Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Hij was een nare man

Kenau Alie zat voor het raam in de bijbel te lezen en zei tegen mij:
''Schenk nog een bakkie koffie in, ouwe.''
Ik stond op uit mijn fauteuil en liep naar de keuken. Ik hoorde de koffie pruttelen in de kan, omdat de vlam van het gas iets te hoog stond. Terug in de kamer wilde ik haar kopje vol schenken, maar door een schok in mijn lichaam ging de koffie de verkeerde kant op, op haar blote dijbeen. Had je haar moeten horen, zeg.
'' Au, au, smerige boerenlul dat je bent, haal een koude washand en snel, kaffer.''
Wat had ik een spijt, dat ik toe had gestaan, dat dat loeder bij mij is komen wonen. Ik gaf haar de washand met een bakje koud water en ze depte de bezeerde plekken.

Ik dacht, ik moet niet depressief worden op mijn oude dag, maar genieten van het moment, dus besloot ik te gaan wandelen. Het was mooi weer. Ik trok mijn gevoerde groene jack aan en opende de deur en snoof de heerlijke frisse lucht in en wandelde met mijn rollator naar een pad over de hei en ik genoot van het uitzicht. Een enkel wolkje dreef langzaam door de lucht. De natuur maakte mij rustig en het oorsuizen waar ik zoveel last van heb, ging weg.

Het was nog erg stil en na een half uur lopen nam ik plaats op een bank. Opeens zag ik in de verte iemand naderen op een fiets. Het was een vrouw. Toen ze mij genaderd was begroette ik haar en ik dacht, dat ik haar wel eens in de supermarkt had zien lopen, ze droeg een ponykapsel en had een smal gezicht met helblauwe ogen. Ik schatte haar in de veertig en ze zag er aantrekkelijk uit met haar volle lippen. Ze droeg een lange donkere jas. Ze stopte en ze kwam van haar fiets af en ze zei:
''Mag ik bij u zitten?''
''Dag mevrouw, gaat u maar lekker zitten, ik houd wel van gezelschap.''
Ze ging naast me zitten en ze rook naar parfum. Ze keek mij aan met die helblauwe ogen, waarin tranen waren verscholen. Ik dacht ze heeft verdriet om iets.

Ik vertelde haar, dat ik tijdelijk in een ander huis woonde, omdat de woningen in onze buurt worden opgeknapt.
''Mijn buurvrouw Alie is toen verhuisd naar Den Haag en bij een vriendin gaan wonen. Ze kregen ruzie om een kerel en toen vroeg ze door de telefoon of ze zolang bij mocht wonen en dat vond ik goed. Vroeger werd ze wulpse Alie genoemd, maar nu ze zeventig is noem ik haar kenau Alie. Vanmorgen had ik nog bonje met haar. Ik had koffie gezet en ze zat bij het raam in de bijbel te lezen, ik geloof in het Nieuwe Testament. Ze vroeg mij nog eens in te schenken. Ik liep dus naar de keuken en zag de koffie in de kan hevig pruttelen, het gas stond te hoog. Toen ik haar kopje wilde vullen voelde ik een schok in mijn lichaam en mijn hand ging zijwaarts met het gevolg, dat een beetje hete koffie op haar blote dijbeen viel. Ze vloekte me stijf, dus om verdere ruzie te voorkomen ben ik maar gaan wandelen. Maar nu U, ik zie tranen in uw ogen. Is er wat aan de hand?''

''Wilt u het horen, mijnheer?''
''Vertel'', zei ik.
''Ik was achttien, toen ik verliefd werd op een barkeeper, een knappe man. Toen ik twee maanden met hem ging wilde hij, dat ik de hoer ging spelen. Dat heb ik een jaar gedaan, maar ik trof steeds zulke rare figuren met idiote wensen op seksgebied, dat ik besloot te stoppen met dit leven. Dat was tegen de zin van mijn vriend, want hij had mijn geld nodig voor zijn dure auto. Hij sloeg mij bont en blauw toen ik weigerde aan zijn wensen te voldoen en ik mocht zelfs het pand waar ik werkte niet verlaten. Niemand wens ik de dood toe, maar op een dag kreeg ik bericht, dat hij met zijn auto uit de bocht was gevlogen en tegen een dikke boom was gebotst, hij was op slag dood, vertelde de politie mij. Dit voelde ik als een bevrijding en ik ben toen verhuisd naar een nette buurt.''

''Dat is allemaal niet zo mooi, mevrouw.''
''Er kwam een nieuwe man op mijn pad, een havenarbeider. In het begin had hij alle tijd voor me, ook met de seks, want daar houd ik van.''
Ze zuchtte, en zei verder:
''Hij kreeg het zo druk met zijn duiven, klaverjassen en uren achter de computer, hij had geen tijd meer voor mij. Daar komt nog bij, dat hij vaak nachtdiensten heeft en als hij thuis komt slaapt hij meteen, hij ziet me niet eens. Vanmorgen kroop ik nog bij hem in bed om hem lief te hebben, maar hij duwde mij met volle kracht het bed uit en ik viel op de grond. Kijkt u maar mijnheer, allemaal blauwe plekken op mijn armen en benen. Ach, waarom vertel ik u dat allemaal, ik ga weer naar huis.''
Ze pakte haar fiets en ze nam afscheid van mij.
Ook geen gelukkig huwelijk, dacht ik.

Toen ik thuis kwam zag ik, dat Alie de tafel al had gedekt voor de lunch. Toen ik in de gang mijn jack uittrok kwam Alie naar me toe en omhelsde mij en zei:
''Ik heb spijt, dat ik je vanmorgen zo heb uitgescholden. In de bijbel las ik, dat ik mijn medemens moet liefhebben. Het kwaad verdwijnt niet, maar het verlangen naar verzoening blijft, want Hij heeft Zijn Zoon opdracht gegeven de verzoening tot stand te brengen. Zie de tegenwoordige wereld, het lijkt of de mens zelf zijn weg kiest naar de ondergang, maar God heeft een plan de wereld te herscheppen en ons te redden van de ondergang.''
Ik was ontroerd.

Schrijver: kees niesse, 7 maart 2016


Geplaatst in de categorie: woede

4.0 met 2 stemmen 132



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Joanan Rutgers
Datum:
8 maart 2016
Ik hou erg veel van je rauwe woordkeuze en ook deze keer weet je me weer volop te boeien. Je bent zo'n beetje de Charles Bukowski van deze site. Je weet op voortreffelijke wijze mensen levensecht neer te pennen. De binnenstad van Assen, jouw woonplaats, is een spookstad geworden door alle leegstand, misschien kun je daar ook eens iets over schrijven.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)