Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Inktzwarte verfijning

(voor Aubrey Beardsley Vincent (1872 - 1898))

Je bent geboren in Brighton, een aristocratische kustplaats met sierlijke huizen vol vloeiende ornamenten en bombastische voorportalen. Je vader Paul Vincent was de wat onhandige zoon van een vliegensvlugge handelaar, die maar bleef kletsen over zijn handel en wandel. Toen je vader eenentwintig werd, kreeg hij een dikke erfenis van jouw opa, waardoor hij niet meer hoefde te werken, wat je moeder Ellen Agnus Pitt niet altijd even aangenaam heeft gevonden, daar hij teveel haar territorium betrad en zich nogal vrouwelijk ging gedragen. Ellen was zeven jaar jonger en de welopgevoede dochter van een majoor-chirurg van het Indiase leger, dat wil zeggen, het Engelse leger in India. Ze trouwde met je vader ver beneden haar stand, maar je vader had genoeg flair om zijn schoonfamilie in te palmen. Wel moest hij direct na het huwelijk veel bezittingen verkopen, omdat hij met een gedupeerde vrouw in de maag zat, want er was een vervelende vrouw, die beweerde dat hij haar had beloofd, dat hij met haar zou trouwen. Dat nare geschil is dus met een geldbedrag gesust, het beste middel om kibbelende mensen te doen zwijgen. Je ouders woonden in het familiehuis van haar kant, twaalf Buckingham Road, terwijl jouw oudste zus Mabel al een jaar eerder was geboren, kwam jij daar ter wereld. Tot je elfde ben je in Brighton opgegroeid, waar je over de zee tuurde en zandkastelen hebt gebouwd, waar je met je zus gevliegerd hebt en waar je bijzondere schelpen verzamelde. In Londen was nog veel meer te zien en zondags kuierde je door het park voor Buckingham Palace, terwijl je ook muziekconcerten gaf, samen met Mabel, want jullie waren als kinderen heel muzikaal, wat veel applaus van de voorname vrienden van jullie ouders opleverde. Op je dertiende ging je naar de Bristol Grammer School en in die tijd schreef je een toneelstuk, wat je samen met enkele vrienden hebt opgevoerd, daarnaast leverde je cartoons en fijnzinnige tekeningen voor de schoolkrant en op je zestiende had je al een baantje bij een architectenbureau en later bij een verzekeringsbedrijf, maar gelukkig adviseerde Sir Edward Burne-Jones je om een fulltime kunstenaar te worden, want je had veel meer in je Mars dan slechts een ondergeschikte handlanger te zijn. Op je twintigste volgde je tekenlessen op de Westminster School of Art, waar je honderd procent voor ging en in je vrije tijd bekeek je beroemde schilderijen in het British Museum of je zoende wat met een collega-vriendinnetje in een onverlichte portiek. Je ging in de leer bij professor Fred Brown, die je over je resterende faalangsten heen hielp, waardoor je helemaal in the flow kwam en gepassioneerd aan het werk ging. In het begin vond je het niet nodig om je kunstwerken te signeren, maar later volgden initialen en Japanse merktekens, want wat Japan betrof, de houtsneden die ze daar creëerden, werden je grootste inspiratiebron. Je zweerde bij de zwarte inkt en je bent dan ook de grootste met die kunstmaterie, waardoor je ook de onbetwiste leider van de Esthetische Beweging werd, waar ook Oscar Wilde en James Whistler deel van uitmaakten.

Omdat je meestal uiterst modieus en keurig gekleed voor de dag kwam, zo droeg je Italiaanse hoeden en zachtlederen, gele handschoenen, dacht men dat je van de 'verkeerde' kant was en ook omdat je veel met Oscar Wilde optrok, die in opspraak kwam vanwege zijn seksuele betrekkingen met lord Alfred Bruce Douglas. Omdat je als jonge dandy geregeld met mister Wilde nachtelijke, nichterige feestlokalen bezocht, ging het gerucht als een lopend vuur en associeerde men je grote haviksneus met een voorliefde voor grote fallussen, wat je vaak tekende, dus kon je hen geen ongelijk geven. Je tekende graag uitvergrote genitaliën om te shockheren en te plezieren, een soort droomerotiek, zoals 'Het toilet van Lampito', waarop een engeltje met een borstel de klotsende vagina van een vingerende vrouw schoonveegt, terwijl hij zijn stijve engelenlul aan het aftrekken is. Op andere tekeningen staan bijna mensgrote vruchtbaarheidspenissen, zoals men in de oertijd van mediterrane landen tegenkwam. Voor het vooruitstrevende 'Het Gele Boek' maakte je pakkende covers en zielsdiepe illustraties, terwijl je ook nog erotische verhalen schreef.
Wat men in jouw tijd decadent en pervers vond, is inmiddels kattenpis van wat er tegenwoordig allemaal verschijnt en dat je geheimgehouden minnaar Wilde vanwege zijn seksuele aard in de gevangenis kwam, is nu ondenkbaar in je vaderland. Nadat je hasj gebruikt had, leken alle penissen op reusachtige knotsen, ook die van jezelf, je tekende in feite je hasjbenevelingen, wat een vrolijke vertekening van de werkelijkheid gaf. Je luisterde met je tekeningen 'Salomé' van Wilde op en en passant had je grote invloed op de symbolistische affichekunst en je was een grote kleurmaker voor de Art Nouveau. Door je voortdurende longbloedingen kwam je het huis niet meer uit en zocht je pijnloze troost in je erotische hasjdromen. Extreem sufgerukt zag je nieuwe, maagdelijke horizonnen en tolde je als een onschuldig kind door de zwartgeblakerde dagen, want valse roddelaars beweerden dat je een incestueuze relatie met Mabel had en dat ze zwanger was geraakt van jou en dat ze toen een miskraam heeft gekregen en dat je eigenlijks aseksueel zou zijn door je ziekte en je gestreste werkzaamheden en dat en dat en dat...

Maar gelukkig wist jij wel beter en heb je je homofiele aard nooit verloochend, ondanks alle domme gissingen, niet voor niks werd je rooms, want daar kunnen ze die dingen het allerbeste verbloemen en bedekken, wat in jouw tijd gewoonweg noodzakelijk was, zelfs voor iemand die ten dode was opgeschreven. Door je vereenzelviging met de roomse kerk vroeg je je uitgever om je aanstootgevende tekeningen terug te trekken, maar dat weigerde hij gelukkig. Je sleet je laatste tijd in het Franse Menton en toen je op je vijfentwintigste begraven werd, stond er enkele graven verder onder een verregende treurwilg het terneergeslagen silhouet van een gedrongen postuur, die poëtische zinnen lispelde en zijn tranen vermengde met de hemeldroefenis.

Schrijver: Joanan Rutgers, 18 december 2011


Geplaatst in de categorie: literatuur

0.3 met 3 stemmen 117



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)