Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

NATUURLIJK GEDICHT

‘Beste C., wat me opvalt aan jouw verhaaltjes is dat het wel heel veel over de natuur gaat. Waarom eigenlijk?’ vroeg Sjors me laatst.

‘Nou lees jij weleens gedichten?’ vroeg ik.
‘Om eerlijk te wezen – heel weinig; ik heb er niet zoveel mee. Veel van wat ik lees begrijp ik niet en bij herlezing meen ik weer iets anders in de tekst te zien. Zo verwarrend allemaal.’
‘Juist daaruit blijkt, dat je er dus wel gevoel voor hebt.’
‘O ja?’
‘Ja, ik zal het uitleggen. Ik schrijf veel en vaak over de natuur omdat de natuur ook een onbeschrijfelijk, soms onbegrijpelijk, mooi gedicht is. Ik loop heel vaak dezelfde routes. Eerst vond ik daar niet zo veel aan. Maar nu zie ik bijna iedere keer weer wat nieuws. Bomen bijvoorbeeld kijken soms afkeurend, grijnzen. Dan weer verwelkomen ze me weer met een open opgestoken hand of uitbundig toewuivend.
Het is zo verschillend, ook mede door de seizoenen natuurlijk. En vergeet ook al die verschillende geluiden en geuren niet, jongen dat hele pakket bij elkaar is zo indrukwekkend.

‘Is dat niet een beetje vreemd?’
‘Nee, ik denk het niet – het heeft misschien ook iets met fantasie te maken, misschien een beetje kinderlijke fantasie. Waardoor een kind misschien in wolken allerlei dingen ziet, die een volwassene niet meer ziet.
Wij volwassenen durven dat niet meer, of vinden dat vermoedelijk belachelijk.

Ken je bijvoorbeeld die Zweedse dichter Tomas Tranströmer, die in het gedicht ‘Storm’ zo mooi een reuzeneik vergelijkt met een versteende eland. Prachtig toch, zoals hij dat beschrijft zie je het helemaal voor je. Het is die ene zin die heel erg bij de meeste lezers blijft hangen, omdat hij bijzonder is en verder spreekt er iets dreigends en mysterieus uit dat hele gedicht.
Het heeft met sfeer, het gevoel dat een tekst oproept, te maken, wat een gedicht een gedicht maakt. Bij ons op school werd destijds het gedicht ‘Tsjilp’ van Jan Hanlo behandeld, het lijkt een belachelijk gedicht, maar toen het uitgelegd werd keek ik er toch anders tegenaan. En natuurlijk dat gedicht van Neeltje Maria Min: ‘Mijn moeder is mijn naam vergeten’ en ‘Het Schrijverke’ van Guido Gezelle – gewoon gevoelig en aangrijpend na uitleg.

Bij mijzelf werd dat gevoel van ‘wat is dit mooi’ opgeroepen door het ‘gedicht’ ‘Narrenwijsheid’ van J.C. van Schagen en bij sommige onbegrijpelijke, maar toch kloppende gedichten van Gerrit Kouwenaar en enkele andere van Hans Andreus, Kopland, Lodeizen, Nijhoff, enz., enz. Vaak zijn het slechts die enkele algemeen bekende gedichten die mij het meest aanspreken. Eerlijkheidshalve moet ik toegeven dat ik me meestal beperk tot bloemlezingen.
Maar toch bij een goed gedicht ontdek je soms steeds iets nieuws. Ja beste Sjors, zo werkt dat, althans volgens mij. En er is nog zoveel meer te ontdekken op dat gebied.
En als je de natuur goed bekijkt zie je dus ook steeds weer iets meer of kijk je er net even anders tegenaan.

Weet je het geheim is denk ik, dat, zoals eerder gezegd, de natuur inderdaad een eeuwig durend groot gedicht is, zoals het hele leven. Daarom schrijf ik misschien wel veel over de natuur.
Stel je open, voel haar, onderga haar, lees haar. Wees niet bang het is allemaal niet voor niets gecreëerd. Het is er voor ons allen, om te beleven, om van te genieten.’

Schrijver: catrinus
Inzender: C.A. de Boer, 12 april 2020


Geplaatst in de categorie: natuur

2.9 met 13 stemmen 111



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)