Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

DE MISTPLEK (eerste deel)

Lida was een klein meisje, dat steeds in het bos wilde zijn. Als het zomer was, huppelde ze op blote voetjes door het gras en over het mos. In haar tasje verzamelde ze bloemen en mooie steentjes. De bosbessen liet ze zich smaken.
Er was één plek in het bos, waar Lida niet durfde te komen. Dat was een klein veldje en daarboven hing altijd heel dikke mist. Als je goed keek, zag je heel vaag een paar grote bloemen in die mist. Die bloemen waren reusachtig. Toch kon je niet zien welke kleur ze hadden. Wel zag je dat hun stengels omstrengeld waren door klimplanten.
Niemand wist wat die geheimzinnige plek precies was. Lida liep er vaak langs. Dan bleef ze even staan en keek goed naar die dikke mist. Wat waren dat voor geweldige bloemen, die je nog net kon zien? Het was eigenlijk wel om angstig van te worden.
Op een dag was Lida toch heel benieuwd. Ze kwam dichter bij de mistige plek dan ooit tevoren. Opeens kon ze zien dat die grote bloemen een zachtrode tint hadden. Lida overwon haar vrees en stapte de dikke mist in! Alles was wit voor haar ogen. Kleine waterdruppeltjes maakten Lida's armen en benen koud. Het zag er allemaal wel erg geheimzinnig uit. Gevaarlijk was het misschien ook niet.
Lida zag dat een van die geweldige bloemen zachtjes heen en weer wiegde. Die bloem begon te praten!
"Weet je, meisje, alle mensen zijn bang voor deze plek. Met ons is het treurig gesteld. Heel lang geleden waren de grote bomen van dit bos nog kleine struikjes. Elke herfstochtend lag de mist over ons heen. Ik was toen zelf nog een heel klein bloempje. Ja, ik wist dat mijn plaats bestemd was om een prachtige bloementuin in het bos te worden.
Op zekere ochtend wilde de mist niet van deze plek verdwijnen. De zon werd warmer en warmer. Maar de mist bleef koppig hier."
"Maar _ maar, die mist hangt nog altijd hier!" riep Lida uit.
"Ja zeker," ging de grote bloem verder. "De zon werd die dag zo boos, dat ze deze plek vervloekte. De zon riep dat die koppige mist daar maar voor altijd moest blijven. Die mooi bloementuin kon er alleen nog maar komen, als _ als een klein meisje de koningin van deze verwenste plek zou worden."
Lida's hart sprong op.
"Maar een klein meisje kan makkelijk koningin van een plek in het bos worden!" schreeuwde ze. 'Wacht, ik ga naar huis! Morgen ben ik weer hier en word koningin van deze plek!"

De volgende ochtend was ze al vroeg op straat. Ze stoof op een groepje spelende kinderen af.
"Komen jullie met me mee!" riep Lida. "Ik ga koningin worden!"
"Koningin!?" riepen al die kinderen stomverbaasd uit.
"Ja zeker! Ik word koningin van de mistige plek in het bos. Jullie zullen nu lakeien en hofdames worden!"
Nu, daar voelden de kinderen wel voor. Ze renden achter Lida aan, naar het bos toe. Terwijl ze even zaten uit te rusten, vouwde een meisje een kroon van geel papier. Die zette ze op het hoofd van Lida. Een jongen gaf haar een stok, die veel op een staf leek. Dat was dan de scepter voor hun kleine koningin.
De kinderen waren in het bos. Al gauw kwamen ze bij de mistplek.
"Niemand durft die mist in te komen," zei een meisje op bibberende toon. "Ik ga maar weer weg."
"Ach nee," zei Lida. "Jij zult nou juist zo'n deftige hofdame worden!"
Het meisje gaf geen antwoord, maar rende weg. De meesten van de kinderen volgden haar... Het koninginnetje stond daar met nog maar één jongen en één meisje.
"Laat die bangerds nou maar," mopperde Lida. "Ik heb jullie tenminste nog. Karel, jij zult mijn eerste minister zijn. Lisette, jij bent een hofdame. Ach, misschien komen die kinderen nog wel terug."
Het teleurgestelde drietal was al gauw door mist omgeven. Ze gingen onder de grote bloemen zitten en peinsden, peinsden... Lida dacht erover hoe ze zou moeten regeren. Af en toe zwaaide ze met haar houten scepter.
Karel en Lisette vroegen zich af hoe ze voor hun koningin moesten werken. Op deze koude, geheimzinnige plek in het bos was niet veel te doen.
De grote bloemen bewogen zachtjes heen en weer. Ze leken wel iets te fluisteren.
"Verzin gauw wat. Wij willen gauw een goed koninginnetje hebben. Ja, want dan komt hier de bloementuin."
De kinderen dachten en dachten, maar besloten niets. Zo kwam het dat ze daar 's avonds nog zaten.
Donker werd het... Griezelige gedaanten zweefden door de mist. Sommige leken wel te vliegen, andere gleden over de grond. Die griezels hadden vast niet veel goeds in de zin.
De drie kinderen sprongen op en holden pijlsnel weg. Nee, dat was geen plekje om koningin over te worden.

Lida was erg geschrokken. Toch kreeg ze de volgende dag weer moed.
Tegen de avond ging ze alleen naar de mistplek toe. Ze had haar mooiste jurk aan. Het papieren kroontje was nog steeds op haar hoofd. Ook de houten scepter was nog van de partij. Onder haar arm droeg Lida een grote trompet! Die had ze van huis meegenomen. Had ze die als koninginnetje misschien nodig?
Langzaam werd het donker.


(wordt vervolgd)

Schrijver: Han Messie, 16 december 2012


Geplaatst in de categorie: kinderen

2.5 met 2 stemmen 918



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Laurine Vandepitte
Datum:
19 december 2012
Een boeiend verhaal, benieuwd naar deel twee!

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)