Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Ze huilde

Mien aaide over het gezicht van haar zuster Magda Lena, die in coma lag. Ze had nog maar korte tijd te leven. Wouter weende zachtjes. Jaren geleden had hij ruzie met haar gehad en daarna nooit meer met elkaar gesproken om het goed te maken. Magda Lena had hem toen uitgemaakt voor vuile dief, omdat hij net weer thuis was uit de gevangenis. Hij had dus zijn straf uitgezeten voor diefstal van fietsen, die hij dan verkocht. Om dan weer uitgescholden te worden door vuile dief vond Wouter erg beledigend. Hij wilde niks meer met haar te maken hebben, maar nu lag ze daar in coma. Ze leed aan een ongeneselijke ziekte.

Toen het echtpaar weer thuis was stak Mien een kaarsje aan, terwijl de tranen over haar wangen gleden. Haar zeventig jarige zuster zou volgens de arts het weekend niet meer halen. Mien kwam uit een katholiek gezin en ze had gezien, dat bij Mariabeelden kaarsjes werden aangestoken. Vroeger werkte ze in een gevangenis en was verliefd geworden op de gevangene Wouter. Ze vond hem een lief klein manneke en gaf hem als ze eten rond bracht stiekem iets extra's, zoals een kroket of een chocoladereep.

Wouter, die vaak tactloos overkomt, zei tegen zijn vrouw:
''Dacht je dat van een kaarsje opsteken je zuster beter wordt, vergeet het maar.''
''Man, praat niet zo dom. Een kaars aansteken betekent voor mij een gevoel van liefde voor mijn zuster. Dat zouden meer mensen moeten doen. Ik vind een kaars aansteken voor een ander hetzelfde als bidden.''

Hij weer:
''Ben je nou ineens weer gelovig, naar de kerk wilde je niet meer, alleen met het Kerstfeest ging je nog. Toen ik van Wim de bijbelvorser een bijbel kreeg en ik daarin ging lezen maakte je mij uit voor halvegare en nu dit. God weet toch alles van iedereen, waarom zou ik dan bidden en een kaarsje aansteken?''
Zij weer:
''Het gaat om het gebaar, man. Mijn ouders waren gelovig en ik ben daar van afgestapt, omdat ik niet met een Protestantse jongen om mocht gaan, maar dat is lang geleden. Onze koningin Maxima is ook katholiek en gehuwd met de koning, die protestant is. Nu ik oud ben wil ik weer bij God zijn en bidden.

De tijden zijn veranderd. Dat God mij al kent geloof ik. Bidden is een grote kracht en maakt je menselijk tegenover iedereen. Hoe heb ik het in godsnaam al dik vijftig jaar met jou uitgehouden, ongelovige Thomas. Verleden week ben je met Wim de bijbelvorser mee gegaan naar de kerk en je komt thuis met een gestolen fiets, hufter dat je bent.''
Hij trok zijn jas aan en zonder gedag te zeggen ging hij een borrel drinken bij café Rooie Bart. Mien huilde.

Schrijver: kees niesse, 1 april 2014


Geplaatst in de categorie: verdriet

Er is nog niet op deze inzending gestemd.aantal keer bekeken 158

Er is 1 reactie op deze inzending:

Joanan Rutgers, 11 jaar geleden
Maar Kees toch, je gaat toch geen fiets van een gelovige deerne met strakke bloes rondom haar heilige borsten stelen?... Ik wed dat je dat ijzeren paardje na flink wat borrels keurig terug gebracht hebt!... Incluis een warm kusje op het dameszadel!...

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)