Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

EEN KWESTIE VAN ONTVANKELIJKHEID

Het was of de wereld donkerder was dan ooit tevoren in de eerste maand van het nieuwe jaar. Het weer was dan ook naargeestig. Windkracht acht en winterse buien en direct al weer het zinloze geweld in de volle schijnwerpers. Hoe oud was het nieuwe jaar nu helemaal? Nog niet eens twaalf dagen oud.

Ze ging alleen naar buiten voor een rondje met de hond of wat boodschappen. Ze droeg dan een legergroene parka met een capuchon met een bontrand waardoor haar gezicht grotendeels schuilging. Als je haar zo zag gaan, een pet op haar grijze haar, de capuchon daarover heen, eronder een strakke spijkerbroek, gaf je haar geen vijfenzestig. Je kon net zo goed met een Antilliaanse jongen te maken hebben.

Ze voelde zich niet echt veilig meer op straat, ook al voelde haar dikke winterjas als een stevig huis waar de wind niet doorheen kwam. Men zou haar best wel eens aan kunnen zien voor de verkeerde, zoals al een paar keer was gebeurd bij een liquidatie of steekpartij. Ze verwachtte elk moment een mes in haar rug met dat slechte weer. Daar begon het beschermde gevoel dat de jas haar gaf niets tegen.

Natuurlijk lagen recente gebeurtenissen in Parijs en elders in de wereld daar ook aan ten grondslag. Stel dat een zelfmoordterrorist ook in haar stadje zijn slag zou slaan. Ze moest er niet aan denken. Op haar netvlies kwam weer het beeld van de donkere jongen die bloedend op het winkelplein lag. De dader was nog steeds niet gevonden. Tegelijkertijd wist ze dat ze de angst niet wilde laten winnen en dat dit ook niet het geval hoefde te zijn.

Maar waar waren haar helpers? Ze was zich nog maar kort geleden van hun bestaan bewust geworden. Ze had al wel eerder pogingen ondernomen om met hen in contact te treden, maar blijkbaar had ze zoveel ruis om zich heen, dat ze daar niet doorheen konden breken en dat terwijl ze dat zo graag wilde.

Sinds ze drie maanden geleden met pensioen was gegaan, was het stiller rondom en in haar geworden. Ze had zich in deze levensfase met de ongemakjes en de kwaaltjes die nu eenmaal bij het seniorenschap horen, weten te verzoenen. Ze moest wel, sinds ze had ontdekt dat ze niet meer over een goot van een bepaalde breedte kon springen, zonder daarbij ten val te komen en een blauw jukbeen en een kapotte lip op te lopen. Ze had er ter herinnering een klein litteken bij haar bovenlip aan over gehouden. Ook had ze gemerkt dat het ravotten, klimmen en klauteren met haar kleinkinderen in een overdekt speelparadijs voorgoed tot het verleden was gaan behoren.

In een periode van wennen aan haar nieuwe, baanloze staat, met weken vol rust, vrede en onthaasting, was het dat de eerste tot haar door wist te dringen. Ze had zich eenzaam en somber gevoeld en plots was hij daar. Het gevleugelde wezen, gemaakt van licht. Met zijn fijnbesneden gelaat en zijn troostende en behulpzame armen, met zijn grote vleugels die hij om haar heen sloeg ter bescherming, beschutting, haar eigen privé beveiliger, persoonlijke lijfwacht en patroon van de kunstenaars.

Ze besefte ineens waarom ze enkele jaren daarvoor per se de barokke, stenen engel moest hebben die ze in een tuincentrum tegen het lijf liep. Het gevoel was zó sterk geweest, dat de tranen in haar ogen waren gesprongen toen haar echtgenoot flink verzet pleegde tegen de aanschaf. Ze raakte gewoon in paniek bij het idee hem niet in huis te kunnen halen. Het huis stond inderdaad al behoorlijk vol kunst, maar toch. Toen hij zag hoe belangrijk het voor haar was, zegde hij toe. Samen met haar zus was ze hem gaan halen. Sindsdien speelde hij, geknield op zijn sokkel, in een houding die aan een aanzoek deed denken, een dwarsfluit aan zijn lippen, in de mooiste, onhoorbare melodieën.

Maar nu, nu schoot hij, meestal alleen, maar soms ook met meerdere wezens zoals hij in zijn kielzog, haar steeds vaker te hulp. Eigenlijk week hij nauwelijks meer van haar zijde. Het contrast van zijn licht en het duister van de maand januari was groot, maar zeer welkom. Het hielp haar zich staande te houden totdat het lente worden zou. Hij, de aartsengel met zijn helpers. Ze wilde en kon hem niet meer missen. Ze gunde iedereen zijn ontmoeting met deze werkelijk bestaande hemelgeesten die haar ook in haar angstige bui goddank te hulp schoten.

Schrijver: Anneke Haasnoot, 13 januari 2015


Geplaatst in de categorie: geweld

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 117



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)