te sjorren. Toen dat niet lukte, werd ze kwaad. Ze stampte terug naar binnen en schreeuwde al van ver naar Helen. ,,Die stomme fietsen! Niemand hier geeft een zier om het feit, dat ik ’s ochtends snel weg moet. Stelletje egoïsten, dat zijn jullie!’’ Helen’s ogen vernauwden zich. Tegen kritiek kon ze, maar als je één van de anderen aanviel, werd ze pissig. ,,Misschien moet je…’’ begon ze. ,,Nee, niks! Ik móét altijd alles, dat is het probleem! Ik heb er genoeg van, ik ben het zat! Bekijk het verder maar!’’ Rachel speelde gevaarlijk spel, dat wist ze. Ze zag dat Helen langzaamaan rood werd. Even aarzelde Rachel, toen draaide ze zich met een ruk om. Met een klap viel de deur in het slot. Buiten gekomen haalde ze diep adem, maar ze kalmeerde niet. En ineens zakte Rachel op de grond, tegen de muur aan. En met haar hoofd in haar handen bleef ze zitten, wanhopig op zoek naar een manier om rustig te worden. Uiteindelijk stond ze op, liep terug naar de schuur en gooide een stel fietsen om. Hierna was haar fiets zo buiten. Rachel stapte op, keek niet meer om en trapte woedend richting het centrum. Toen ze echter bij het stoplicht kwam, sloeg ze linksaf. Spijbelen zou ze, haar eigen leven leiden!

Ik was verward, de eerste keer dat ik haar zag. Maanden terug is dat, in de supermarkt. Ze viel niet op, dat niet. Maar mij viel ze wel op. Ze liep wat scheef, gebogen. Haar lange haar hing in slordige slierten op haar rug. Toen ze zich eindelijk omdraaide, probeerde ik haar blik te vangen. En de ene seconde dat ik in haar ogen heb mogen blikken, was de mooiste die ik meegemaakt heb. Ze was bijzonder. Ik was kunstenaar, zag veel als een obsessie. Maar zij… zij was anders. Een uitstraling had ze niet. Of nee, die had ze natuurlijk wel, maar dat was niet het geen dat opviel. Wat opviel… waren haar ogen. Er lag haat in, intense haat. Maar tegelijkertijd was er warmte in te lezen. Ze smeekten, hoewel ik er nog niet uit ben om wat. Ze bevatten angst. En ik wist best, dat er miljoenen ogen waren, die zo konden spreken. Maar ik wist ook, dat geen van die miljoenen ogen zo’n regenboog aan kleuren bezat. En dus was ik haar gevolgd. Ik ontdekte waar ze woont, hoe ze heet, hoe oud ze is en hoe het mogelijk is dat ze zo bijzonder is. Ik stalkte.

Ze wist dat ze gevolgd werd. Die vent van de supermarkt zeker, bedacht ze. Ze was niet bang voor hem. In het park ging ze zitten, in het gras. Bijna automatisch gleed haar blik naar de vijver. De grote boom aan de waterkant trok haar aandacht. De lange takken wiegden heen en weer. Een aantal daarvan gleed rustig door het water, grote kringen achterlatend. Langzaam liep Rachel erop af. Ze staarde naar de kalmte en verbaasde zich erover. Dit was de rust die ze een kwartier geleden nog gezocht had. Ineens werd ze weer kwaad. Ze trok haar zakmes uit haar broekzak en begon op de boom in te hakken. ,,Zonde,’’ de man kwam onverschillig aanslenteren. Rachel keek hem dreigend aan. ,,Laat me met rust.’’ Hij haalde zijn schouders op en liep verder. Rachel hakte door. En plots was ze klaar. Uitgeput liep ze terug en ging weer in het gras zitten. Het zakmes liet ze in de boom zitten.

Even was ik bang geweest dat ze me zou bedreigen, het mes naar me zou wijzen. Maar ik wist wel beter, zo was ze niet. Vanaf een afstandje bleef ik naar haar kijken. Ik probeerde het beeld op mijn netvlies te laten kleven, zodat ik haar zo meteen thuis zou kunnen tekenen. Maar het lukte niet. Ik weet niet waarom het niet werkte, normaal had ik er geen moeite mee. Ik werd er moe van. Hoe graag ik ook had willen blijven kijken, ik stond op en vertrok.

Ze zag hem gaan. Gek genoeg voelde ze zich niet opgelucht. Ze had liever gehad dat hij was blijven zitten. Ze was aan hem gewend geraakt. Hij volgde haar overal, dat wist ze. Ze vroeg zich af waarom. Toch was het niet bedreigend, op den duur was ze het gewend en voelde ze zich niet langer ongemakkelijk. Een tijdje bleef ze nog zitten, in gedachten verzonken. Toen stond ze op en zocht haar fiets weer op. Vast besloten croste ze naar de andere kant van de stad. Bij de rij tuinhuisjes aangekomen gooide ze haar fiets in het gras en ging op zoek naar nummer 103. Dit tuinhuisje was nog van haar tante geweest. Ze kwam er graag, maar de laatste maanden was Rachel er niet meer geweest. Inderdaad groeide er allerlei onkruid in het voortuintje en zag het tuinhuisje zelf er oud en verwaarloosd uit. Gelukkig zat de sleutel nog steeds aan haar bos. Rachel opende de deur en stapte naar binnen. Het rook muf en het was donker, zodat ze meteen tegen het gangkastje aanliep. Ze mompelde wat en liep verder naar binnen. De tussendeur werd geopend en het felle zonlicht scheen Rachel tegemoet. Ze keek even om zich heen en ging zitten in de grote stoel in de hoek. Peinzend bleef ze voor zich uit staren. Van nu af was het haar eigen leven, ze kon doen wat ze wou. Maar kon ze dat wel aan?

Thuis gekomen liep ik onrustig door de kamer heen en weer. Ik vroeg me af of ze nog in het park zat. En waar ze anders was, als ze daar niet meer was. Ze had op school moeten zitten, Helen zou haar niet vriendelijk ontvangen. Ik zette de teevee aan en probeerde me te verdiepen in de film die bezig was. Maar ik kon me niet concentreren. Ik maakte me teveel zorgen, ik wist ‘t. Maar in de maanden die ik haar nu kende, had ik een soort band opgebouwd. Ze was bijna familie geworden. Dus besloot ik naar haar op zoek te gaan. In het park zag ik haar niet en ik probeerde logisch na te denken waar ze dan zou kunnen zijn. Maar er schoot me niets te binnen en ik vervolgde mijn weg.

Nog steeds kwaad begon Helen aan de afwas. Ze was gewend aan de buien van Rachel. Maar dat betekende niet dat ze zomaar haar gang kon gaan. Ze leek zich zo mooi aan te passen, in het begin. Maar Rachel begon zich steeds opstandlelijker te gedragen, misschien dat ze… Haar gedachten werden onderbroken door de bel. Snel droogde ze haar handen. Voor de deur stond een slungelige jongen van een jaar of 25. Hij glimlachte en stak zijn hand uit. ,,Rudie van Veen,’’ stelde hij zich voor. ,,Mag ik even binnenkomen?’’ Helen bekeek hem wantrouwend. Hij zag er eng uit, constateerde ze. Een sigaret bungelde in zijn mondhoek en hij droeg een spijkerjack. Daaronder staken zijn benen in een opmerkelijk korte broek, gezien de tijd van het jaar. Daar weer onder gympies. Rudie moest in de gaten hebben, dat ze hem niet uit zichzelf binnen zou uitnodigen, want hij voegde er snel aan toe: ,,Het gaat over Rachel.’’ Meteen werd de deur verder opengedaan en ging Helen hem voor naar de woonkamer. Rudie ging zitten en keek om zich heen. Toen zijn ogen die van Helen ontmoetten, haalde hij diep adem en begon. Hij was nooit goed geweest in liegen, maar dit ging hem gemakkelijk af. ,,Ik ben Rachel’s tennisleraar. Binnenkort wordt er een belangrijk toernooi gehouden, waaraan ze mag meedoen. Nu moet ik alleen nog even wat gegevens checken.’’ En hij somde haar naam, adresgegevens en telefoonnummer op. Helen bevestigde alles met een kort knikje. ,,En haar mobiele telefoonnummer is 0647395683,’’ verzon hij snel. Helen schudde haar hoofd. Ze rommelde wat in een la en haalde er een papiertje uit, dat ze aan Rudie gaf. Hij noteerde het nummer en bedankte. Daarna stond hij op en stak zijn hand weer uit. ,,Prettig kennisgemaakt te hebben en bedankt voor uw tijd.’’ Hij glimlachte. ,,Ik laat mezelf wel uit. Tot ziens,’’ voegde hij eraan toe. Onmiddellijk verdween hij haastig. ‘Wat een vreemde jongeman,’ dacht Helen, terwijl ze terugliep naar de keuken en verderging met afwassen. ‘En zo slungelig ook om te tennissen. Tenzij… hij helemaal Rachel’s tennisleraar niet is!’ En bezorgd als dat Helen was, pakte ze de telefoon van de lader en toetste Rachel’s mobiele nummer in. Een paar keer ging hij over. ,,Hé, dit is de voicemail van mijn mobiele telefoon. Mocht je iets te melden hebben, spreek dan in na de toon. Zo niet, laat me dan met rust,’’ klonk het, meteen gevolgd door de toon. ,,Rachel, zo gauw je dit bericht hoort, bel me dan terug. Het is belangrijk. De telefoonkosten krijg je terug,’’ Helen herinnerde zich dat Rachel nooit zou bellen, als ze zelf de kosten zou moeten betalen. Ze zuchtte. Daarna legde ze de telefoon terug en ging op de bank zitten. Zo bleef ze zitten, peinzend. En de afwas was nog steeds niet klaar.

,,Rachel, zo gauw je dit bericht hoort, bel me dan terug. Het is belangrijk. De telefoonkosten krijg je terug.’’ Kwaad gooide ze haar mobieltje op bank. ‘Nu maakt ze zich plots zorgen, nu vraagt ze zich af waar ik ben,’ dacht ze, en haar ogen vulden zich met tranen. ‘Nu wel!’ Langzaam slikte ze, stond dan weer op. De stilte werkte op haar zenuwen, het gaf haar een drukkend gevoel. Ze zette de radio aan en draaide de volumeknop omhoog. Uit de boxers klonk het geram op gitaren, allemaal elektrisch. Een lage stem schreeuwde over een beter leven. Rachel sprong op de bank en begon wild te dansen en te springen. Toen de laatste tonen de kamer vulde, zakte ze uitgeput onderuit. Het nummer ging langzaam over in de volgende. Ze merkte pas welk nummer dat was, toen het refrein begon. Haar hoofd schoot omhoog en ze stormde op de radio af. ,,Kloteding!’’ Ze sloeg ertegen aan. De tranen stroomden over haar wangen, terwijl ze bleef slaan. ,,Houd op, houd op!’’ snikte ze. Ze draaide aan de knoppen, in de hoop dat één ervan ervoor zou zorgen dat het stil werd. Eindelijk had ze die gevonden. Alleen haar snikken verbraken de stilte die daarop volgde. Verward probeerde ze de weg naar de slaapkamer te vinden. De deur smeet ze achter zich dicht. Ze wierp zich op het bed en huilde. Vermoeid van alle emoties viel ze in slaap. Ineens schrok ze op, zat ze rechtop. Een geluid, dat ze op dat moment niet kon thuisbrengen, maakte haar wakker. Ze rende terug naar de woonkamer en keek om zich heen, zoekend naar waar het geluid vandaan kwam. Toen ze doorhad, dat het haar mobieltje was, die weer afging, nam ze op. Op het moment dat ze opnam, herinnerde ze zich weer waar ze was en wat er gebeurd was. En dat ze eigenlijk de telefoon helemaal niet wilde opnemen. Ze aarzelde. ,,M… met Rachel.’’ ,,Hé, Rachel. Wil je alsjeblieft niet meteen ophangen, maar luisteren naar wat ik te zeggen heb.’’ De stem kwam haar niet bekend voor, maar er lag rust in. ,,Dank je,’’ vervolgde hij. ,,Ik… vroeg me af hoe het met je gaat. Ik weet dat je het moeilijk hebt, ik…’’ Hij stokte. ,,Ik… je kent me zeker wel? Ik stalk je, al heel lang. Je had het wel in de gaten. Maar…’’ weer stotterde hij. ,,Het praat heel vervelend zo, zou je willen zeggen waar je zit, dan kom ik je even opzoeken.’’ Ze had het hele gesprek nog niets gezegd. Maar nu antwoordde ze verontwaardigd: ,,Dacht je dat nou echt? Ik heb helemaal geen zin om…’’ Weer aarzelde ze. ,,Brugweg 103,’’ zei ze dan kortaf. En meteen hing ze op.

Ik glimlachte toen ze toch het adres noemde. Hoewel ik geen idee had waar de brugweg lag, stapte ik meteen in m’n auto en trok snel op. Wanneer er op dat moment flitsers hadden gestaan op de weg die ik reed, was ik er bij geweest. Ik reed bijna veertig kilometer te snel. Zoals ik wel gedacht had, was de brugweg de weg, waaraan de tientallen tuinhuisjes lagen, in een buitenwijk van de stad. Mijn ogen zochten nummer 103, en al vlug zag ik haar fiets liggen in het gras. Ik parkeerde m’n auto ernaast en stapte uit. Slenterend liep ik naar de voordeur en belde aan. De deur werd geopend op een kier en ik ging naar binnen. Ze zag er moe uit, een beetje witjes, constateerde ik. Het schaarse zonlicht viel door een klein raampje naar binnen en gaf haar een bijzondere gloed, die prachtig zou zijn om te tekenen. Ze zweeg, staarde langs me heen en liep achter me aan naar de woonkamer. Ze gebaarde vaag naar de bank en ging zelf in de diepe stoel zitten. ,,Nou, het werd tijd om je eens echt te ontmoeten,’’ vreemd genoeg was ze het zelf, die het gesprek begon. Ik knikte. ,,Het spijt me verschrikkelijk. Ik… ik ben kunstenaar, weet je.’’ ,,Echt waar?’’ Ze ging verzitten en staarde me aan. Ze leek werkelijk geïnteresseerd. Weer knikte ik. ,,Ik schilder en ik teken heel graag. Het is m’n grootste hobby. En toen ik jou zag, in de supermarkt…’’ ,,Wilde je me tekenen,’’ maakte ze de zin af, maar het klonk verwijtend. Meteen wist ik dat ze zich nooit zou laten tekenen. ,,Nou ja. Maar goed, ik ben je dus gevolgd, en sindsdien… Ik weet meer van je, dan je denkt…’’ Haar ogen vernauwden zich. Ze was direct op haar hoede. ,,Rachel… ik weet hoe moeilijk je het hebt. Het mag dan lijken alsof je alles verwerkt hebt, maar dat heb je niet.’’ Rachel beet op haar lip. ,,En wat dan nog?’’ het was niet dreigend, eerder nieuwsgierig. ,,Je hebt hulp nodig.’’ Haar lip bobbelde verraderlijk en haar handen knepen in de leuning van de stoel. Ik stond op en ging achter haar staan. En terwijl ze probeerde zichzelf weer onder controle te krijgen, aaide ik langzaam over haar haar.

Ze wilde niet huilen, maar de tranen kwamen als vanzelf. Ze wist zelf dat ze hulp nodig had, professionele hulp. Maar niemand had het nog hardop durven uitspreken. Ze haatte hem, hij had het niet mogen zeggen. Toch bleef ze rustig zitten. Ze had geen zin meer om te schreeuwen. Hij was het niet waard. Hij wist niets, hij zei zomaar wat. Ze wreef met haar mouw langs haar wang. ,,Weet je hoe de verwarming werkt?’’ haar stem klonk schor en hoog, vlug schraapte ze haar keel en vervolgde: ,,Ik heb het koud.’’ Hij knikte en keek om zich heen. Daarna liep hij naar buiten en kwam terug met een stapel hout. Hij gooide de blokken in de open haard, die Rachel nog niet eerder opgemerkt had. Daarna stak hij de boel aan. ,,Wat heb je allemaal bij je? Kleren, eten, drinken?’’ ,,Niets,’’ bekende ze kleintjes. ,,Ben zo terug.’’ Rachel zuchtte. Ze wist niet wat ze van hem moest denken. Hij was te bezorgd, te begaan met haar lot. Wat kon het hem schelen? Het had nog nooit iemand uitgemaakt. Het was nieuw voor haar, iemand die zich zorgen om haar maakte. En hoe graag ze het ook wilde ontkennen, het voelde te goed om hem echt te kunnen haten. Ze zette de teevee aan en ging zitten op de bank. Ze trok haar knieën op en sloeg haar armen eromheen. Zo bleef ze zitten en zo vond hij haar, toen hij terugkwam. Hij was achterom gelopen en had meteen nog een stapel hout meegenomen, die hij naast de haard legde. Hij verdween in de keuken en ruimde de etenswaar die hij gekocht had, netjes op in de verschillende kastjes. Vervolgens warmde hij wat melk op, schonk het in twee bekers en gooide er wat cacao bij. Daarna bracht hij het, samen met twee stukken speculaas, op een dienblad naar binnen en zette het op het bijzettafeltje. Rachel keek niet op, toen hij binnenkwam, maar bedankte hem er wel zachtjes voor. Langzamerhand begon het binnen ook wat warmer te worden en ontspande Rachel zich. Ze dronk wat chocolademelk en stelde vast dat hij dat sowieso niet maken kon. Toen hij zelf voorzichtig een slok nam, zette hij met een klap zijn beker terug. ,,Dit smaakt beroerd!’’ Rachel lachte. ,,’t Is dat je ’t zelf zegt, maar je hebt helemaal gelijk!’’ Gelukkig was de speculaas wel te eten en genoten ze beiden van chocolademelk, die Rachel later gemaakt had. Die avond maakte hij wat aardappeltjes, een stukje vlees en veel te veel bloemkool. Ook dat werd voor de teevee opgegeten. Tegen een uur of negen stond hij op. ,,Ik ga. Ik kom morgen terug. Oh ja, er liggen schone kleren op je bed.’’ Hij trok de deur achter zich dicht, zwaaide nog even en verdween toen uit het zicht. Rachel bleef verbaasd achter. Inderdaad lag er een stel kleren op haar bed in de slaapkamer. Ze vroeg zich af hoe hij daaraan kwam, die middag lagen ze nog gewoon in de kast in haar slaapkamer bij Helen. Toch besloot ze hem niets te vragen. Vlug trok ze haar pyjama aan en ging in bed liggen. Het was geen gewone dag geweest.

De volgende ochtend vroeg ik me af hoe laat ik naar Rachel zou gaan. Als ik te vroeg zou gaan, zou ik te opdringerig lijken. Maar aan de andere kant… ze zou zich in d’r eentje niet redden, dat wist ik zeker. Ik was in tweestrijd, maar besloot uiteindelijk eerst boodschappen te doen. Net op het moment dat ik weg wilde gaan, herinnerde ik me dat ik me de vorige avond had voorgenomen eindelijk het internet weer eens op te gaan. Dus liep ik terug naar boven en startte de computer op. Ik logde in en wachtte totdat alle emailtjes zouden zijn binnengehaald. Verbaasd staarde ik naar het grote aantal berichten dat mijn mailbox nu telde. Er waren zo’n veertig nieuwe berichten! Vluchtig las ik ze allemaal door, maar het was voornamelijk junkmail, waar ik een hekel aan had. Opeens kwam ik een berichtje tegen van m’n broer, die naar Amerika geëmigreerd was.
<jonathanvanveen@hotmail.com
Hé broertje.
Alles goed daar? Natuurlijk verwacht je helemaal geen bericht van mij, tenzij er iets goed mis is. Nou, ik kan je gerust stellen. Zo erg is het niet. Toch is er wél iets aan de hand: Liesbeth (je weet wel, dat nichtje van je) is ziek geworden. Ze ligt voortdurend te ijlen, en wordt alleen maar zieker. Kirsten (je schoonzus) weet zich geen raad. Zelf moeten we allebei werken. Dit zou op zich helemaal geen probleem vormen als ons “kindermeisje” (die nu dag en nacht waakt bij Liesbeth) niet nodig was thuis, volgende week. Je begrijpt natuurlijk de hint: zou je alsjeblieft zo gauw mogelijk kunnen (en willen) overvliegen naar New York, daar pikken wij je wel op. Natuurlijk begrijp ik het als je hiertoe geen mogelijkheid ziet, maar we hebben je echt nodig hier! Alles met jou wel goed?
Groetjes nog.
Jonathan.
P.s. Laat zo snel mogelijk wat van je horen, oké?>
Ik glimlachte bij de uitleg die hij gaf bij de namen. Het was waar dat we elkaar al zo’n vier jaar niet meer gezien hebben, maar natuurlijk was ik niet vergeten hoe iedereen heet. En zo’n gek idee zou het niet zijn om hen allemaal weer eens terug te zien, ondertussen had ik er twee neefjes bij. Vandaar dat ik hem meteen een berichtje stuurde.
<rudievanveen@planet.nl
Hay broer.
Hier gaat alles lekker. Ik hoop, dat Liesbeth al weer wat beter is? (Ik weet dat ik lang mijn emailtjes niet gecheckt heb, maar ik had zo mijn redenen…) Ik las je verhaal en natuurlijk kom ik! Zo snel mogelijk, ik denk dat ik dit weekend vertrekken zal vanaf Schiphol. Dan ben ik tegen half vier (’s zondags) in New York. Moet ik verder nog iets meenemen, ofzo? Is verder met jou, Kirsten en m’n neefjes en nichtje alles goed? Ik zie je wel, aanstaand weekend, goed? Tot dan. Rudie.>

,,En… wat zit er achter dit vakje? Is het de grote prijs, of…’’ Verveeld staarde ze naar de beelden, die voorbij flitsten, al zappend. Uiteindelijk zette ze de teevee uit en pakte een boek, die nog in het huisje lag. Maar concentreren kon ze zich niet. Het was een thriller, iets waar haar tante van hield, maar waar Rachel een hekel aan had. Ze stond op, legde het boek terug in de kast en rommelde wat in een la. Hij ging lastig open en op het eerste gezicht zag het er normaal uit. Ze haalde er wat papieren uit, legde een stapeltje brieven opzij. Ineens viel haar oog op een klein opgevouwen papiertje, helemaal in de hoek. Ze vouwde het langzaam en voorzichtig open. Aandachtig begon ze te lezen. Het bleek een brief te zijn.
Lieve Rachel,
Ik wist wel dat je op een dag deze brief nog vinden zou. Ik ken je tenslotte langer dan vandaag. Waar ik op het moment ben, als jij deze brief leest, maakt niet uit. Ik begon namelijk met schrijven, omdat ik vond dat je recht had op de waarheid. Maar langzaamaan word ik onzekerder, ik vraag me af of je het wel begrijpen zult…
Ik laat je nu natuurlijk in spanning, en ik denk dat het beter is als ik het maar gewoon vertellen zal. Bereid je voor, en probeer me alsjeblieft, alsjeblieft te begrijpen…
Rachel vroeg zich af waarom haar tante er zo’n moeite mee had om haar deze brief te schrijven. En of ze het wílde lezen, of ze het wel wílde weten. Ze aarzelde, gooide dan de brief terug in de la en zocht een nieuw boek uit. Ze zakte weg in de stoel en sloeg het boek open. Het zag er belovend uit en Rachel begon met lezen. En al snel zat ze er helemaal in. Maar na bijna zes bladzijden klapte ze het dicht en pakte de brief weer uit het laatje. Ze haalde diep adem, bang voor wat ze te weten zou komen. Desondanks zocht ze het stuk op, waar ze was blijven steken en las verder.
Je zal ondertussen wel de brief een keer weggelegd hebben, maar toch besloten hebben verder te lezen, nieuwsgierig als je bent.
Ik moet je bekennen, dat het veel moeite kost je dit te vertellen. Het was lang goed gegaan, niemand wist ervan af en niemand maakte zich er zorgen over. Jij zag me bijna dag en nacht, maar merkte blijkbaar ook niets. Toch knaagde het aan me. Nou is het ook grandioos mis wat ik gedaan heb. Het was niet mijn bedoeling. Dat schot… het was niet voor haar bedoeld. Het had… het had die man moeten treffen. Je moeder… ze gilde nog, maar… ik heb haar vermoord, Rachel. Gewoon vermoord, mijn eigen zus. Je weet niet wat er gebeurd was, of hoe schuldig ik me voelde. Jij voelt je nu alleen kwaad en verdrietig en bedrogen… En je hebt helemaal gelijk. Je hebt jarenlang met een moordenaar samen geleefd. Het spijt me…
De regels erna waren leeg, geen redenen, geen afscheid. Er lagen vlekken op het blad, Rachel vroeg zich af of haar tante misschien gehuild had, toen ze schreef, of dat het haar eigen tranen waren, die nu over haar wangen stroomden…

Ik was nog even naar de supermarkt geweest, had wat boodschapjes gehaald, maar besloot al snel op zoek te gaan naar Rachel. Ik reed de nieuwbouwwijk uit en probeerde na te denken. Als ik weg zou gaan, dit weekend, wat zou Rachel moeten doen? Ik wist zeker dat ze niet voor zichzelf zou gaan zorgen, ze zou niet of weinig eten, zich buiten niet laten zien en niemand binnenlaten. Ik zocht naar een oplossing, maar kon niets bedenken. Ik parkeerde mijn auto weer naast haar fiets, toen ik de lange straat uitgereden was. Ik liep voor het gemak maar weer om. Ik probeerde de achterdeur open te doen, maar tot mijn verbazing was die op slot. Ik klopte op de glazen deur en probeerde ondertussen naar binnen te kijken, maar er was niets te zien. Ik bonkte nu, schreeuwde angstig haar naam. Er was iets goed mis, ik voelde het! Plots verscheen haar gezicht voor het raam en m’n hart sloeg een slag over. Haar ogen waren rood, haar gezicht nog witter. Ze glimlachte triest toen ze me herkende, en haalde de deur van het slot. ,,Kom binnen. Bedankt dat je weer gekomen bent.’’ Dat waren de enige twee zinnen die ik haar heb horen zeggen, die middag. ’s Avonds maakte ik maar weer eten en zwijgend zaten we tegenover elkaar. Ik vroeg me af wat er aan de hand was, maar ik wist dat het fout was om het te vragen. Dus hield ik m’n mond en kletste ondertussen gewoon door, alsof er niets aan de hand was. Ik zorgde zelf maar voor de afwas, en maakte nog een kop thee klaar, die ze niet aangeraakt heeft. Uiteindelijk had ik er genoeg van. ,,Rachel, als er iets is, weet je waar je me kan vinden.’’ Ze keek geschokt. Ik trok mijn jas aan. Ik was kwaad, ik had ervoor gezorgd dat ze nu tenminste nog in leven was, maar ze was gewoon ondankbaar. Toen ik naar de gang liep, liep ze achter me aan. Ik draaide me om en zag de tranen in haar ogen. Ik liep op haar af en sloeg een arm om haar heen. Ze begon te huilen. Zo bleven we staan, in de gang, in het donker. Een paar minuten. Toen liepen we terug naar de woonkamer. Ik ging zitten, maar zij liep rusteloos door de kamer heen en weer. Ze glimlachte naar me, maar leek volledig op te gaan in haar eigen gedachten. Nogmaals vroeg ik me af wat er gebeurd kon zijn. Ze leek een besluit te hebben genomen, want Rachel liep op de grote kast af en haalde een opgevouwen papiertje uit een laatje. Achteloos gooide ze het op m’n schoot. Mijn ogen vlogen vluchtig over de regels. Ik begreep er niet veel van, het even zwart voor m’n ogen. Toen stond ik op, bleef hulpeloos staan dan, niet wetend wat ik met m’n houding aan moest. Ze slikte moeizaam, veegde met haar mouw langs haar wang en fluisterde: ,,Het gaat wel met me. Echt, het gaat wel.’’

Op het moment dat hij de brief gelezen had, wist ze, dat ze niet lang meer alleen zou staan. Dat ze eindelijk de hulp zou krijgen, die ze nodig had. Dat ze begrepen werd. De volgende uren gingen als een waas aan haar voorbij. Ze deden wat spelletjes, dronken tussendoor een kopje thee en lazen een boek. ,,Ik moet met je praten.’’ Plots klapte ze haar boek dicht, legde het weg en keek hem aan. Hij leek verbaasd, maar tegelijk ook opgelucht. ,,Je… je weet natuurlijk al genoeg van me, maar toch wil ik het je van mijn kant vertellen.’’ Hij glimlachte. ,,Toen… toen ik vier was, liep mijn vader weg. Hij liet m’n moeder, m’n broer en mij alleen, en besloot een nieuw leven op te bouwen. Zo zei ‘ie ‘t, de dag dat hij vertrok. M’n moeder, ze was erg arm. Ze had geen baan en kon er geen krijgen. Ze zat vaak in de kroeg, m’n broer moest maar op mij letten. Toen hij veertien was, is hij door de kinderbescherming in een kindertehuis opgenomen, en later overgeplaatst in een pleeggezin. Ik moest bij m’n tante gaan wonen, hier, in deze stad. Plots kwam het bericht dat m’n moeder neergeschoten was. Er waren geen verdachten, de zaak is nooit opgelost. Het schijnt dat ze net uit was gegaan met een nieuwe vriend, ze was aan ’t proberen haar leven terug op de rails te krijgen. M’n tante… ze werd gek, kon er niet tegen dat m’n moeder dood was. Ze moest opgenomen worden in een kliniek. En ik moest weer verhuizen, dit keer naar het tehuis van Helen. In het begin was het niet vervelend, iedereen was aardig en probeerde me te helpen. Maar naarmate de tijd verstreek, kreeg ik het moeilijk, ik durfde niemand meer te vertrouwen en had een hekel aan Helen. Ze wist het, maar liet niets merken. Ze ging normaal met me om en behandelde me net als iedereen. Maar ik haatte haar…’’ Het was zinloos tegen haar te praten, ze was volledig in trance. Hij zuchtte. ,,Ik… ik had haar nooit willen bedreigen, begrijp me,’’ vervolgde ze. ,,Maar… het gebeurde gewoon. Ik had het mes gewoon uit de keukenla gepakt, en aan tafel… Nou ja, ze was niet bang, ze leek het te hebben voorzien. Ik was opgelucht dat ik niets gedaan heb, maar het werd nooit meer hetzelfde. Ze vertrouwde me nog steeds, maar daarmee was ook alles gezegd.’’ Hij knikte langzaam. Plots sprong hij op. ,,Ik heb een geweldig idee!’’ Verschrikt keek ze op. ,, Sorry.’’ Hij aarzelde. ,,Je… je hebt duidelijk hulp nodig, professionele hulp. Mijn broer is psychiater, misschien kan hij je helpen. Hij woont in Amerika, hij heeft dringend hulp nodig. Zijn dochtertje is ziek en hun kindermeisje gaat binnenkort weg. Zou je…?’’ Stralend keek ze hem aan. Ze schudde haar hoofd, ongelovig bijna. ,,Dank je. Dank je verschrikkelijk.’’

De dagen die volgden gingen snel voorbij. Ik belde m’n broer toch maar op, om te vertellen dat niet ik, maar Rachel zou overvliegen naar Amerika. Met wat goeie beloftes was hij er al snel van overtuigd dat alles goed zou gaan. Ik zou met Rachel mee gaan naar New York en nog een dag of drie bij Jonathan blijven. Daarna zou ik terugvliegen en zou Rachel blijven. Ze was door het dolle heen, als een klein kind, zou ik zeggen. Ik was blij dat ik wat voor haar had kunnen betekenen.

,,Tot ziens, Rachel.’’ Hij omhelsde haar. ,,Ik weet zeker dat dit de tijd van je leven wordt!’’ Ze lachte. ,,Bedankt, Rudie. Bedankt voor alles. Ik… ik zie je snel. Ik zal je missen,’’ zei ze, met hese stem. Hij aaide nog één keer over haar haar, zwaaide en verdween. Snel rende ze naar het raam, en keek of ze hem nog zag zitten in het vliegtuig. Langzaam startten de motoren en steeg het gevaarte op. Al snel was het vliegtuig verdwenen en spoedig zou Rudie weer in Nederland zitten. Zuchtend draaide ze zich om en glimlachte naar Jonathan. ,,Gaat het?’’ Vragend keek hij haar aan. Rachel glimlachte. Hij was precies zijn broer. Dan knikte ze. ,,Zeker, ik voel me prima!’’ Ze nam het kleine handje van Liesbeth, die voor deze speciale gelegenheid het bed uit had gemogen, in de hare. Nog één keer keek ze om, dankbaar. Haar lippen vormden woorden, die onuitgesproken zouden blijven. “Ik hou van je.”

Ik heb nog steeds goed contact met Rachel. Ze is gelukkig geworden in Amerika, woont er nu op haarzelf. Opgegroeid tot een persoon, die dankbaar is voor wat ze heeft, voor wat ze heeft opgebouwd. Die eindelijk haar rust gevonden heeft…

Oh ja, kunnen schilderen heb ik haar nooit. Laatst kreeg ik wel een kaartje van haar, met de simpele tekst “Ik mis je.“ Ik heb het verwerkt in m’n nieuwste schilderij, vernoemd naar haar. Het hangt boven mijn bed, m’n enige herinnering aan de mooiste dagen van mijn leven…

Pauline ~ 13 jaar...

Schrijver: Pauline, 3 november 2001


Geplaatst in de categorie: eenzaamheid

2.5 met 28 stemmen 1.970



Er zijn 3 reacties op deze inzending:

Naam:
alexis
Datum:
26 april 2002
Email:
alexandra_da_costahotmail.com
die gekken weten niet wat een mooi verhaal is! ik heb je een 10 gegeven, het is mooi, vooral voor jouw leeftijd
Naam:
Ridzerd
Datum:
9 maart 2002
Email:
ridzerdmartinusvandijk.myweb.nl
Onbegrijpelijk dat dit verhaal zo slecht beoordeeld wordt. Voor een meisje van 13 is het zeer bijzonder.
Naam:
Ik zelf
Datum:
3 november 2001
Email:
Pauline.Coenradiplanet.nl
Hoi Allemaal.
Weer een nieuw verhaal van mij! Mijn andere verhalen (voor het geval je nieuwsgierig bent geworden!) zijn: Mes in de rug, staat onder geweld. Mijn andere verhaal, laatste woorden, staat onder overlijden. Kijk maar even, en ik ben benieuwd wat jullie ervan vinden!
Groetjes.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)