Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Tuig van de richel

Nu ik bijna 85 ben herinner ik mij de volgende gebeurtenis. Mijn vader verdiende net genoeg, dat zijn gezin sober kon leven, en dat was nog ver voor de oorlog. Op een boterham kreeg je meestal margarine en daarop suiker of een speculaasje. Kaas en worst of vis kreeg je meestal in het weekend, dan gingen mijn ouders op zaterdagmiddag naar de markt, want daar was het toen goedkoper.
Toch waren we gelukkig, omdat we gezond waren en altijd in versleten kleren liepen. Op een keer kreeg mijn broertje Gijs en ik toch nieuwe kleren en daar waren we niet blij mee. Bij C&A kocht mijn moeder op een zaterdagmiddag voor allebei een korte broek, een jasje, overhemd en een stropdas. Alleen op zondag mochten we het dragen en dat vonden we al verschrikkelijk. Trouwens bijna iedereen droeg zondag nette kleren, mijn vader droeg een net kostuum met een vouw in zijn broek en een strohoed en mijn moeder een mantelpakje met een leuk hoedje op haar hoofd en een tasje over haar arm.

De volgende dag, dus op zondag, gingen mijn ouders wandelen. Het was warm en zonnig en ze gingen naar het Vondelpark en wij moesten rustig achter ze aanlopen. Daar hadden wij helemaal geen zin in, we bleven liever in de straat spelen met hoepelen met een oude fietswiel, maar je moest mee en je had je maar netjes te gedragen, want een klap had je gauw te pakken. Niet van mijn vader, maar van moeder, want die was erg streng. Onderweg daar naar toe keek mijn moeder steeds achterom of we niet stout waren. Je moest netjes lopen, maar wij renden elkaar achterna om te ravotten, jongens eigen, maar dan keerde ze zich plotseling om en greep mij een keer bij mijn oor en draaiden die bijna om. Natuurlijk begon ik keihard te schreeuwen, zodat omstanders naar ons keken. Ik was toen erg boos op haar, maar we hielden ons nu wel koest.

Eenmaal in het park liepen we over een grindpad, maar om ze te pesten begonnen we met de punten van onze schoenen het grind omhoog te gooien, zodat er stofwolken ontstonden. Een grotere misdaad kon je bij haar niet plegen, zodat we wel op afstand bleven om eventueel een hengst voor je kop te omzeilen. Mijn vader keerde zich toen plotseling om en kwam op mij af en greep me stevig vast en zei op zijn Amsterdams:
'' Hou je nou op, stuk geboefte'', en hij schudde mij door elkaar. Omstanders stonden te lachen. Mijn kleinere broertje Gijs stond op veilige afstand en had zijn jasje uitgetrokken en zijn stropdas afgedaan, want het was bloedheet. Moeder was woest, maar ik hoorde vader zeggen:
''Laat maar gaan.''

Toen kwamen we op een grasveld en daar was het druk. Vaders en moeders zaten op het gras en meisjes waren touwtje aan het springen en jongens speelden met een bal en anderen waren weer krijgertje aan het spelen. Eindelijk mocht ik ook mijn jasje uittrekken, maar mijn stropdas moest ik laten zitten. Ik stikte bijna, zo warm werd het. We renden naar de grote plas en zagen de eendjes in de verte zwemmen. Mijn broertje had het algengroei aan de kant niet in de gaten en dacht kennelijk, dat het nog gras was en dook erin en ging kopje onder. Als een mager varken begon ik te schreeuwen, zodat er een volksoploop begon te ontstaan.

Mijn vader kwam ook aangerend en stapte met één been het water in en trok Gijs uit het water. Helemaal groen van het kroos was ie. Mijn moeder kwam er ook bij en hield zich gedeisd, want bij Amsterdammers moet je geen kinderen gaan slaan of uitkafferen, want dan krijg je moeilijkheden. Met zakdoeken en papier werd Gijs zoveel mogelijk ontdaan van het kroos. Hij zag er niet uit en had van het publiek grote belangstelling en er werd flink gelachen. Binnensmonds hoorde ik mijn moeder vloeken, want in haar ogen waren wij tuig van de richel.

De broek van Gijs droogde snel in de hete zon en zijn jasje had mijn vader in een papieren zak gestopt, die hij van een omstander had gekregen. We gingen weer vroeg in de middag huiswaarts. Onderweg zag ik een ijscoman van Jamin op een hoek staan en ik had nog de brutaliteit om een ijsje te vragen. Mijn broertje natuurlijk ook, want die was gek op ijs. Daar kon geen sprake van zijn, dat wij schooiers ijs zouden krijgen, zei mijn moeder, eerder een pak rammel, maar mijn vader was heel anders en pakte zijn portemonnee uit de achterzak van zijn pantalon en kocht vier ijsjes, die lekkere met chocolade tussen twee wafels van Jamin. Onderweg smolt het ijs snel vanwege de hitte en een gedeelte van het ijs drupte op mijn jas. Ik schrok mij wild, want moeder zag het en nu dreigde echt de tweede wereldoorlog, maar gelukkig hield ze zich in.

Thuis gekomen was de boosheid van mijn moeder al een stuk minder en moesten wij onze nieuwe kleren uit trekken en ons oude plunje maar weer aantrekken en mochten we weer buiten spelen tot etenstijd en daarna voor straf om zeven uur naar bed. De nieuwe kleding ging meteen in een teil met sop en toen het weer droog was paste het ons niet meer. Moeder kocht voor ons geen nieuwe kleren meer, maar tweedehandskleding op de voddenmarkt en dat vonden we uitstekend.

Schrijver: kees niesse, 26 juli 2016


Geplaatst in de categorie: kinderen

5.0 met 4 stemmen 169



Er zijn 3 reacties op deze inzending:

Naam:
kees niesse
Datum:
27 juli 2016
Neen Joanan, zelden zit ik in een restaurant. Ik kook liever zelf. Toen mijn dochter 25 jaar getrouwd was, daar is de foto van.
Naam:
kees niesse
Datum:
27 juli 2016
Het dragen van kleding is in de loop der tijden steeds veranderd. Mijn vader droeg altijd een stropdas bij zijn kostuum, soms ook nog een hoed en de vouw in zijn pantalon was messcherp. Dat zie je haast niet meer, behalve bij de kakkers. Thuis liep moeder in werkkleding en een schort, maar als ze uitging was ze een dame in een mantelpakje met hoedje en een tasje over haar arm. Tegenwoordig zie je vooral jonge vrouwen een spijkerbroek dragen vol met scheuren. Ik vroeg toen aan iemand of ze gevallen was. Begon dat lieve meisje te lachen, ze zei dat het de nieuwe mode was. Zo zie je maar, alles verandert door de tijd.
Naam:
Joanan Rutgers
Datum:
27 juli 2016
Dat te netjes moeten zijn op nieuwe, dure kledij is inderdaad typerend. De terreur van ouders richting hun gedresseerde, gecorsetteerde, met straf bedreigde kinderen is werkelijk om van de te kotsen. Strafmiddelen zijn geheel uit de tijd en zinloos gebleken. Toch duikt dit dwaze primitivisme nog steeds her en der op. De mensheid leert maar moeizaam en traag van de pedagogische fouten. Weer die foto van jou in dat Chinese restaurant, beste Kees, eet je daar dagelijks of dineer je ook nog wel eens in een andere eetgelegenheid?... Zo ja, bewijsfoto graag!...

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)