Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

HET REDDENDE ZWEET (eerste deel)

Fred was een volwassen jonge man. Hij werkte hard op de boerderij van zijn vader. Ja, dat moest ook wel, want over een jaar zou zijn vader ophouden met werken. Dan moest Fred boer worden, de baas van de boerderij.
Er stond ook meer te gebeuren. Binnen enkele maanden zou Fred trouwen met een leuk meisje, dat Anita heette.
Het werd zomer. Fred kreeg het heel druk op de boerderij. Er moest gehooid worden. Maar Anita kon het er eens van nemen. Met drie van haar vriendinnen ging ze een paar weken in een vakantiehuis doorbrengen. Dat vakantiehuisje lag in een mooie streek, met veel heuvels, bossen en beekjes.
Op een dag dat Fred hooi in de schuur laadde, kwam zijn moeder naar hem toe.
"Jongen, hier is een brief van Anita. Lees hem maar eens gauw. Misschien vertelt ze je wel iets heel prettigs."
Fred scheurde de envelop open. Moeder ging het huis in. Maar wat er in de brief stond, was allesbehalve prettig. Een van Anita's vriendinnen had hem geschreven.

Beste Fred,

Kom naar ons vakantiehuisje toe, zo snel als je kunt. Je weet weel waar het is.
Anita is er heel erg aan toe. Al drie dagen ligt ze heel ziek op bed. Niemand weet welke ziekte ze heeft. Boven haar hoofd vliegt voortdurend een heel klein rood draakje heen en weer. Dat monstertje is niet groter dan een merel, maar nog lastig genoeg. Het heeft eens gezegd:
"Als de aanstaande man van Anita met zijn eigen zweet Anita's hele lichaam insmeert, dan zal ik verdwijnen. Anita zal dan ook helemaal genezen. Maar dat moet zeker binnen zeven dagen gebeuren, want anders zal Anita zeker sterven. Maar volgens mij zal dat nooit gebeuren. Haar vriend zal de grootste moeilijkheden krijgen als hij hier wil komen."

Hartelijke groeten van
MARIANNE

Fred gunde zich nergens meer tijd voor. Hij rende de hooischuur uit. Daar ging het door velden, dorpen en bossen. Hij snelde in de richting van Anita's vakantiehuis.
's Avonds ging hij liggen onder een paar braamstruiken en dacht eens na: "Ik heb vader en moeder nergens van verteld. Ik hoop dat ze die brief vinden, die ik in de schuur heb laten liggen. Over zeven dagen moet ik bij Anita zijn. Oei! Die brief is al twee dagen geleden geschreven! Neen, ik moet dus over vijf dagen al bij haar zijn... Dat draakje voorspelde moeilijkheden voor mij. Nu, ik ben beslist van plan om die moeilijkheden te doorstaan, wat die ook kunnen zijn."
Die nacht had Fred een wonderlijke droom. Hij sliep samen met Anita in het bos. Plotseling kwam er een grote draak tevoorschijn en pakte Anita vast. Fred begon t slaan met een grote knuppel. De draak rende weg met Anita in zijn bek. Maar Fred gooide er een grote steen naar toe en het dier viel morsdood neer. Anita was weer vrij.
's Ochtends werd Fred wakker in een stromende regen. Toch ging hij moedig verder. "Regen of geen regen," dacht hij. "Ik loop door. Wat is deze bui vergeleken bij de moeilijkheden die mij wachten?"
Plons! Daar lag Fred in een diepe regenplas, vol met modder. Doodkalm stond hij op en liep verder. De regen hield op. Een felle zon ging schijnen.
Door de warmte droogde de modder die Fred bedekte... Droge, harde korsten sierden zijn kleren, gezicht en handen. Maar daar lette hij niet op. Zonder het te weten, liep hij de tuin van een baron in.
"Hee, kijk die smerige landloper eens!" zei de baron, die met zijn tuinman stond te praten.
De baron en de tuinman pakten Fred ieder bij een schouder.
"Jij gaat mijn kelder in, vieze zwerver!"
"Maar laat u mij toch gaan!" huilde Fred. "Ik moet zo gauw mogelijk naar mijn vriendin toe!"
"Ja, maak ons nog maar meer wijs," grinnikte de tuinman.
Een ogenblikje later zat Fred in een donker hol onder de vloer van het kasteel. Overal kropen spinnen rond. Er hing een akelige lucht in de kelder.
"Wat moet er van mijn vriendin geworden?" peinsde Fred. "Nu kan ik onmogelijk naar haar toe! Wat moet er van haar en van mij worden?"
Twee nachten sliep Fred op een houten bank. Hij kreeg van de kasteelkok aardappels en spek te eten. Maar op de derde dag kreeg hij een paar sappige appels.
Toevallig lag er ook nog een rasp in de kelder. Ook al had Fred het nog zo moeilijk, een geraspte appel zou hem best smaken. Vlakbij het kelderraampje ging hij aan het werk.
Rrrt Rrrt..., ging het.
De oude werkster van de baron stond in de tuin en hoorde dat geluid. "Hemeltje," dacht ze. "Daar hoor ik slangen sissen! Het zijn vast de slangen die ik zojuist onder de kruisbessenstruiken heb gezien. Die beesten zijn, zo te horen, nu in de kelder gekropen. Ik moet mijn baas waarschuwen."
Even later rende de baron, die zelf ook verschrikkelijk bang was voor slangen, naar de kelder.
"We gaan de hele kelder doorzoeken," dacht hij. "Voorzichtig zijn; die beesten krijgen we op de een of andere manier toch wel klein. En die landloper zullen we nu maar in het schuurtje voor tuingereedschap opsluiten."
Ja, en daar liep Fred weer door de tuin, vastgehouden door de baron en zijn tuinman. Maar opeens: sssjt sssjt! Daar kropen de slangen die de werkster had gezien. Bijna had de baron op ze getrapt. Hij liet Fred los en rende weg.
Fred zag kans zich los te rukken uit de handen van de tuinman. Als een pijl uit de boog ging hij er vandoor!

(wordt vervolgd)

Schrijver: Han Messie, 30 mei 2014


Geplaatst in de categorie: liefde

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 74



Er zijn 2 reacties op deze inzending:

Naam:
Han Messie
Datum:
31 mei 2014
Email:
hmessielive.nl
Joanan, die baron is een sprookjesfiguur. Daarom meen ik af te mogen wijken van gangbare maatstaven.
Naam:
Joanan Rutgers
Datum:
30 mei 2014
Zal Fred zijn geliefde Anita op tijd weten te bereiken om haar met zijn zweet in te smeren?... Dat is de hamvraag, nu hij al door een mesjokke baron en zijn brutale tuinman in de kelder is gegooid en nog maar drie dagen over heeft!... Wat een rare manieren om een vermeende landloper zomaar op te sluiten!... Vertel me waar die baron woont, dan ga ik verhaal halen!...

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)