Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Indonesiä De tegenaanval

Als ik met het illustere trio 's morgens het hotel wil verlaten staat de gehele personeelsafdeling alweer een paar uur te wachten tot wij onze kamers uit komen om ons goede morgen te begroeten en een goede reis toe te wensen. Ik krijg een vermoeiende flashback van de dag ervoor van het handjes schudden dus zet ik mijn Rayban op en kijk zo streng mogelijk, ik zie toch niets meer dan een wazige rij mensen over een rode streep wat de loper was waarschijnlijk. Ik zag praktisch niets tegen de zon in van de stevige kater en geef dus maar in de blind een snel en strak eresaluut en loop dan met grote, hele grote stappen op het zonnelicht af dat door de bevrijdende ramen van de uitgang schijnt.

"Jij bent ook grof," zegt mijn vader. "Je kunt ze toch wel een handje geven." Ik reageerde niet eens als ik mijn vader en Ed achter mij iedereen dag hoort zeggen en bedankt. Ik wilde mijn meisje zien en snel ook.
Anton de commissaris staat gelukkig te wachten bij de uitgang met een pul koud bier met een ijsklont erin op een zilveren plaat alsof ik met een gouden schaar een lintje moest doorknippen. Ik sla hem in een keer achterover, laat een boer en zegt: "Good job Anton, I will recommend you by the President for promotion." En laat nog een boer.
Anton staat weer te buikschudden van het lachen.
Ik geef hem een schouderklopje: "Good Job, good job."
Bij het woord President boog de Chinese directeur van het hotel die buiten wachtte nog dieper dan ik voor mogelijk hield en moest ik hem origineel persoonlijk aan zijn Batikkraag weer rechtop trekken om hem te bedanken uit naam van mijn vader Ronald Reagan, de bevolking van de Verenigde Staten van Amerika, mijn bodyguards, de minister van binnenlandse zaken en alle andere landen die dankzij 'ons' leven in 'vrijheid'. Waar ik het vandaan haalde weet ik niet. Ik denk dat er te veel presidentiële Amerikaanse toespraken op tv zijn en dat er één was blijven hangen want de toespraak vloeide als ingestudeerd uit mijn mond. Ik ging verder: "We hebben de economische waarden van het Hotel zeer intensief doorgenomen en getest en heel hoog ingeschat en het zal worden vermeld op de lijst der Toeristische planning van Amerika in Indonesia."
"Dank je wel, dank je wel," zegt de Chinees als wij de rode loper aflopen waarlangs gouden Boeddha's staan met tientallen rokende wierookstokjes, vertrouwend op zijn fortuinlijke toekomst dankzij God en Reagan.

Er is vervoer voor ons geregeld maar tot die aanwezig is wachten wij aan de overkant in de schaduw en zien en horen wij nog net hoe de rode loper met een grote mond richting zijn personeel word binnengehaald. We worden opgepikt met een bustaxi en die rijdt ons totdat deze blijft steken in de modder vlakbij Karang Anyar. Dat wil zeggen een dik half uur jungle tussen ons en het dorp in. Maar dat wilde ik nog even voor mij houden. Vooral voor mijn vader en Anton die het liefst geen ene meter wilden lopen in Indonesië. Ze staan perplex als wij gedropt worden in de bush. Daar staan we dan. Iedereen kijkt mij aan en ik hun.
"Wat?" vraag ik gespeeld verontwaardigd maar doodsbenauwd voor hun reactie.
Als een doorgewinterde Indiana Jones met een tropenkolder overzie ik de 'schade' van afgelopen dag en nacht. We zagen er verneukt, verzopen en versleten uit. Een beetje lichtblauw en fel wit schijnt door het dikke bladerdak boven ons heen en in de verte zie ik net de bovenste bergtoppen. Het licht beschijnt ons gezelschap in gekleurde vlekken waardoor het leek alsof we in camouflagekleuren waren.
Ik zie mijn vader er uitziende als een Colombiaanse drugslord met zijn spierwitte hoed, zwarte rand erom een Rayban er onder en half ongeschoren zoals Sean Connery met daaronder een Hawaishirt of een Mexicaanse Cowboy uit The Wild Bunch van Sam Peckinpah. Hij staat om zich heen te kijken en naar boven. Op zoek naar apen wellicht? Vogels?
Dan Anton; spijkerbroek colbertje, cowboylaarzen en dan dat ontzettend zichtbare Magnumkanon onder zijn oksel aan die witte riem die reikte tot zijn heup, Clint Eastwood als Dirty Harry in Magnum Force. Deze vind het maar helemaal niks hier en houd zijn hand angstvallig op zijn blaffer.
Dan kijk ik naar Ed Rumambi onze 'spreekbuis' ons 'gezicht' onze 'Indonesische gids' de man van normen en waarden, gekleed in traditioneel batik net als alle ministers en andere oplichters.
Hij had mij de andere al zien bestuderen en toen ik aan hem begon draaide hij zich snel lachend, mijn gedachten lezend om en liep richting Karang Anyar.
"Wat een familie joh, daar kom ik mee aanzetten, het goede voorbeeld" zeg ik per ongeluk hard op.
"Nog klagen ook?" Vraagt mijn vader. "Is het nou nog ver lopen?"
Even twijfel ik of ik hem de waarheid zal vertellen wat ik op een gegeven moment ook dan maar doe als wij eindelijk het western-achtige ´spookstadje´ en een prachtige heldere blauwe lucht tussen het gebladerte zien opdoemen. Er liep geen kip, vandaar natuurlijk de naam van dit gehucht+ ´Karang Ayam´)´De Gare KIp' Het lag gelegen aan een dood eind van een al honderden jaren ongebruikte spoorrails. Hier ging zelfs de trein niet verder in de tijd van de Hollandse kolonisten, kun je nagaan. Op de achtergrond van de hooguit acht houten krotten aan weerszijden van de rails liggen prachtige vulkanen die begroeid zijn met vooral palmjungles en wat rijstvelden.

Schrijver: Franciscus Borst, 30 april 2013


Geplaatst in de categorie: literatuur

4.0 met 5 stemmen 151



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Cindy Butteling
Datum:
1 mei 2013
Email:
crebuttelinggmail.com
Weer een verhaal met erg veel humor en beeldend geschreven. Snel naar het volgende deel! Groetjes Cindy B.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)