Stilte en oproer
Het was stil in de kamer. We zwegen vaak. Het meubilair was aandoenlijk, petieterig, als zou het een geruststelling moeten vormen tegen de demonische krachten die vaak losbarstten. De poppen op het rieten kastje staarden me kalm en sereen uit mokkabruine ogen aan. Ze hadden vlechten en droegen Schotse rokken. Ze waren, net als ik, stille getuigen van een dagelijks drama, dat niet uitgesproken werd. Alleen Louise's hondje vormde een levendig element. Het hapte speels naar vliegjes, die dartelden in de zon, onbewust van het innerlijk tumult bij zijn bazin.
Ze zei dat ze haar toeschreeuwden. Dat het mannen- en vrouwenstemmen waren, in een kakofonie verenigd. Dat ze gilden: "Gooi je toch voor de trein, pak een mes, spring maar uit het raam!" De dames en heren psychiaters konden niets meer voor haar doen. "Als het zo doorgaat, maak ik er een eind aan" zei Louise vaak.
(Onze vriendschap, al te snel gesloten, werd eveneens spoedig opgezegd. Buurtbewoners hadden namelijk geconstateerd dat ik wel een gekke vrouw moest zijn, omdat het streepje van mijn lange broek niet paste bij het stippeltje van mijn bloes.....)
Geplaatst in de categorie: geweld
Je zegt dat de psychiaters niets meer voor haar konden doen. Heeft ze er echt zelf een einde aan gemaakt? Hebben de negatieve stemmen haar daartoe aangezet? Dan kun je het niet bij deze aanhef laten!...