Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

MUSEUMSPROOKJE

In Antwerpens Stadspark wonen heel kleine engelen, ofwel elfen. Nu, wegens hun kleinheid zullen we hen maar lieve elfen noemen.
Overdag houden ze zich schuil in boomkruinen of binnen dichte struiken, misschien ook in holen.
Eén van die elfen heet Donderlicht. Ja, want zij vliegt juist heel graag, terwijl het hevig onweert. Eens ondernam ze iets heel merkwaardigs.
Op zekere nacht klonk er in de verte vaag gerommel. Daarbij werd de einder verlicht door een kleine bliksemstraal.
"Nu zal ik mijn naam eer aandoen," dacht Donderlicht. Ze vloog het park uit, naar dat verre onweer. Maar donder en bliksem waren verdwenen Even was het elfje teleurgesteld, maar werd spoedig opgebeurd.
Ze zag in de verte een groot gebouw, dat in hel, maar vriendelijk licht baadde.
Het elfje vloog er meteen op af.
"Wat een mooie strijdwagens boven die grote poort!" ging het door haar heen. "Sterke paarden staan ervoor. Grote gevleugelde heldinnen houden de teugels! Misschien zullen die stoere vrouwen straks wel voor donder zorgen."
Maar de mooie beelden bleven stil. Donderlicht zweefde langs de muren. Ze bewonderde de sterke bouwstenen, die zo mooi blank glansden in de lampenschijn.
Daar ging ze naar het dak. Op een manier, die alleen elfen machtig zijn, lukte het haar om naar binnen te dringen. Antwerpens Museum van Schone Kunsten kreeg nachtelijk bezoek.
De kleine waaghals vloog door schemerzalen.
"Wat is dat, al die schimmige gedaantes?" dacht ze. Haar vleugels liet ze eens heftig bewegen waardoor haar eigen lijfje licht maakte.
"O, wat een prachtige schilderijen en beelden," prevelde Donderlicht. Ze bezocht alle zalen van het Museum.
De morgen begon te gloren.
"Oohh, het wordt dag!" schrok Donderlicht. "Nee, overdag kan ik niet vliegen en naar mijn park terug gaan."
In alle haast verborg ze zich achter een schilderij, zat vastgeklemd tussen lijst en wand. Het was een kunstwerk van de herders bij het Christuskind, geschapen door Jacob Jordaens.
Donderlicht sliep in, ontwaakte enige uren later door het geluid van stemmen en schuifelende voeten. Er stonden een paar mensen voor haar schuilplaats.
"Dit schilderij hoort eigenlijk niet thuis in deze zaal," merkte iemand op. "Het is een schilderij uit 1616/17. Het hangt hier bij werken van veel latere kunstenaars.
"Nou ja," klonk een antwoord. "Dat schilderij moet erg veel licht om zich heen hebben. En kijk, deze zaal van jongere meesters heeft felle lampen. En de wanden? Ja, die hebben de kleur van zuivere, gladgeschaafde witte room.
De zalen met werken van oude meesters hebben donkerrode of -groene wanden, en zwakkere lampen. Want die eeuwenoude schilderijen komen in dat zachte licht meestal beter tot hun recht."
Donderlicht werd moe van die gesprekken en viel weer in slaap.
's Avonds vond ze weer de weg naar het dak, en ging op haar geheimzinnige manier naar buiten.

In het park waren alle elfen erg blij hun Donderlicht terug te zien.
De volgende nacht ging heel het elfenvolk onder leiding van Donderlicht naar het Museum van Schone Kunsten. Ze zweefden door de donkere zalen en maakten toen zelf licht.
Wat bewonderden ze het strijden van helden, het zwoegen van arbeidende mensen, het lijden van Christus en van geloofsstrijders.
Wat een schrik bij het zien van duivels en demonen!
Moe van het kijken en denken streken alle elfen neer op een lange bank, overtrokken met zachte stof. De kleur van die stof: edele, rode wijn. Dat gaf bemoediging om rustig verder na te denken. Die bank gaf het gevoel van bezadigde oudheid en gelatenheid, zelfs vrede om zich in het griezelige van die schilderijen vol kwade geesten te verdiepen.
De elfen schiepen broederschap tussen smaak voor nieuw en smaak voor oud. Tot nog toe konden die zinnen zich nogal eens pijnlijk door elkaar heen wringen. Voortaan zou het een schappelijk samenzijn van die smaken zijn.
Nu betoonden de elfen zich echt engelen.
Ook de lichtwerkingen binnen de zalen wisten ze vrede te geven. Schaduwlicht en fel licht waren één in zachtzinnige verdraagzaamheid.

Wat zullen de elfen van Antwerpens Stadspark in de toekomst nog brengen?

Schrijver: Han Messie
11 december 2022


Geplaatst in de categorie: kunst

4.4 met 10 stemmen 143



Er zijn 2 reacties op deze inzending:

Naam:
Ineke Dijkhuis
Datum:
11 december 2022
Ik heb genoten van je sprookje, Han. Prachtig geschreven, hoe de elfen broederschap en vrede gebracht hebben.
Naam:
An Terlouw
Datum:
11 december 2022
Han, heel graag gelezen en hartstikke gaaf! Komt er nog een deel?

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)