Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Luisteren naar Radio Oranje

Het speelde zich af in 1942, toen ik elf jaar was en grote belangstelling had voor hoe de oorlog verliep. Mijn ouders woonden met hun vier zoons, waarvan ik de oudste was, in Amsterdam, aan de rand van de stad. De lagere school waar ik op zat was gevorderd door Duitse militairen, dus moesten de leerlingen naar een andere school. Het enige wat ik van de oorlog merkte in die tijd waren de overvliegende vliegtuigen, waarop door de Duitsers geschoten werd. Vooral als het donker was zag je de zoeklichten door de lucht schijnen op zoek naar een vliegtuig en als ze er één te pakken hadden was het schieten geblazen. Soms vielen de scherven van de granaten op de straat, die de jeugd de volgende morgen ging zoeken.

Wij hadden boven ons joodse buren, al een ouder echtpaar. Ze waren heel aardig en als ik bij hun op visite was kreeg ik een kopje surrogaat thee en soms ranja. Ik zie de buurman nog midden in de kamer aan de grote tafel zitten, sigaretten te draaien van surrogaat tabak. Mijn vader was ook een verwoed roker en ik moest met mijn broer Gijs peukjes op straat gaan zoeken. Die maakte hij dan open en van de tabak maakte hij weer sigaretten. Tabak was toen op de bon, maar daar had hij niet genoeg aan, hij was een kettingroker. Ik herinner mij nog heel goed, dat iedereen een stamkaart en bonkaarten kreeg voor schoenen, textiel, melk en levensmiddelen. In de eerste twee jaren van de bezetting kreeg iedereen voldoende voedsel, ondanks dat het op de bon was. Het is zelfs aangetoond, dat de mensen toen gezonder waren, omdat ze vooral minder vet kregen en daardoor bijna iedereen slank was. Om het verloop van de oorlog te kunnen volgen had je een radio nodig om de nieuwsberichten van Radio Oranje uit Londen te kunnen volgen. De Duitse nieuwsberichten waren er altijd op gericht, dat ze op alle fronten aan de winnende hand waren. Op de aanplakzuilen zag je jonge mannen afgebeeld, die zich hadden aangemeld bij de Waffen SS en achteraf heb ik gelezen, dat Nederland de meeste vrijwilligers heeft geleverd aan de Duitsers.

Het luisteren naar de Engelse zenders was ten strengste verboden, daarom moest iedereen, die een radiotoestel had, deze inleveren. Deed je dat niet, dan riskeerde je een hele zware straf. Mijn ouders hadden geen radio, wel radiodistributie. Dat was gewoon een luidspreker in een kastje en met een knop aan de muur kon je vier zenders zoeken. Twee Nederlandse, Hilversum 1 en 2 en twee Duitse zenders, met vaak marsmuziek en daar luisterde ik graag naar. Nu ik 80 ben luister ik nog graag naar marsmuziek, weet je.
Tot mijn grote verbazing kwam ik te weet, dat mijn vader toch een radiotoestel met lampen in zijn bezit had en dus avonds stiekem naar radio Londen kon luisteren. Dat was heel gevaarlijk, je kon je eigen buren niet vertrouwen, want velen heulden met de bezetter. Bij ons aan de overkant woonden NSB-ers, dus moest je extra voorzichtig zijn. Hun kinderen liepen in het uniform van de Jeugdstorm. Van mijn vader mochten we niet met hun spelen.
Als mijn jongere broertjes al in bed lagen zag ik vaak, dat mijn vader zich verstopte in een diepe kast en naar radio Oranje ging luisteren. Ik mocht van hem er niet over praten, en dat deed ik dus ook niet, veel te link.

Op een avond werd er tegen acht uur op de deur geklopt. Mijn vader schrok en verstopte snel de radio, die al aan stond en ik moest kijken wie er was. Gelukkig was het onze joodse buurman, maar voor hetzelfde geld was het de politie, want bij de politie zaten ook fouten. De buurman vertelde ons, dat hij in het half duister had gezien, dat een hem onbekend man dicht tegen onze deur stond en kennelijk probeerde wat op te vangen. Toen hij zich ontdekt voelde nam hij snel de benen. De buurman werd natuurlijk binnen gelaten en getrakteerd op een kopje surrogaat thee en een koekje. Er brandde geen straatverlichting en de ramen moesten verduisterd zijn. Wanneer het nieuwe maan was, dan was het buiten echt pikdonker, je zag niks en je moest op de tast maar ergens zien te komen. Trouwens de bezetter had ook een spertijd ingevoerd en dat betekende, dat je avonds na een bepaalde tijd niet op straat mocht zijn, behalve dan degenen die een vergunning hadden.

Mijn ouders lagen al om tien uur in bed, want vader moest weer vroeg op, hij was toen tramconducteur. Ik was in die tijd gek op technische dingen en wilde zelf een radio bouwen, dus organiseerde ik onderdelen om een kleine ontvanger te bouwen in een sigarenkistje. In de openbare leeszaal vond ik een boek met een schema. Ik had nodig een spoel, een condensator, een buis en een koptelefoon. Voor een paar centen was daar wel aan te komen. Binnen een uur had ik met geïsoleerde draadjes en een soldeerbout het toestel in elkaar gezet en was ik uiterst benieuwd of er wat te horen was in mijn koptelefoon. Mijn vader had aan de achterzijde van de woning een lange draad als antenne naar de zolder gespannen, dus die sloot ik aan op mijn toestel en een andere draad aan de waterleiding. Mijn hart bonsde in mijn keel, want het was al avond en ik hoorde me toch een hoop zenders in mijn koptelefoon, allemaal op de middengolf. Ik maar draaien aan de condensator en ving veel Duitse zenders op met muziek, maar ook Engelse en Franse zenders. FM uitzendingen bestonden toen nog niet. Elke avond in bed luisterde ik naar mijn radio, wat was ik daar blij mee. Ik kon toen niet de lange antenne van mijn vader aansluiten, maar een koperdraad van een paar meter was ook al voldoende, vooral wanneer het al donker was, want dan komt de radio veel beter door.

Schrijver: kees niesse, 2 september 2012


Geplaatst in de categorie: oorlog

5.0 met 1 stemmen 193



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)