Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Maar innerlijk zwartgeverfd

(voor Ernst Ludwig Kirchner (1880 - 1938))

Je bent geboren in het Beierse Aschaffenburg, waar je vader een ingenieur van een papierfabriek was, die het zelfs tot professor bracht, en waar je moeder het liefste in haar keuken vertoefde, waar ze afgezien van braadworsten ook de meest verfijnde gerechten klaarmaakte. Je vader dronk graag uit grote bierpullen en hij kon werk en privé nauwelijks scheiden, waardoor jouw persoonlijkheid in het gedrang kwam, waardoor je versomberde en jezelf terugtrok. Op je slaapkamer zat je urenlang te tekenen in een schetsboek, wat je gelukkig maakte, waardoor je de alledaagse saaiheid kon ontvluchten. Oud genoeg om de hort op te gaan genoot je van uitbundige bierfeesten en de uitgelaten jongedames, die hun flinke melkfabrieken grotendeels lieten rondslingeren. Je raakte opgewonden van al die zwiepende rokken en soms zag je iets van het meest geheimzinnige op aarde, vrouwelijke bollingen, verhuld door zachtgetint ondergoed.
Op je eenentwintigste ging je naar de Technische Universiteit van Dresden, waar je architectuur ging studeren. Tekenen was je grootste passie en samen met je vriend Fritz Bleyl kletste je over de hedendaagse kunst en hoe die volgens jullie veel moderner en radicaler kon worden ingevuld.

Op je vijfentwintigste behaalde je je diploma en je richtte samen met Fritz Bleyl, Karl Schmidt-Rottluff en Erich Heckel de kunstenaarsgroep 'Die Brücke' op. In jouw atelier lagen overal schilderijen en tekeningen alsof het proefmateriaal betrof, boeken lagen als afval in de hoeken geslingerd en afgedankt schildersmateriaal bevolkte als relikwieën de vloer. Je bohémienbestaan bestond uit de vrije liefde en een ongecompliceerd nudisme. Je hield van spontane modellen, die niet gehinderd werden door mode-grillen als vrouwonvriendelijke korsetten of antieke griezelgraven, die kuisheidsgordels eisten. Het buurtmeisje Isabella was een sprekend voorbeeld voor je hang naar vrije onafhankelijkheid. Je had samen met je kameraden een expositie met als thema het vrouwelijke naakt en je ontmoette het artistieke model Doris Grosse, die vijf jaar lang je lievelingsmodel was. Je ging met haar samenwonen en je hebt haar vele malen geschilderd, ook met hoed en spitse borsten, soms onder invloed van drugs, waarna je haar na de sessie als een wild dier besprong, wat ze zalig vond, want ze was een echte tijgerin in bed, die vulgair 'Melk mijn beste uiers, luie boer!' schreeuwde.
Fritz trouwde in 1907 en hij werd vervangen door Pechstein en Mueller. Er werd ontspannen gevreeën in jouw atelier en de meeste bezoekers liepen in hun nakie, wat de natuurlijke expressiemogelijkheden stimuleerde. 's Zomers voer je op de meren rondom het kasteel Moritzburg, terwijl Doris haar puntborsten liet bruinen en je onder haar witte rokje deed gluren, een aanlokkelijk zwart woud. Op het eiland Fehmarn huurde je een huisje in Burg, waar je naast Doris nog vele andere naaktmodellen vastlegde, het liefste in de vrije natuur, als bosnimfen in de heuvels.
Op je eenendertigste kreeg je een diepgaande relatie met Erna Schilling, waardoor Doris afdroop. Erna was de vervulling van je vrouwelijke ideaalbeeld, ze had artistieke ingevingen, die de jouwe overtroffen en haar volronde lichaam was het heerlijkste wat je is overkomen. Ze wist hoe ze je heel subtiel geil kon maken en ze gebruikte je seksuele honger tot in de kleinste details voor een hemelse maaltijd, dierlijk en ongegeneerd.

Na de opheffing van 'Die Brücke' had je een solo-expositie in het Folkwang Museum te Essen en je schilderde Berlijnse straattaferelen. Op je vijfendertigste kreeg je als militaire vrijwilliger een zenuwinzinking, waardoor je ontslagen werd, want door je drugsverslaving, paranoia en verlammingsverschijnselen was je te gestoord voor het leger en de neuroloog Kohnstamm uit Königsberg bevestigde dat. Hij kon je niet behandelen, dus stuurde hij je naar Davos, waar je in een boerderij ging wonen, de stal diende als atelier en genietend van de rust en intensiteit schilderde je de brave Alpen. Heel wat anders dan je zelfportret met afgehakte rechterhand.

Vijf jaar later verhuisde je naar het nabijgelegen dorp Frauenkirch-Wildboden, waar je tot rust gekomen bent, al bleef je verslaafd aan de morfine-achtige drugs en bleef je zwakke geestesgesteldheid een prooi van vele, zwartblakerende angsten en somberheden. Je schilderde niet voor niets zoveel kleur om je heen. Je kreeg bezoek van de Nederlandse kunstschilder Jan Wiegers, een Groninger, die sterk door jou beïnvloed is en die de pionier van de expressionistische kunstenaarsgroep 'De Ploeg' was. Hij bracht tabak en drie flessen Hooghoudt-jenever voor je mee, wat er aardig bij je inhakte.
Je schilderijen hingen op de Biënnale van Venetië en met Erna genoot je van je plaatselijke successen, totdat de bijziende nazi's je als een ontaarde kunstenaar bestempelden, evenals de andere ex-leden van 'Die Brücke' en ook al was je al tien jaar niet meer in Duitsland geweest, het platbombaderende bericht, dat er zevenhonderd schilderijen van jou waren verkocht of vernietigd, heeft je definitief doen instorten. De nieuwe wereld wilde je niet, je werd verguisd en aan het kruis genageld, je kunstwerken met zoveel integriteit gemaakt, werden als oud vuil vernietigd of schijnheilig verkocht om de wapenindustie te financieren. De innerlijke duisternis kwam je tenslotte voorgoed verstikken. De nazi's veroverden Oostenrijk, niet ver van jou onderkomen vandaan; doodsbang en zwaar vernederd door die zogenaamde zuiveren liep je nog wat zenuwachtig met je volgeladen Browning heen en weer, nog wat drugs gescoord, maar niet meer vatbaar voor die troostende werking groette je nog even de postbode, waarna je met twee pistoolschoten door je hart een gericht einde aan je zware geestesleven maakte. Je lag op je rug bij het tuinhek, een zestienjarige jongedame zag als eerste het bloed op je witte bloes, Erna was er al bang voor en toen ze je daar zo roerloos zag liggen, heeft ze letterlijk de haren uit haar hoofd getrokken en hebben haar liefdevolle tranen je kunstenaarsbloed verdund tot zachtere tinten.
Een paar honderd meter verderop ben je begraven en Erna heeft je nog zeven jaar lang herdacht door hartstochtelijke memorie en zelf geplukte weidebloemen.

Schrijver: Joanan Rutgers, 4 januari 2012


Geplaatst in de categorie: literatuur

4.3 met 3 stemmen 122



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)