Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Een zeurpiet

Joop en Coba, een echtpaar van ruim in de zeventig. Hij is een schriel manneke en zij een zachtaardige huisvrouw. Ze leven in een klein oud huisje even buiten het dorp. Verder hadden ze een tuin, waar wat groenten werd geteeld. Een paar kippen en een haan scharrelden er wat rond. Het echtpaar had geen kinderen, waren gelovig en gingen elke zondag naar de kerk in het dorp.

De huiskamer was sober ingericht. In de hoek stond een salamanderkachel en er omheen een houten droogrek. In het midden van de kamer een tafel met vier houten stoelen en boven de tafel een ouderwetse lamp. Naast de kachel twee fauteuils en een kwispedoor voor Joop. Hij rookte meestal sigaren en soms gebruikte hij pruimtabak, vandaar dat spuugbakje. Aan één wand hing een schilderij met een dorpsgezicht en aan de andere wand een portret van een huilende jongen. Televisie en radio ontbraken, want dat mocht niet van hun geloof, wel stond er een oude koffergrammofoon op een klein tafeltje in de hoek van de kamer.

Elke avond om tien uur lagen ze al in bed. Joop stond elke morgen om zeven uur op, waste alleen zijn gezicht en handen en trok zijn armoedige kleren aan. Liep naar de keuken en vulde de ketel met water voor de thee. Ook kookte hij in een pannetje twee verse eitjes van zijn eigen kippen. Hij dekte de tafel met twee ontbijtbordjes en legt naast elk bord een mes. Verder een mandje met eigen gebakken bruinbrood, een Edammerkaas, margarine en een potje jam en bekers voor de thee. Hij hoorde zijn vrouw in de slaapkamer naast de huiskamer stommelen.
''Ben je klaar Coba, het vreten staat klaar op de tafel''.
Het echtpaar sprak weinig met elkaar en hadden vaak een woordenwisseling, ze waren op elkaar uitgekeken.
''Ik kom eraan gratenpakhuis'', riep ze.

Joop nam een hap van zijn brood met kaas en had de gewoonte te smakken.
''Zit niet zo smerig te smakken, boterletter.
''Waar zijn de eieren?''
''Jezus, die ben ik vergeten, die staan nog op het gas en hij liep naar de keuken.''
De eieren waren inmiddels keihard geworden en werden aan de vogels gevoerd.

Coba ruimde de tafel af en Joop ging voor het raam zitten. Buiten woei een harde zuidwestenwind en de regen kletterde tegen het raam. Geheel tegen zijn gewoonte in, stopte hij deze keer zijn pijp en stak die aan, spoedig stond de kamer vol rook. Toen Coba met de koffie binnen kwam, moest zij onmiddellijk zwaar hoesten en riep:
''Hé, steek liever een sigaar op, jij met die rot pijp, het lijkt hier wel een palingrokerij.''

Het echtpaar is al ruim vijftig jaar bij elkaar en kunnen elkaars bloed wel drinken. Hij had overal commentaar op en zat haar maar te zuigen. Hij had namelijk de gewoonte om alles van deze moderne tijd af te kammen, niks deugde er. Zelfs de AOW vond hij nog te hoog. Dat meende hij niet, maar zei dat alleen maar om een ander de pest in te jagen. Op een dag gingen ze naar het dorp, ongeveer twintig minuten lopen. Ze liepen langs de schappen in de supermarkt.

''Zeg Coba, alles wat hier in de schappen ligt, heeft een mens niet nodig. Allemaal troep van die kapitalisten, die dat spul op de markt brengen. Vroeger hadden we dat ook niet, die vuile troep. Ook nog slecht voor je gezondheid. Moet je die kinderen zien, allemaal te dik van de chips. Coba ergerde zich, maar gaf louloene. Ze pakte op een gegeven moment een zak nootjes.
''Lekker bij de borrel'', zei ze.

Wat flikte die hufter, hij pakte de zak nootjes uit haar handen, maar dat ging ze wild, dat het zakje scheurde en de inhoud op de grond viel.
''Idioot, dat je bent, raap op zeg ik je.''
''Raap jij ze maar op, had je ze maar niet moeten pakken, ik moet die troep niet. Vroeger bij de kruidenier op de hoek hadden ze dat ook niet.''
Bij de broodafdeling weer hetzelfde liedje.
Hij weer:
''Het lekkerste brood koop je bij de warme bakker, dat is tenminste vers, dit is allemaal oud brood. Hij zei het zo luid, dat de verkoper hem vuil aan keek.

Bij de slagersafdeling sloeg hij helemaal door.
''Vlees moet je bij een echte slager kopen, wat je hier ziet is niet te beschrijven, allemaal verschillende bakjes, dat heb je allemaal niet nodig.'' Mijn moeder kocht altijd rundvlees met een vette rand bij een echte slager. Die bakte ze in de roomboter met een uitje, een laurierblaadje en een kruidnageltje. Dat liet ze uren stoven op een petroleumstel. Dan had je pas goed en lekker vlees op je bord'', riep hij luidkeels door de zaak.

Toen ze weer thuis waren zette zij weer een lekker bakkie koffie, waar hij gelukkig geen commentaar op had, anders had hij naar de bliksem kunnen lopen en was zij naar haar zuster gegaan in het dorp. Tijdens het middageten begon hij weer te zeuren tegen zijn vrouw. Zij wilde een moderne wasmachine kopen, maar hij vond een teil met een wasbord beter, want dan werd de was schoner met het zakje blauw en dan de was drogen op het gras. Ze liet hem maar kletsen, want zij maakte toch de dienst uit.

Schrijver: kees niesse, 21 februari 2012


Geplaatst in de categorie: huwelijk

2.8 met 5 stemmen 286



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Han Messie
Datum:
22 februari 2012
Email:
hmessielive.nl
Haat en nijd... Daarbij toch schappelijke verdraagzaamheid. Een huwelijk dat steeds in een kring ronddraait zonder uiteindelijke oplossing Dat geef je ondanks de sleur ervan toch op een boeiende wijze te kennen.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)