Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Een ouder die hard slaat is fout

Wat ik gedaan had of niet gedaan weet ik niet meer, maar wel dat ik een harde klap op mijn wang kreeg van mijn moeder. Ik was toen ongeveer tien jaar en werd door haar opgesloten in mijn kamertje. Buiten spelen mocht ik niet. Moeder sloeg vaak, ook soms met een mattenklopper. Zij was een kleine vrouw met pikzwart krullend haar. Vader was niet thuis, hij was in 1939 opgeroepen in militaire dienst.

Vanuit ons huis ergens in Drenthe kon ik het bos zien, waar ik soms met vriendjes naar toe ging om te spelen. Van televisie had ik nog nooit gehoord en een radio toestel hadden we niet, was te duur volgens mijn ouders. Vader had wel verteld, dat Hitler de baas was in Duitsland en hekel had aan de joden en die ze opsloot in concentratiekampen. De Nederlandse regering was bang dat Hitler een oorlog zou beginnen en liet oud militairen weer in dienst komen.

Ik was erg kwaad op mijn moeder, want in de spiegel zag ik, dat mijn rechterwang helemaal rood was van de klap. Terwijl ik op mijn bed boekjes van Dik Bos zat te lezen kreeg ik het idee weg van huis te lopen. Ik gooide de boekjes onder het bed en probeerde het raam naar boven te schuiven. Dat lukte en met pennen in de muur kon ik het raam open houden.

Erg mager was ik toen en in een wip stond ik buiten, maar ik moest uitkijken, want moeder stond in de keuken naast mijn slaapkamer, dus moest ik gebukt de benen nemen. Het was al lente en mooi weer, herinner ik mij. Niet ver lopen van huis lag een smalle weg naar het bos, want daar wilde ik naar toe. Ik genoot van het idee, dat moeder mij niet meer aan trof op mijn kamertje. Ongerust zal ze dan wel zijn.

In het bos liep ik maar verder en verder en toen herkende ik plotseling de omgeving niet meer en tot mijn schrik begon het al te schemeren. Ik keerde mij om en ben een verkeerd pad op gegaan want het bos werd steeds donkerder door de dennen bomen en op een gegeven moment was het pikdonker. Het werd ook kouder en ik was ik mijn overhemd het huis uit gevlucht. Geen hand voor ogen meer te zien, ik raakte in paniek. Was ik maar thuis gebleven, dacht ik.

Toen het ook nog begon te regenen ben ik onder een dennenboom gaan zitten, die mij beschutte tegen de kou en nattigheid. Er zat niets anders op om te wachten dat het licht werd en dan maar hopen, dat je iemand ziet die je kan helpen naar de uitgang van het bos. Een klokje had ik niet, dus hoe laat het was kon ik niet weten.

IK was erg moe geworden en sukkelde een beetje in slaap, maar plotseling hoorde ik een hond blaffen en dat maakte me erg bang. Stel je voor, dat het een gevaarlijke hond was, die daar in het bos alleen rond liep. Het geluid van de blaffende hond kwam steeds dichterbij, die had natuurlijk geroken, dat er iemand in de buurt was. Gelukkig zag ik ook het licht van een lantaarn, die een grote man in zijn hand had.

Ook zag ik, dat hij een geweer over zijn schouder droeg. Ik dacht laat ik maar te voorschijn komen, dan kan de man mij helpen. Ik moet onzichtbaar geworden zijn, want ik zat helemaal verscholen onder dikke takken van de dennenboom. Ik kroop dus er onder vandaan en de hond begon nog harder te blaffen, maar was aangelijnd, zoals ik zag ik het licht van de lantaarn. Nu zag de man mij ook, en zei:

''Hé m'n jong wat doe jij hier?''
Ik vertelde mijn verhaal en omdat het zo gauw donker werd was? ik verdwaald. De man knikte met een glimlach en gaf mij zijn das die ik om mijn nek kon doen en mij verwarmde.
''Kom maar mee, dan breng ik je naar huis, je moeder zal wel erg ongerust zijn.''
Ik liep met hem mee en aaide af en toe zijn hond. Ook gaf de man mij een stuk chocolade en dat kreeg ik thuis nooit. Moeder zei altijd, dat we arm waren, omdat vader in militaire dienst was en de uitkering van Defensie veel te laag was om rond te komen.

Toen we bij het ouderlijk huis waren zag ik, dat moeder het gordijn in de keuken opzij schoof en toen naar buiten rende en mij omhelsde. Wat was ze blij, dat ik er weer was. Ook heeft moeder en ik de man heel vriendelijk bedankt voor zijn hulp en mocht ik zijn das houden. Toen ik op de klok keek bleek het al laat in de avond te zijn, maar moeder was zo blij, dat ze pannenkoeken voor mij heeft gebakken. Daarna kon ik lekker slapen in mijn eigen bed. Ik was wel een baldadige jongen, maar ze heeft mij nooit meer zo hard geslagen.

Schrijver: kees niesse, 15 april 2016


Geplaatst in de categorie: kinderen

4.7 met 3 stemmen 582



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)