Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

. . . Niemand zeggen . . .

Ten behoeve van de geachte lezer, voor wie de door mij beoogde samenhang van dít verhaal niet geheel of, erger nog, geheel niet duidelijk wordt, verwijs ik gaarne naar de bron, de onderstaande en eerder door mij ingezonden bijdrage: “Koud vuur” (verhaal nr. 2564) van 20 juli 2007.

Kort samengevat bevat het bovenstaande de informatie, dat mijn grootmoeder aan de ziekte van Alzheimer leed en, na enkele jaren van voortdurende aftakeling de laatste maanden slechts vegeteerde. Zij overleed op een zelfde leeftijd die ook ik op dit moment heb: 84 jaar oud. Aangezien deze variant van dementie soms erfelijk is, komt mijn grootmoeder de laatste jaren op zekere tijden weer eens in beeld, zeker wanneer ik bij mij weer overeenkomstige factoren meen te bespeuren, die zich toen bij haar ook steeds meer manifesteerden. Daarbij reken ik bewust niet de lichte mate van vergeetachtigheid die bij de vele personen op leeftijd meer regel dan uitzondering zijn. Wel ben ik iedere keer weer ongerust wanneer ik, zonder dat ik me er op dat moment van bewust ben, niet logische handelingen verricht. Oma was daar, zonder enige vorm van ondeugendheid of kwade opzet, een ware meesteres in.

“Zakdoekje leggen”. . .
Vandaag heb ik mijn vrouw weer naar beste vermogen geholpen met het schoonhouden van onze woning. Gewapend met een plumeau en met een stofdoek wielde ik alle leefruimten door terwijl zij even later met de stofzuiger op de voet volgde. Op het moment, dat ik beide schoonmaakattributen had uitgeklopt zat de taak voor mij erop. Wij noemen deze rolverdeling en de samenwerking wel eens ‘de lamme helpt de blinde’, met als gevolg, dat wij tot nu toe ondanks alle gebreken nog geen beroep op mantelzorg of hulp van een instantie behoeven te doen. Na afloop heb ik nog even uitgerust en voor het beeldscherm gezeten. Een plotseling lopende neus wilde ik met mijn zakdoek stoppen en . . . ik trok de stofdoek uit mijn broekzak. Het is voor u niet moeilijk te raden waar ik even daarvoor mijn zakdoek had opgeborgen.

“Niemand zeggen”. . .
Het spreekt vanzelf, dat ik deze verwisseling onopvallend ongedaan heb gemaakt. Het is niet de vrees, dat er, weliswaar goed bedoeld, om wordt gelachen maar meer het feit, dat mij dan steevast wordt verzekerd: ‘joh, dat heb ik zo dikwijls of: dat gebeurt mij ook regelmatig.’ Mijn grootmoeder reageerde dan prompt en werd letterlijk en soms figuurlijk agressief: haar haan moest en zou dan altijd koning kraaien (Kukeleku kraait onze haan. . . ) Toch zijn er dagen bij, die ik als normaal ervaar en zelf aan dingen of te verrichten taken denk die op dat moment van pas komen maar niet expliciet aan mij zijn gevraagd. Natuurlijk is het best mogelijk, dat ik me soms zorgen maak om een verschijnsel dat wel op een begin van dementie lijkt maar dat de vrees voor Alzheimer nog steeds ongegrond is. Een uitgebreide medische test in het ziekenhuis door een internist een kleine tien jaar geleden bevestigde dat toen afdoende.

“Twee paar schoenen heb ik aangedaan”. . .
Inderdaad, tot slot wil ik u deze stunt van mijn oma niet onthouden. Oma woonde nog in haar eigen woning in een naast onze woning liggende beneden woonlaag. Beide leefruimten waren van binnenuit toegankelijk gemaakt, zodat zij niet naar een verpleeghuis moest verhuizen. Op een ochtend, in de tijd dat ze zich nog verbaal kon uiten maar dat voor haar de realiteit al zoek was, riep ze mijn moeder (voor haar: de zuster) en eiste van haar, dat ze onmiddellijk haar linker pantoffel aan haar voet wilde hebben. Deze was zoek en zo wilde zij niet lopen. Twee tantes, die toevallig op visite waren, hebben samen met moeder meer dan een uur zonder resultaat gezocht en oma stond weer eens op ontploffen. Op het moment, dat zij driftig opstond en wankelend maar ook ogenschijnlijk mank lopend zelf op zoek wilde gaan, bleek tot ieders verbazing, dat zij twee pantoffels aan haar rechtervoet droeg. Ze waren klemvast in elkaar geschoven en het deel onder de hiel was platgetrapt. De ‘zusters’ kregen natuurlijk weer de schuld.

Zowel mijn vrouw als ook ik hebben ooit getracht dit kunststukje na te doen, hetgeen uitmondde in hilariteit en het is ons dan ook niet gelukt. – Dat laatste blijft natuurlijk onder ons, toch? – Afgesproken!

Schrijver: Günter Schulz, 20 juli 2019


Geplaatst in de categorie: individu

4.0 met 1 stemmen 765



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Karel Jong
Datum:
20 juli 2019
Sfeervolle en zeer persoonlijke bijdrage van onze nestor van de site.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)