Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Een veilige thuis na een verloren jeugd (proloog- deel 1)

Ik probeer een Roman te schrijven, NIET autobiografisch

Ik heb in februari al een deel ingestuurd, maar omdat ik toen een tijdje niet meer verder heb geschreven, heb ik ook niet meer verder ingestuurd

-------------------------------------------------------------------------

Mama maakte het eten klaar. Buiten hoorde ik klappen vallen. Toen ik ging kijken zag ik mijn broertje op het gras liggen. Hij had een grote wonde aan zijn hoofd. Dat was geen goed teken. Hij lag zo stil dat ik het ergste vreesde. Joren was altijd levendig. Hij sprong van het éne naar het andere. Als ik met hem speelde, kon ik hem meestal niet bijhouden en daarom verloor ik altijd. Vanuit de tuin liep ik via onze kleine woonkamer zo snel ik kon naar de keuken. “Mama, er is iets met Joren!” Ik vertelde het, terwijl ik zo snel ik kon naar haar toeliep.
“Wat zeg je, Charlotte?” Ze keek naar me, haar ogen werden groter.
“Ik zie Joren op het gras liggen, hij beweegt niet meer!”
“Kom, we gaan kijken.” En ze hield me bij mijn schouder vast, terwijl we naar de tuin liepen.

Ik hield haar vast aan haar groene rok met rode rozen. We liepen rustig naar de tuin waar Aaron om zich heen kijkend op het rode tapijt stond dat op de lichtbruine tegels lag. Hij deed alsof er niets aan de hand was. Joren lag in het groene gras en bewoog niet meer.
“Is het erg?” vroeg ik aan mama, met een brok in mijn keel. Het leek alsof ik er ging in stikken.
Mama keek bezorgd naar me, maar antwoordde niet.
“Kom, we gaan onmiddellijk naar het ziekenhuis.” Ze nam Joren zo snel op, dat het leek alsof hij weer uit haar armen zou vallen. Aaron stond op het tapijt, ik wist dat hij Joren had geslagen. Toen ik mama achterna ging, keek hij opeens mijn richting uit. Voor ik het besefte was hij bij me. Aan mijn lange lichtblonde haren trok hij me omhoog en dreigde dat hij me iets zou aan doen als ik dit aan iemand zou vertellen. Toen liet hij me weer vallen op de grond. Zo snel ik kon stond ik weer recht en ging naar mama en Joren, want mama keek al waar ik bleef.
"Zet je in de auto!” beval ze me. Toen ik wou instappen zei ze: “Niet achteraan, zet je maar vooraan!” Ze legde Joren ondertussen op de achterbank. Terwijl ze instapte, wapperden haar donkerblonde, lichtbruine haren in de wind. Ze startte en we reden zo snel dat ze bijna een ongeluk veroorzaakte. Toen we in het ziekenhuis waren, nam ze Joren op en ik moest haar zo snel volgen, dat ik bang was dat mijn benen het zouden begeven. Aan de balie namen ze Joren direct mee. Mama en ik wilden volgen, maar een vriendelijke mevrouw hield mij tegen:
“Kom jij maar even bij mij.” Zei ze.
“En mama?”
“Zij gaat mee met de dokter.”
“Ik wil ook mee.”
“Blijf hier!” beval mama me. “Je zou toch voor problemen zorgen.” Ik draaide me om en volgde de mevrouw die me had geroepen.
“Wil je iets om te drinken?” Ze droeg hetzelfde wit pak, als onze huisarts.
“Ja graag, heb je limonade?”
“Zeker, ik zal het voor je halen.“ Ze ging weg en kwam even later terug.
“Hier,” zei ze terwijl ze naast me kwam zitten. “Is je broertje binnengebracht?”
“Ja, maar ik durf niet vertellen wat er is gebeurd.”
“Waarom niet?”
Ik ging dichter bij haar zitten en fluisterde in haar oor: “Dan zal ik heel veel pijn hebben.”
ik zag aan haar gezicht dat ze me niet begreep.
“Weet je wat we gaan doen?” vroeg ze opeens.
Ik keek haar vragend aan.
“Ik haal zo dadelijk een blad en een balpen voor je en je kan het opschrijven. Zo zal niemand weten dat je het verteld hebt."
Ik liet haar maar begaan. Ik wist niet wat er zou gebeuren met me, maar ging wel akkoord om het op te schrijven. Even later kwam ze terug en had een boek en balpen bij zich. “Hier,” zei ze. “hier mag je alles opschrijven en tekenen wat je wilt”
“Alles?” vroeg ik verbaasd.
“Ja, alles, ik ga ondertussen wat verder werken en kom straks nog eens kijken.” en ik zag haar weer achter haar bureau gaan zitten. Ik dacht even na over wat ik zou opschrijven. Maar ik wist het vrijwel meteen. Even later kwam ze weer bij me zitten en vroeg of het gelukt was. Ik schoof het blad dat op mijn schoot lag, naar haar. Nadat ze het gelezen had, viel haar mond open van verbazing. Ze keek me aan en ze vroeg: “Wat gebeurt er nog meer bij je thuis?”
“Hij geeft ons soms klappen in ons gezicht, slaat met zijn riem op onze rug, als we iets verkeerds doen, neemt hij ons mee naar onze slaapkamer en doet de deur op slot, soms zet ik me in de kast, zodat hij me niet zou vinden. Maar mijn broertje is te klein en ik kan hem niet beschermen.”
“Ik laat je even alleen, ik ga wat telefoontjes plegen om je te helpen.” Ze stond op en vertrok naar de balie. Ik wist niet wat ze bedoelde, ik hoopte maar dat ik niet in de problemen zou komen. Ondertussen kwamen twee dokters met mama terug.
“Je broertje is buiten levensgevaar.” zei de langste van de twee. Hij had een strenge blik, maar een vriendelijke stem.
“Mama, ik wil niet meer dat Aaron bij ons woont.”
“We gaan scheiden, Charlotte.”
“Dat is goed.”
“Kom, Joren moet hier nog enkele nachten blijven, wij gaan naar huis.”
“Oké, mama.”
Mama gaf me een hand en we liepen naar de uitgang.
“Wacht even!” Toen we achterom keken, zagen we de vriendelijke vrouw die daarjuist met mij had gepraat. “Ik heb de politie op de hoogte gebracht.”
“Ben je gek?! Ik geef mijn kinderen niet op!”
“Dit kan zo niet verder, je vriend mag je kinderen niets aan doen, hopelijk begrijp je dat!”

Schrijver: Raissa, 4 juni 2014


Geplaatst in de categorie: geweld

4.0 met 1 stemmen 138



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)