Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

De Ark van Noach

‘Zie jij dat ook, opa? Dat daar, die ene wolk, dat lijkt Poekie wel en die daarachter rent, lijkt sprekend op Knabbeltje, mijn konijntje.’
‘Jazeker, opa herkent ze wel,’ liegt opa.
‘En zie jij wel waar ze naar toe rennen kereltje?’
‘Nee opa, ik zou het niet weten.’
‘Nou jongen, die heel grote wolk die een poos geleden voorbij zweefde, zie je wel, daar?’ Opa wijst naar een wolk ergens in de verte. ‘Zie je wat dat is?’
‘Nee opa.’ ’Nou, dat is een schip.’ ‘Een schip?’ ’Ja, kijk maar eens goed.’
‘Nu je het zegt opa, ik geloof dat ik hem herken,’ liegt het kleinzoontje. ‘Weet je waarom ze daar achteraan zweven?’
‘Nee opa.’ ‘Die heel grote wolk jongen, dat is een ark, een soort ark van Noach. Ken je dat verhaal?’ ‘Ja opa, een mooi maar een beetje een vreemd verhaal.’
‘Misschien wel, maar misschien ook niet. Weet je jongen, de wolken weerspiegelen de verhalen die zich hier op aarde afspelen.’ ‘Echt waar?’ ‘Net zo waar, als dat Sinterklaas bestaat.’ ‘Gossie, nooit geweten opa.’ ‘Nee, natuurlijk weet je dat niet; daar zijn opa’s voor om dat jullie te leren.’
‘Ik zal je gelijk maar vertellen waarom Poekie en Knabbeltje achter dat schip aan zweven. Ze willen mee in het schip, weg van deze plek.’
‘Maar waarom toch opa?’
‘Nou, ik vertelde je dat de wolken de verhalen weerspiegelen die hier op aarde gebeuren, maar soms ook die nog staan te gebeuren. Als je goed kijkt zie je daar in de verte heel zwarte nare stinkende wolken aankomen.’
‘Ja opa, die zijn niet zo mooi en lijken zo boos en stinken.’
‘Eigenlijk zijn het geen wolken, maar vieze smerige walmen van fabrieken en zo. Poekie en Knabbeltje proberen ze te ontlopen en dat lukt hun vast wel.’
‘Ja opa, ik denk dat zij vast wel mee kunnen met de ark, wij niet hè. Wij zien die walmwolken straks langskomen en ze stinken en zijn vies.’
‘Weet jij wat jij, en alle andere jongetjes zoals jij, straks moeten gaan doen, als jullie groot zijn?’ ‘Nee, opa, ik zou het niet weten.’
‘Jullie moeten ze gaan vangen en allemaal opsluiten, want we willen ze toch niet meer zien?’ ‘Nee, opa , het zijn grote viezeriken.’
‘Juist jongen en dan zullen de wolken ook niet meer over hun vertellen.’
‘Maar waarom, heb jij dat dan niet geprobeerd opa?’
‘Echt waar jongen, opa heeft het geprobeerd, maar opa is oud en niet zo snel en sterk meer.’
‘Als jij groot bent, weet ik zeker dat het je gaat lukken.’
Opa bevoelt de spierballen van z’n kleinzoon en zegt:
‘Ik voel het al wel jongen, jij hebt nu al spierballen, jij wordt reuze sterk.’ Het kereltje glundert van trots.
‘Zul je het proberen jongen?’
‘Ja, ik beloof het opa.’
‘Goed zo jongen, nu weet ik dat het zeker goed komt.’

Schrijver: catrinus
Inzender: C.A. de Boer, 21 februari 2019


Geplaatst in de categorie: familie

4.0 met 2 stemmen 221



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)