Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

DE TROTSE TAART

In een bakkerswinkel stond een mooie chocoladetaart, versierd met roze blaadjes en gele dahlia's van suiker. Die taart zag zichzelf in het glas van het etalageraam.
"Ik ben zo prachtig," dacht hij. "Ik moest eigenlijk altijd hier blijven staan. Dan kon iedereen mij zien en bewonderen."
Een klein gebakje, dat naast hem stond, vertelde hem wel even wat anders.
"Maar wij zijn allemaal bestemd om te worden gegeten. Dat wij de mensen smaken is voor ons de grootste eer."
"Nou, maar ik hoop dat ik nooit opgegeten zal worden," antwoordde de trotse taart. Ik wil altijd blijven bestaan. De mensen zullen dan altijd kunnen zien hoe mooi ik ben."

Er kwam een meneer in de winkel, die graag gedichten schreef. Hij praatte even met de bakker. Deze laatste keek eerst een beetje bedenkelijk, daarna glimlachte hij toch hartelijk.
"Meneer Pieters, u gaat uw gang maar. Ik vind het leuk dat u een gedicht op mijn mooie taart wil schrijven. Een ander zal hem zeker wel kopen."
De bakker zette de taart op een klein, rond tafeltje. De dichter kon beginnen. Hij haalde een pen en een blaadje papier uit zijn zak. Hij schreef een gedicht over mensen die van chocoladetaart smulden. Die lekkerbekken zaten in een mooie tuin vol dahlia's. De bladeren vielen van de bomen.
Die taart was dan ook versierd met dingen die je in de herfst ziet.
"Een rare sinjeur toch," mompelde de bakker in zichzelf, toen de dichter weer weg was. "Als hij een gedicht op mijn taart schrijft, kan hij die taart ook best kopen. Nou ja, ik raak hem later toch wel kwijt."

Er kwamen twee jongens binnen.
"Bakker, die mooi chocoladetaart willen wij graag kopen voor onze zusjes, die vandaag verjaren. Het is een tweeling."
"Ik ben blij dat jullie hem willen hebben," zei de bakker. "De laatste tijd bleven er te veel mensen bij mijn winkel staan, alleen om die taart te zien."
"Aha, ik word meegenomen," dacht de taart. Misschien blijf ik altijd wel als sieraad in de kamer van die mensen staan."
Buiten werd de taart op een klein houten wagentje gezet. Een sterke bok moest het trekken. Het was een mooi dier met grote hoorns en een lange puntbaard.
"Hort sik!" riep een van de jongens.
Daar ging de bok; de kar hobbelde over de straatstenen.
"Ik zit hier als een koning in zijn koets," dacht de taart. "Wie weet in wat voor een mooi en deftig huis ik straks terechtkom. Ja, die mensen zullen mij zeker te mooi vinden om op te eten. Dan zal ik altijd op een tafel blijven staan, zodat iedereen mij kan zien."
Daar kwam een grote zware hond aangelopen. Hij keek naar de taart, likkebaardde, en ging staan, zijn voorpoten op de rand van het wagentje! Daar ging de grote bek al naar de taart toe...
"Hee, weg jij, lelijk mormel!" schreeuwden de jongens.
Met gebalde vuisten sprongen ze op het gulzige dier af. De hond gromde even. Maar toen sprong hij meteen weg. De bok kon rustig verder stappen.
"Aha," dacht de taart. "Die hond wou mij opeten. Maar ik word als een vorst beschermd. Je zult zien dat ik straks nog de vorst van het huis word."
Op de hoek van de straat stonden twee grote jongens.
"De muisjes lopen in de val," riep de ene. "Die taart kunnen wij nu eens lekker meenemen. Dat mooie cadeau laten we niet voorbijgaan."
De jongens waren groot en erg sterk... Al gauw rolden vier vechtende jongens over de grond. De taart zou vast en zeker gestolen worden...
Maar de bok was er ook nog! Hij schraapte zijn keel, spande al zijn spieren en boog zijn kop! Daar kreeg een van die gemene jongens toch een stoot van de hoorns! Kreunend van de pijn rolde hij zich om en om.
"Henk, blijf rustig liggen," zei zijn kameraad.
Onze twee vrienden en de bok konden weer verder gaan. Die vechtersbazen bleven voortaan wel uit hun buurt.
"Ze vechten om mij," dacht de taart vol blijdschap. "Straks word ik een koninklijke taart, die oorlog kan voeren."

Daar kwamen ze bij het huis waar de twee broers woonden. De taart werd in een prachtig versierde kamer gezet. De twee jarige zusjes sprongen er juichend omheen.
"Dit is het mooiste in de hele kamer!" riepen ze blij. "Nog mooier dan de gekleurde slingers en lintjes!"
Vader en moeder wisten het ook wel. Moeder haalde een groot fototoestel. Ze maakte wel vijf of zes kiekjes van de taart.
Vader kon heel goed schilderen en tekenen. Zijn penselen en verf kwamen al gauw in werking.
De taart voelde zich heel vereerd. Diezelfde middag kreeg hij al de foto's te zien die van hem gemaakt waren. Ondanks het drukke verjaardagsfeest kwam vader gauw klaar met zijn schilderij. Vol trots hing hij het op aan de kamerwand. De taart kon zijn portret bewonderen...
Moeder haalde een groot mes en begon de taart aan te snijden. Watertandend keken de kinderen toe.
"Zal ik lekker smaken?" dacht de taart. "Ik mag nu ook gegeten worden, want de mensen zullen mij altijd zien. Mijn foto's en schilderij zullen altijd blijven bestaan, net als het gedicht dat over mij is geschreven.
Mag een lekkere taart als ik nog meer verlangen?"

Schrijver: Han Messie, 8 september 2013


Geplaatst in de categorie: voedsel

5.0 met 1 stemmen 504



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
mobar
Datum:
8 september 2013
Een verhaal om van te smullen.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)