Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

PAULS WERKEND ONDERBEWUSTZIJN

Het achtjarige jongetje Paul lag 's avonds warm in zijn knusse bed.
Tik, tik, klonk het achter het raam. Paul tuurde scherp. Daar buiten sloeg een nachtzwaluw met zijn kopje tegen het glas. Een dof roepend "rrrorr" kwam uit het bruine lijfje.
"Kom met mij mee," meende Paul te verstaan. Gauw kleedde hij zich aan, op zijn tenen de trap af. Heel, heel voorzichtig de keukendeur open. Gelukkig waren vader en moeder druk aan het babbelen in de huiskamer. Ze hadden niets gehoord.
Wonderlijk! Daar kwam de nachtzwaluw al aan en vloog voor Paul uit, die hem volgde met snelle stappen. De jongen liep verbaasd door een bos, dat doordrongen was van een vaag rossig licht. De nachtzwaluw vloog naar de top van een heel hoge boom.
"Wel verbazend!" dacht Paul. "Zonder moeite klim ik in die boom, spring zomaar van de ene tak op de andere."
Voordat Paul wist wat er gebeurde, zat hij in een geweldig groot nest: een kamer van in elkaar gevlochten takken en twijgjes. In het midden van de ruimte stond een klein tafeltje.
"Paul, smul maar eens lekker!" piepten de vier jongen van de nachtzwaluw.
Het volgende ogenblik stroomde er allemaal honing over het tafeltje. Paul likte het gulzig op, terwijl er zes vogels genoegzaam toe keken: de vier jonge vogeltjes, moeder vogel en vader vogel, die Paul hierheen had geleid.
De honing smaakte voortreffelijk. Paul had al gauw zijn buik vol. Vader begon met zijn vleugels te klapperen. Het nest en de vogels verdwenen. Paul wed omsloten door dichte mist.
Een grote man stond naast de jongen en pakte hem vast. Paul werd een auto ingeduwd. Deze schoot de lucht in als een raket!
"Ja, jongen," sprak de man. "Ik neem jou mee in mijn auto. We vliegen regelrecht naar de maan."
Paul was te verbaasd om iets te zegen. Angstig en nieuwsgierig ging er van alles door zijn hoofd.
"Moet ik voor altijd op de maan blijven? Zal ik deze reis overleven? Wat kan ik doen om weer op de aarde te komen?"
De mist verdween. Paul zag de bleke maan op zich af komen, en steeds groter worden... In zijn opwinding duwde hij tegen de arm van de man aan.
"Rotjongen, ik smijt je naar de aarde terug!"
Zo gebeurde het. Paul werd uit de vliegende auto gegooid.
"Ooh, straks lig ik in stukken op de grond!" gilde hij in doodsangst. Pikzwarte nacht om hem heen... Geen enkele hoop...
Maar wat een wonder! Paul belandde zacht in een mooie bloemenwei, terwijl een stralende zon verrees.
"Ik voel dat ik nu opeens een man van dertig jaar ben," ging het door hem heen. "Wat heb ik een prachtige kleren aan. Hoe kan dat?"
Tussen de bloemen stapte een blonde juffrouw naar Paul toe. Haar lange beige jurk met bleekroze rozen leek wel een frisse zucht te veroorzaken.
"Goedemorgen, meneer de baron!" riep ze opgewekt uit. "Laat mij u toch vergezellen."
Arm in arm stapten baron Paul en jonkvrouw Viola voort. Zon en bloemengeur gaven het tweetal allemaal blije gedachten. Maar opeens... Dichte duisternis! Baron Paul voelde een ruk aan zijn arm. Zijn nieuwe vriendin was verdwenen!
Hard schreeuwend holde hij over het nachtelijke veld.
"Viola, Viola! Kom alsjeblieft tevoorschijn!" riep hij wanhopig. "Ha, daar ben je dan eindelijk!"
Paul pakte Viola 's mooie jurk vast. Maar wat een schrik! Die jurk omhulde een bleek geraamte! Moest dat de eens zo schone Viola voorstellen?
"Viola, hoe ben jij zo plotseling vergaan? Waarom moet ik jou verliezen?'
De radeloze baron schoot vanzelf de blauwzwarte lucht in. Hoger en hoger ging hij. Welk verschrikkelijk lot tegemoet? Angstwekkende gestalten omgaven Paul. Donkere grijnsgezichten vol genoegen om diens angst en leed.
Paul merkte dat hij niet meer omhoog ging, maar heel langzaam begon te dalen. De aarde riep hem met vreugde terug. Paul bewoog zijn armen rustig op en neer. Zo ging hij in schuine lijn naar beneden.
Wijde boomtoppen kwamen tevoorschijn. Paul zweefde over een veld vol welriekende kamillebloemen: sterretjes van de aarde beneden hem... Boven hem, sterren van de hemel.
In aangenaam duister bereikte Paul de grond. Liefdevol omklemden de armen van Viola hem.
Zowel Paul als Viola waren nu weert kinderen van acht jaar.
"Paul, keer terug naar jouw gewone leven," sprak Viola ernstig.

Paul lag weer lekker in zijn bed.
Daar klonk het getik van de nachtzwaluw tegen het raam. Paul begreep uit zijn gedempt "rrrorr":
"In enkele minuten heb ik je de belevenis van een groot leven laten zien. Je hebt kunnen zien hoe verschrikkelijke toestanden snel kunnen veranderen in iets prachtigs."
Pauls laatste gedachte voor hij wegzakte in een droomloze slaap was:
"Wat ik in mijn droom beleefd heb, zal in de toekomst zo nu en dan als een oplaaiende vlam voor mij uit gaan."

Schrijver: Han Messie, 7 januari 2020


Geplaatst in de categorie: overig

4.0 met 1 stemmen 67



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)