Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Zwaarverbitterde armlastige

(voor Sara Teasdale (1884 - 1933))

'And I shall be more silent and cold-hearted then you are now' S.T.

Je werd geboren in St. Louis, waar je ouders een steriel, ordelijk, Victoriaans huis bestuurden. Als nakomertje werd je in de watten gelegd, met name door je veel oudere zus Mary, die veel van je hield. Je broers waren nog ouder dan haar, dus niet echt aanwezig. Je had een slechte gezondheid, waardoor je bijna je hele leven door een verpleegster moederlijk werd opgevangen. Je eigen moeder was afstandelijk en kil, wat je nekte. Je kon jezelf vermaken met overdadig veel speelgoed, maar met gebrek aan ware aandacht voor je echte eigenheid. Je miste je huislerares toen je op je veertiende naar school ging, waar brutale en luidruchtige medeleerlingen je hoogst irriteerden. Volgens je moeder hield je van verfijnde, mooie dingen en daar had ze gelijk in. Na je eerste dichtbundel kwam je in Chicago in contact met de oudere Harriet Monroe, die je in haar tijdschrift liet publiceren, je ontmoette er de somber ogende dichter Vachel Lindsay, die veel correspondeerde met Yeats, de bofkont, en die serieus verliefd op je werd, maar vanwege zijn zelfkritiek niet met je in zee durfde, omdat hij te arm en te labiel was. Hij had gelijk, want je trouwde niet lang na je geflirt met hem met de veel rijkere Ernst Filsinger, waarmee je de eerste jaren in een ideaal sprookje leefde, terwijl hij je dichtkunst stimuleerde als trouwe fan en je bundel op bundel uitgaf. Je ontving zelfs de eerste Pulitzer Prijs voor Poëzie, waardoor je naast je naaldhakken ging lopen. Ze kraakten herhaaldelijk af. Al je vluchtige liefdesaffaires brachten enkel veel naleed en je vereenzaming binnen je huwelijk maakte je ogen dof en ongelukkig. Ernst bleef graag langer weg tijdens zijn zakenreizen, want hij gruwelde van je depressieve buien. Je verdween voor drie maanden uit jullie huis aan het Central Park West om in het geheim de scheiding te regelen, wat Ernst compleet op zijn dak viel, hij schrok zich een naargeestig hoedje. Je ging op loopafstand van je vorige woonhuis wonen, Ernst niet hatend, maar hem ook niet missend. Je herstelde je vriendschap met Vachel, die inmiddels was getrouwd en twee kinderen had. De passie uit je poëzie werd eindelijk bewaarheid, zij het in het uiterste geheim, wat Vachel nekte, naast zijn deprimerende geldnood, waardoor hij op een kwade nacht een fles loog opdronk en nooit meer wakker werd. In je hoofd gooide hij nog steeds de zweep over de ruggen van de drukkers om jouw dichtkunst te herdrukken. Je vond zoals altijd troost in sterke drank en af en toe een slaappil, soms liep je diep in de nacht nog langs het huis van Ernst, waar het pikdonker was, je voelde je een wandelende dode, een wanstaltige mummie, ondanks je literaire voorspoed, je moest pijnlijk kuchen van de bewieroking, je miste je ware soulmate, en dus besloot je op achtenveertigjarige leeftijd een fatale dosis slaappillen in te nemen, met whisky als doorslikmiddel, gruwelijk depressief, de desillusie van de liefde ervaren, geveld door je basale aandachtstekort, vond je de gezochte zielsbevrijdig door uiteindelijk je lichaam op te offeren voor je zielsnaakte, concurrentieloze ontmoeting met je identiek tragische geliefde Vachel. Klinkt gek, maar je liet je uitgeperste lichaam met liefde achter.

Schrijver: Joanan Rutgers, 26 september 2011


Geplaatst in de categorie: literatuur

2.0 met 2 stemmen 84



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)