Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

De Zomerfee

Op een zwoele zomeravond scheen de late zon nog prachtig en was het daarom nog helemaal licht. Over de weiden klonk heerlijke trompetmuziek. Ja, er liepen zo'n twintig muzikanten door het hoge gras, die flink bliezen. De rij werd gesloten door twee jongetjes; het ene zong mooi, het andere speelde op een kleine fluit. Plotseling hield de voorste man op met spelen. Hij bleef staan.
"Kijk eens!" riep hij.

Ook de anderen staakten hun spel. Het was wel vreemd wat ze zagen. Daar stond een mooie, grote struik vol lichtroze bloemen. Maar om en onder die struik kropen allemaal grote duizendpoten heen en weer. Een paar van die griezelige beesten probeerden zelfs om tegen de takjes op te klimmen. "Wat zonde," zeiden de muzikanten. "Straks zal al dat moois door de duizendpoten zijn opgevreten." Een van de jongetjes nam het woord: "Nee, dat hoeft niet. Die struik verandert in de zomeravondfee, als het lied van de weide wordt gespeeld."

"Als dat zo is, zullen we dat nu meteen gaan spelen," antwoordde de muzikant die de struik het eerst had opgemerkt. Iedereen begon weer hard te blazen. Ze speelden allemaal liederen die de pracht van het weiland bezongen. Ze moesten immers het lied van de weide spelen! Eigenlijk wisten ze niet welk lied dat hoorde te zijn. Maar ze kenden zoveel muziek over weiden en velden. Wat het jongetje bedoeld had, zou daar vast wel bij zijn.
In de wijde omtrek klonk het luide spel van de trompetten. De twee jongetjes zongen en musiceerden ook wat ze konden.

Maar het hielp niets. De duizendpoten bleven bij de struik; steeds meer kropen er over de takjes, naar die mooie, rode, roze bloemen... Het leek wel of ze maling aan al die grote mannen hadden. Straks zou er alleen nog een kaalgegeten struik overblijven...

De muzikanten speelden verder en verder. Ze hadden het gevoel of hun longen zouden barsten. Al hun moeite was vergeefs. Nergens was iets van een mooie fee te bekennen. Daar stond niets anders dan een arme struik, die lelijk werd gemaakt door de duizendpoten. De mannen hadden geen adem meer. Ze gooiden hun trompetten neer, gingen zitten en hijgden, puften... Waarom had hun mooie muziek niet geholpen? Had dat jongetje hun maar wat op de mouw gespeld?

Maar kijk eens aan, dat jongetje was er ook nog. Goed uitgerust stond hij weer op, want in de verte hoorde hij krekeltjes sjirpen. Hij speelde op zijn fluit. Hij speelde geen lied of bekende muziek. Nee, hij floot heel spontaan met de krekelzang mee. En daar kwamen van alle kanten krekels aangesprongen. Ze sjirpten heel mooi, sprongen op en neer bij de struik. De muzikanten lieten zich ook weer horen. Muziek die niemand ooit gekend had, klonk ongedwongen, begeleid door krekels: het lied van de wei!

De duizendpoten maakten dat ze wegkwamen! Ze vluchtten voor die zomeravondklanken. Stuk voor stuk verdwenen die lelijke diertjes in het gras en onder de aarde. Glanzend in het avondrood wiegde de struik met lichtroze bloemen sierlijk heen en weer. "Net een sprookjesfee," zeiden de muzikanten. "Daar heb je de fee van de zomeravond," zeiden de jongetjes!

Schrijver: Han Messie, 5 juli 2013


Geplaatst in de categorie: muziek

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 104



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)