Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Geschiedenis van een kleermaker

Het is november 1856. Kras, een jongeman van 22 stapte zijn bed uit. Hij keek naar buiten, het was grijs en koud en het sneeuwde. De winter was al vroeg begonnen in Polen. Hij was een gediplomeerde kleermaker, maar in de arme buurt waar hij woonde was weinig werk voor hem. Soms kreeg hij opdrachten van families uit de hoge stand. Het huis waar hij woonde zag er vervallen uit. Van vrienden had hij gehoord, dat er in Holland meer te verdienen was. Op een dag had hij genoeg van zijn armoedig bestaan en nam afscheid van zijn ouders en familie. Hij wilde zijn geluk beproeven in Amsterdam.

Een trein, voortgetrokken door een stoomlocomotief, bracht hem naar het nieuwe land. Hij liet zich inschrijven in het bevolkingsregister en vond een geschikt pension in de buurt van de Dam. De ambtenaar van de burgerlijke stand had hem al verteld, dat er veel vreemdelingen werk gevonden hadden in Amsterdam. Hij ging de buurt verkennen en vond het heel gezellig in de binnenstad. Ook de temperatuur vond hij aangenamer dan in Polen. In de Warmoesstraat zag hij eethuizen, kroegen, bierhallen en andere vermaakinrichtingen. Om de kost te verdienen moest hij toch een baan zien te vinden, liefst in zijn vak.

Toen hij op de Nieuwendijk wandelde, zag hij een grote winkel, gebouwd in de stijl van een Griekse tempel. In de grote etalages stonden goederen, zoals meubels, namaak antiek, schoonheidsmiddelen, manufacturen, snoep en nog veel meer, tegen vaste prijzen. Van zijn pensionhoudster had hij al vernomen, dat de eigenaar van deze winkel, de eerste was, die zijn spullen tegen vaste prijzen van de hand deed. Normaal was het zo in die tijd, dat men hoge prijzen vroeg en de klant zou gaan afpingelen. Misschien is in dat bedrijf een baan voor me, dacht hij. Binnen kreeg hij de eigenaar, de heer Sinkel, te spreken en vertelde, dat hij uit Polen kwam en een gediplomeerde kleermaker was en werk zocht.

De heer Sinkel kreeg een goede indruk van hem en wilde hem een kans geven, maar dan moest hij wel in staat zijn binnen 24 uur een rouwkostuum te leveren. Dat lukte hem en hij verdiende een aardige duit, zodat hij wat opzij kon leggen. In zijn vrije tijd bezocht hij vaak het Nieuwe Poolsche Koffijhuis in de Warmoesstraat. Het was niet meer dan een pijpenla met houten banken en tafels, waar hoofdzakelijk bier werd geschonken. Kras raakte bevriend met de kelner, een Duitser uit het Rijngebied. De kelner had gehoord, dat de eigenaar het koffijhuis van de hand wilde doen. Dat bracht hem op een idee en zei tegen Kras:
''Doe de kleermakerij weg, koop dit koffijhuis.''

De zaak liep uitstekend, dus hij besloot zijn kans te wagen. Na onderhandelingen met de eigenaar werd besloten het pand voorlopig te pachten. Pas in 1868 werd Kras eigenaar van het pand en in 1870 nog een aangrenzend pand aan de Warmoesstraat. Samen werden deze panden één onderneming met een privé woning en vergaderzalen en zou uitgroeien tot het tegenwoordige hotel Krasnapolsky op de Dam bij de Warmoesstraat. In 1912 overleed hij. Zijn echte naam was ook Krasnapolsky.

Schrijver: kees niesse, 2 februari 2012


Geplaatst in de categorie: werk

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 249



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)