Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

DE PARADOX

Een man houdt met zijn gezin vakantie ergens in het buitenland. Op een zondagmiddag maakt hij met zijn zoontje Daan van een jaar of tien, elf een wandeling langs een riviertje even buiten hun vakantieverblijf. Ze praten over van alles en nog wat. Dan vraagt Daan ineens: “Pappa, wat is eigenlijk een paradox?”
“Een paradox?” vraagt zijn vader. “Hoe kom je daar nou ineens op?”
“Ja”, zegt Daan, “dat woord hoorde ik gisteren iemand op de camping zeggen, maar ik heb geen idee wat het betekent.”
“Nou, kerel”, zegt vader, “je bent er eigenlijk nog wel wat jong voor om het je uit te leggen, maar ik zal het proberen. Een paradox is zoiets als een innerlijke tegenstrijdigheid. Maar dat zegt je natuurlijk nóg niet veel. Ik zal je een voorbeeld geven. Stel voor dat ik zeg: ‘Alles wat ik zeg is altijd gelogen.’ Wel, als dat waar zou zijn, is het gelogen en als het gelogen zou zijn, is het waar. Met andere woorden: de uitspraak dat alles wat ik zeg altijd gelogen is, zou alleen waar zijn als ze onwaar is en onwaar als ze waar is. Dat kan natuurlijk niet en dat noemen we daarom een paradox oftewel paradoxaal. Begrijp je het een beetje?”
“Eh…ja, wel een beetje geloof ik,” zegt Daan.
“Nog niet helemaal dus,” zegt vader. “Dat snap ik best. Daarom zei ik al dat je eigenlijk nog wat te jong bent om het helemaal te begrijpen. Misschien bedenk ik binnenkort nog wel een beter voorbeeld om je uit te leggen hoe het zit.”

Ze wandelen verder en dan vraagt vader: “Vertel ‘s, hoe gaat het eigenlijk de laatste tijd op school?”
“Op school?” zegt Daan. “O, dat gaat heel erg goed hoor.” En hij begint een verhaal op te dissen over zijn prestaties en mooie cijfers waarvan de vader wel aanvoelt, gezien de laatste rapportcijfers, dat het nooit helemaal waar kan zijn. Nu had hij al eerder gemerkt dat het ventje het soms niet al te nauw nam met de waarheid, dus hij denkt, ik zal hem eens een lesje leren en hij zegt tegen zijn zoontje:
“Nou, nou, dat klinkt heel erg goed allemaal. En nu hoop ik maar dat het echt waar is wat je me daar verteld hebt, want anders ben ik bang dat het zo dadelijk wel eens slecht met je af zou kunnen lopen!”
“Hoe dat zo?” vraagt de jongen, niet helemaal op z’n gemak.
“Nou”, zegt z’n vader, “zie je ginds dat loopbruggetje over het water? Daar moeten we zo dadelijk overheen. Dat bruggetje noemen ze hier in de buurt de Liarsbridge, dat betekent: de Leugenaarsbrug. En weet je waarom ze die zo genoemd hebben? Dat bruggetje blijkt telkens in te storten als er iemand overheen gaat die net daarvoor nog heeft lopen liegen.”
“Maar dat kán toch helemaal niet?” zegt Daan wat ongerust.
“Nee, dat dacht ik zelf eerst ook,” zegt z’n vader, “maar het blijkt toch echt al heel wat keren gebeurd te zijn.”
Tja, het zoontje begint ‘m nu toch echt wel een beetje te knijpen en bij de brug aangekomen zegt-ie: “Nou, pappa, ik zal het maar eerlijk bekennen: wat ik daarnet over school vertelde was niet helemaal waar. Ik heb wel een klein beetje gejokt. Eigenlijk had ik helemaal niet zulke mooie cijfers.”
En pappa zegt: “Mooi zo kerel! Blij dat je me de waarheid vertelt. Eerlijk duurt het langst. Over die slechte cijfers zullen we het thuis nog wel ’s even hebben, maar je kunt nou in elk geval veilig die brug over.”

Maar ja, Daan denkt: ik heb nou de waarheid wel verteld, maar was het wel de vólle waarheid? Wat gebeurt er als ik toch nog niet helemáál eerlijk ben geweest? Dus als ze bij het bruggetje zijn aangekomen, blijft hij er nog wat aarzelend vóór staan.
“Nou, kom op!” roept z’n vader, “je hoeft nou toch niet bang meer te zijn? Loop maar achter me aan!” En hij loopt zelf de brug vast op.
Wat gebeurt? Als hij er midden op is, stort het bruggetje krakend in elkaar. Vader gaat kopje onder en komt even later druipend de walkant opgekropen.
“Foei, pappa,” roept Daan, "je hebt daarnet dus tegen me lopen liegen over die brug.”
“Lopen liegen?” zegt de vader, terwijl hij het eendekroos uit z’n haren schudt. “Je ziet toch dat het waar was? De brug ís immers ingestort?”
“Ja, maar,” zegt Daan, “als het waar was geweest, dan had u toch juist niét gelogen en dan eh…. Hè? Hoe kán dat nou? Oh… ja… maar noú snap ik het! Dit is dus een paradox!”

Schrijver: H.P. Winkelman, 2 augustus 2011


Geplaatst in de categorie: filosofie

3.2 met 4 stemmen 417



Er zijn 2 reacties op deze inzending:

Naam:
kees niesse
Datum:
2 augustus 2011
Email:
c.h.niessekpnplanet.nl
Een interessant verhaal over het voelen van een paradox in je leven. Ik denk, dat ik zelf een paradox ben. Zo had ik een tijd geleden het heel moeilijk met de komende scheiding van mijn dochter van haar man. Nu ik mij daaraan heb overgegeven en het heeft geaccepteerd voel ik mij blij, omdat ik het heb aanvaard.
Naam:
Han Messie
Datum:
2 augustus 2011
Email:
hmessielive.nl
Een verhaal om zich erin te verdiepen hoe men zich in warrige en tegenstrijdige denkbeelden kan verdiepen. Inderdaad filosofisch, maar ook kunstzinnig vertellend beschreven.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)