Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Machtige alchemiste

(voor Artemisia Gentileschi (1593 - 1656))

Je bent geboren in Rome, waar je vader Orazio een succesvolle kunstschilder was, beïnvloed door Caravaggio. Als oudste kind mocht je je moeder meehelpen in de keuken, je hield van lekkere dingen, maar je werkte het liefste in het atelier bij je vader, waar je samen met je broers schilderles van hem kreeg. Het viel je vader meteen op dat jij het meeste talent bezat en daarom gaf hij jou extra aandacht en moeilijkheidsgraden. Op je zeventiende schilderde je al je eerste meesterwerk, 'Susanna en de ouderlingen', waarbij die schijnheilige, oude viezeriken Susanna hebben verkracht. De seksuele intimidatie en overmacht van minne mannen zou een thema in je latere werk worden, iets wat je op je achttiende ging beseffen, door zielsvermorzelende ervaringen. Je vader kon je even geen les meer geven, daar hij een belangrijke opdracht in een indrukwekkend paleis had, dus vroeg hij zijn collega-vriend Agostino Tassi om in te vallen, wat deze vlegel graag deed, want met zeer duistere motieven. Terwijl je les kreeg van deze hypocriete, op vlugge seks azende, gevoelloze crimineel, liet hij een voor jou onbekende, ongure man binnen, die hij aansprak als Cosimo, die jou meteen hardhandig in een houdgreep zette, waardoor Agostino gauw een doek in je mond stopte en nog sneller je rokken omhoogtrok, omdat je zoals de meeste vrouwen geen slip droeg, verlekkerde hij zich direct aan het zwaar behaarde uitzicht, waardoor hij extra dierlijk werd en zijn opgezwollen mannelijkheid ruw in jouw maagdelijke heiligdom stak. Je worstelde met al je krachten tegen, maar zijn handlanger brak bijna je armen, waardoor je verslapte en je door overgave je hachje probeerde te redden, wat lukte, want beide heren waren tevreden en ze smeten je weg als een oud vod. Ondanks deze brute ontmaagding bleef je een seksrelatie met Agostino onderhouden, ook omdat hij je met de dood bedreigde als je hem wilde verraden, maar in je naïviteit dacht je dat hij wel met je wilde trouwen, zodat er geen eer geschonden was, maar je kende de gluiperige, ontrouwe dwaalwegen van het manvolk nog niet, want hij weigerde met je te trouwen, betichtte je zelfs van vreemdgaan met een andere minnaar, als heibel schoppende afleidingsmanoeuvre. Je biechtte de zaak op bij je vader en met hem klaagde je hem aan voor verkrachting, maar de rechters, bevooroordeelde kerkbestuurders, die in elke vrouw een verleidelijke, tot de ondergang leidende Eva zagen, geloofden je voor geen millimeter. Je vader ontdekte dat Agostino een schilderij met de bijbelfiguur Judith erop had gestolen en het kwam zelfs aan het licht dat hij alle schilderijen van je vader wilde stelen, maar veel erger nog, dat hij van plan was om jou te vermoorden. Je werd door de rechtbank intiem onderzocht en ze probeerden je tot de waarheid te dwingen via duimschroeven, sadistische martelpraktijken. Uiteindelijk zegevierde je en moest Agostino één jaar naar de gevangenis, wat overigens nooit uitgevoerd is, want mannen onderling kennen wat seksschandalen betreft altijd uitwegen, omdat ze zich superieur wanen op dat gebied. Een maand daarna schilderde je 'Judith onthoofdt Holofernes', je zette je woede om in kunst, met een schrikbarende, therapeutische gewelddadigheid. Je vader regelde dat je met Pierantonio Stiattesi trouwde, een bevriende kunstschilder uit Florence, waar je met hem ging wonen en aangename tijden beleefde. Jullie kregen vier zonen en een dochter, Prudenzia, die als enige de volwassen leeftijd bereikte. Je wandelde veel langs de helderblauwe Arno en je genoot van de artistieke charme van de stad. Je werd een hooggeëerde hofschilderes, beschermd door de Medici's en Charles de Eerste. Je ging op de koffie bij Galileo Galilei, die als sterrengeleerde zo verward was, dat hij zomaar onbewust in je forse borsten kneep, wat je hem glimlachend vergaf. Trouwens, echt preuts was je niet, want je schilderde vaak jezelf naakt, als Cleopatra met de slang en onverbloemd, niet slanker dan je pastabuik was. Meestal schilderde je verleidelijke, moorddadige, sterke, bijbelse vrouwen, om vooral je verkrachtingstrauma te verwerken. Officiële psychiaters bestonden nog niet, al kon je altijd bij je vader terecht, maar die was ook geen expert in de zielkunde. Priesters waren dat al helemaal niet, die verkrachtten de ziel nogmaals. De neef van Michelangelo adoreerde je subtiliteit en je mocht de plafonds bij hem schilderen, addertje onder het gras, want hij begeerde je stevige lichaam, genoot van je mannelijke armen en benen, je zwichtte voor zijn sexappeal en je schilderde een naakte vrouw met een kompas, jezelf, de weg kwijt. Je nam wraak op de mannen, die al eeuwenlang her en der rond neukten en dus ging je met deze en gene naar bed, omdat je dat als je goed recht beschouwde. Het deerde je niet dat ze je voor hoer uitmaakten, ze waren zelf geen haar beter, die mannelijke hoeren. Vrouwen waren net zo fataal voor mannen als mannen voor vrouwen! Pierantonio pikte je buitenechtelijke uitspattingen niet en hij ging er vandoor, wat je zelf in scène had gezet, dus genoot je van je herwonnen vrijheid en ging je met je twee dochters, je had ook nog een dochter bij een andere man gekregen, eerst naar Rome, om de schuldeisers te ontvluchtten en daarna naar het romantische Venetië, waar je je carrière voortzette, maar met minder succes, dus ging je naar Napels, waar beide dochters trouwden en jij een kathedraal mocht schilderen. Je kreeg een passionele relatie met de kunstschilder Stanzione, die net als jij voor de vrije liefde was en geen enkele burgerlijke benepenheid of menselijke benauwenis duldde. Je reisde met je vader naar Londen om daar kerken te versieren, je vader stierf en je keerde diepbedroefd terug naar Napels, waar je tot het einde van je leven verbleef, moedig doorwerkend, vaak met je helper Onofrio, een beeldschone jongeman, maar je was de seksuele driften ontgroeid en je wilde je hulpvaardige vriend niet zo diep ongelukkig maken, zoals jij eens gemaakt bent. Er kwam een pestepidemie en omdat je al drie-en-zestig was, ontbrak het je aan voldoende weerstand.

Schrijver: Joanan Rutgers, 12 november 2011


Geplaatst in de categorie: literatuur

3.5 met 4 stemmen 70



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)