Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

No way out

(voor Sylvia Plath (1932 - 1963))

'This is the after-hell: I see the light' S.P.

Je bent geboren in de wijk Jamaica Plain in Boston, waar je tikkertje speelde met je jongere broer Warren en zoals ieder kind onbevreesd en onschuldig op je omgeving inging. Je Duitse vader Otto was een hoogleraar in de Zoölogie en hij wilde graag met rust gelaten worden, want hij schreef een gewichtig boekje over het gedrag van de hommels. Je vond hem zelf een hommel, maar ja, hij was ruim twintig jaar ouder dan je Oostenrijkse moeder Aurelia, wiens zware voorgevel een bron van vreugde voor hem scheen. Hun strenge geboden dreven je als kind al in het nauw en de emotionele verwaarlozing verwekte dodelijke kraters in je tere ziel, waar hun leefgewoonten ook nog eens een soort schizofrene strooppot uitstraalden met talloze, onduidelijke, sarrende duiveltjes. De Spartaanse opvoeding maakte dat je je diepste fijngevoeligheden moest verbergen voor de buitenwereld, je splitste je ware ik van de aangepaste ik, want tegen hun schrikbewind ingaan betekende in het stof bijtende strafmethoden, die je toch al verpeste jeugd nog meer verzuurde. Je vond je toevlucht in het verzinnen van beeldrijke, bevrijdende gedichten, waarmee je op je achtste leeftijd al begon, zelfs begon te publiceren. Je ouders hadden het te druk met zichzelf, maar je was een waar wonderkind, al stond je totaal alleen, zeker toen je vader overleed in die beginperiode van je schrijflust. Van je moeder had je weinig bijval te verwachten en tijdens je pubertijd werd je inwendige depressie steeds zichtbaarder, je gezicht versomberde en je gedachten werden bestookt door nare, onontkoombare gedrochten, vervormingen en dissociaties. Op je achttiende ging je studeren aan het Smith College, een beeldschone verschijning, waar alle jongemannen voor vielen, maar je had andere plannen met jezelf en op een doodstille nacht kroop je onder je woonhuis en in die koude duisternis slikte je de gestolen slaappillen van je moeder, waardoor je in coma raakte en drie dagen daar gelegen hebt, alvorens men je ontdekte. Je boze moeder verklaarde je voor gek, maar gelukkig waren ze vriendelijker in het McLean Hospital, waar ze je met zorg elektroshocks toedienden, toen hét middel tegen onverklaarbare somberheid en bizarre doodverlangens. De heftige elektriciteitsstoten braken voorlopig de vastgeroeste doodsdrift en weer op vrije voeten slaagde je vijf jaar later cum laude voor je examen. Je was een prachtige, hoogbegaafde vrouw met de wereld aan haar slanke, sierlijke voeten. Met je tweede beurs ging je aan de slag in Cambridge en op die Engelse universiteit ontmoette je op een regenachtige dag de dichter Ted Hughes, die verliefd op je werd of eigenlijks op je poëziebronnen. Je trouwde met hem in een kerk te Londen, waar hij je ring wel erg ruw om je vinger schoof. Tijdens je huwelijksreis in Benidorm leek hij wel een uitgehongerd beest, alsof hij je ziel wilde opeten. In Boston was je drie jaar lerares aan het Smith College, wat een hele eer voor je was en in je vrije tijd volgde je de lezingen van Robert Lowell, die je sterk hebben beïnvloed, je ontmoette er Anne Sexton, die ook onder zijn invloed stond. In de avonduren hanteerde je het Quija-bord, samen met spoky Ted, waarbij jullie de geestenwereld naar jullie toetrokken. Jullie verdiepten jullie in het paranormale en in de astrologie, terwijl je nu als receptioniste in een psychiatrisch hospitaal fungeerde, soms met tranen in de ogen naar de patiënten keek. In een New Yorkse kunstenaarskolonie leerde je dat je je eigen gekte niet moest verloochenen, want iedereen is in meer of mindere mate gek en dat maakt een mens uniek. Als zwangere vrouw woonden jullie een tijdje in Londen, maar al gauw in het idyllische stadje North Tawton, waar in 1960 je dochter Frieda werd geboren. Ook kwam je eerste dichtbundel 'The Colossus' ter wereld. Een jaar later kreeg je een miskraam, waardoor je weer wegzakte in je oeroude wrevel over het aardse leven, maar je trouwe vriend William sleepte je er doorheen, Ted niet, want die was buitenshuis aan het rotzooien met de bloedmooie, joodse dichteres Assia Wevill, een nieuw slachtoffer van zijn literaire vampirisme. Je zoon Nicholas werd geboren, maar je stond er zo goed als alleen voor, want de jaloerse echtgenoot had voldoende bloed gezogen en liet jou en jullie kinderen gewetenloos in de steek. Na de scheiding ging je met je kinderen in een appartement te Londen wonen, niet ver van de plek waar ooit W.B. Yeats woonde, wat je hoopvol stemde. De strengste winter van een eeuw maakte je fysiek en geestelijk gek van ellende, de leidingen bevroren, je had geen telefoon en de kinderen rilden eveneens van de kou. Je schreef je autobiografie 'De glazen stolp', je voelde je verstikt en je overgevend aan je doodswens stak je op een gegeven moment je verwarde, zo lieve hoofd ver in de gasoven, de kieren waren al gedicht door natte doeken, je draaide de knop om en het ontsnappende gas verstikte voor eeuwig helaas je reeds lang geleden verstikte leven. Ontroerend genoeg had je nog boterhammen met melk voor de kinderen klaargezet. De antidepressiva had al eerder averechts gewerkt, maar je beslissing ging verder dan dat, was een zielkwestie, geen kleingeestig geneuzel. Je moet weten dat Assia zes jaar later op dezelfde wijze een einde aan haar leven heeft gemaakt, ze nam zelfs haar vierjarige dochter Shura met zich mee, wat Ted in een wel heel kwaad daglicht zette, hij zou gewelddadig zijn geweest en vrouwonderdrukkend, waardoor velen hem hebben gehaat als de aanstichter van veel tragiek. Ook bij haar ging hij vreemd met ene Brenda Hedden, die man spoorde echt niet, niet om zijn gewip van vrouw naar vrouw, maar om zijn despotische, psychose-opwekkende, gewetenloze, inhalige, misbruikende, zelfzuchtige, eerzuchtige, destructieve parasietgedrag. Je zoon Nicholas was genetisch bepaald ook getergd door depressiviteit, al heeft hij het langer volgehouden dan jij, hij heeft zich zwaar depressief ergens in Alaska opgehangen. In zijn jaszak stak een handgeschreven gedicht van jou.

Schrijver: Joanan Rutgers, 21 september 2011


Geplaatst in de categorie: literatuur

3.0 met 4 stemmen 68



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)