Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Geesten bestaan

Geesten bestaan


Ze hadden een korte vakantie geboekt en intrek genomen in een eenvoudig hotel in Limburg. Hun jonge buurvrouw Carla bracht ze met haar auto. Vroeg in de middag waren ze gearriveerd en het weer viel meteen al tegen, de lucht was vol met wolken, waaruit gestadig motregen viel.
''Wij gaan weer een keer met vakantie, altijd slecht weer'', zei Mien.
Ze had gelijk, want vorig jaar was dat ook al zo op Texel. Ook steeds regen en koud weer. Naar zonnige warme landen gaan konden ze zich niet veroorloven met hun AOW.

Het hotel stond in een prachtig landschap tussen glooiende hellingen, afgewisseld met bossen en riviertjes. Een groot terras nodigde je uit er lekker te gaan zitten en te turen naar de mooie natuur. De kamer was voorzien van een eenvoudig interieur en zag er gezellig uit met het antieke meubilair. Rondom het hotel was een park met paden en lanen waar je heerlijk kon wandelen en kon uitrusten op een bank. Gelukkig knapte het weer in de avond op en konden ze na een voortreffelijke diner een eindje gaan wandelen.

''Misschien slaap ik hier wel beter, zei Wouter.
''Doe mij dan een plezier ouwe en drink niet zo veel bier en jenever avonds, want dat is de oorzaak van je slapeloosheid.''
''Twee biertjes mag toch wel, darling?''
''Ik houd je eraan. Let maar op, dan slaap je beter en de buitenlucht hier maakt je ook slaperig.''
Na een kort bezoek aan de gezellige bar liepen ze naar de bovenste etage waar hun kamer was aan de eind van een lange gang.
In deze gang stond een oudere dame naar een schilderij te kijken. Daar stond een jonge vrouw met een lang grijs gewaad op geschilderd.

Ze bleven ook even kijken.
Mien vroeg beleefd aan de oudere dame:
''Wie is deze vrouw, ze kijkt zo somber?''
De dame antwoordde:
''Van een dienstertje heb ik gehoord, dat die vrouw op de schilderij tien jaar geleden hier verbleef op kamer 45, op deze etage.''
''Die kamer hebben wij'', zei Wouter.
De dame vertelde verder:
''Die vrouw leed aan kanker en leed vreselijke pijnen. Op een nacht kon ze de pijn dat niet meer verdragen en maakte een eind aan haar leven met een pistoolschot in haar mond. Nu schijnt het, dat haar geest hier nog steeds rond dwaalt.''

Mien keek haar man met angst in haar ogen aan en wilde, dat hij bij de receptie een andere kamer ging versieren.
''Doe niet zo kinderachtig darling, geesten bestaan niet. We gaan gewoon slapen en morgen weer lekker genieten en ze namen afscheid van de dame.
''Waarom vertelde die dame dat nou aan ons, volgens mij wilde ze ons bang maken, ze leek zelf wel een geest met haar magere gezicht.''
''Niet meer aan denken, ga nou maar lekker slapen, welterusten.''

Midden in de nacht werd Mien wakker en moest ze naar het toilet. Ze deed het licht in de wc aan. Op dat moment schrok ze geweldig, want ze dacht een grijze gedaante vluchtig voorbij te zien gaan. Ze beefde als een rietje, maar dacht, het zal wel verbeelding zijn geweest.
Toen ze weer in bed lag hoorde ze haar man rustig ademhalen. Wat slaap hij nou toch lekker, nu hij niet veel alcohol had gedronken, dacht ze.
Ze bleef op haar rug liggen en keek naar boven. De slaap wilde maar niet komen. Opeens kreeg ze de schrik van haar leven. Ze zag duidelijk de vrouw van de schilderij aan het voeteneind van het bed staan en die deed haar mond met die vreselijke grote tanden wijd open, of dat ze wilde gaan schreeuwen.

Mien ging rechtop in bed zitten en wilde gaan gillen, maar kon door de zenuwen geen geluid voortbrengen. Ze werd helemaal hysterisch toen de geest ook nog de deken van Mien naar zich toetrok. Radeloos was ze en stompte Wouter op zijn schouder.
''Wat is er?'', riep hij verschrikt, toch geen muizen, hé?''
Eindelijk kon ze weer wat zeggen.
''Die geest was er'', zei ze met een trillende stem.
''Ik zag haar bij de wc en nu weer aan het voeteneind. Ze trok mijn deken naar haar toe. Kijk maar, de deken ligt helemaal aan het voeteneind. Ik ben bang, laten we maar weer naar huis gaan.''

Wat nou weer, dacht hij, altijd wat met haar, en zei:
''Je moet het in je verbeelding hebben gezien, geesten bestaan niet, geloof me nou maar. Zal ik een whisky voor je inschenken om rustig te worden?''
''Doe maar ouwe en neem er zelf ook één en kom tegen mij aanleggen en houdt me vast.''
Nu was ze niet zo bang meer en sliep gelukkig weer in.

De volgende morgen vertelde hij aan de receptie van het hotel wat er vannacht gebeurd was en kreeg hij het voor elkaar, dat ze een andere kamer kregen. Het was de receptie bekend, dat er een geest ronddwaalde in de gang en op kamer 45, maar omdat alle kamers bezet waren kon het echtpaar alleen die kamer krijgen. Hij zou de directie van het voorval inlichten.
Toen ik het verhaal hoorde van Wouter en Mien ben ik zelf een keer op die kamer gaan slapen om te weten of het waar is, dat er geesten bestaan. Ik moet zeggen, dat ze bestaan, want ook ik zag die vrouw midden in de nacht aan het voeteneind van het bed staan met haar mond wijd open en ze trok mijn deken van het bed af. Van de schrik ben ik meteen opgestaan en heb mij meteen met bibberende handen aangekleed en om vier uur in de nacht de rekening betaald en naar huis gereden. Ik weet het nu zeker, geesten bestaan.

Schrijver: kees niesse, 4 april 2013


Geplaatst in de categorie: vakantie

4.4 met 5 stemmen 186



Er zijn 3 reacties op deze inzending:

Naam:
J.de Groot
Datum:
7 april 2013
Email:
joke190411hotmail.com
Ha, ha, was ik wel achter hoor....Kees!
Naam:
Kees niesse
Datum:
5 april 2013
Email:
c.niessehotmail.com
Tot op heden heb ik ongeveer 260 verhalen geschreven, maar de meesten zijn fictie, dus niet allemaal.
Naam:
J.de Groot
Datum:
4 april 2013
Email:
joke190411hotmail.com
Okay kees, als jij het schrijft geloof ik je!
Jij zal het niet uit je duimzuigen...wel?

(P.s. duur nachtje geweest dan
voor die paar uurtjes!)

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)