Het furieuze monster van Monster
'Je gaat me toch niet vertellen dat je als ik met je vrij aan een hostie ligt te denken? Ik lach me slap, zeg.' uit 'Vals licht', Joost Zwagerman
Sinds de roomse jongeling Evermoed van Bevervoorden verkering heeft met de protestantse deerne Anemone Vrijthoff komt hij ook geregeld in de Oude Kerk aan het Kerkplein 1 in Monster, wat bij hem voor de nodige verwarring zorgt, want voor de Reformatie was deze kerk nog gewoon in handen van de roomsen. Zijn roomse hart kan het niet verkroppen, dat de protestanten dat schone gebouw van de roomsen hebben gestolen, terwijl de protestantse dominee Gideon Bilderdijk iedere zondag de Tien Geboden voorleest en duidelijk stelt, dat men als goed christen niet mag stelen. 'Die protestanten doen zich vromer voor dan ze zijn!', denkt Evermoed, 'die herrieschopper Maarten Luther met zijn 95 stellingen heeft een hoop ellende aangericht!'. Terwijl hij op de slaapkamer van Anemone is, bewondert hij haar lange, heerlijk geurende haren en het wonderschone profiel van haar gezicht. 'Zal ik Grieg opzetten of heb je liever Bach?, vraagt Anemone met haar zachte, innemende stem. 'Heb je ook iets van deze tijd?', vraagt hij met een glimlach. 'Wat denk je van The Beatles?' 'Gunst meid, dat is toch niet van deze tijd!' 'Zal ik dan maar Billy Joel opzetten?' 'For God's sake, doe die zeurderige hillbilly dan maar!', denkt hij lichtelijk ontevreden. 'Doe dat, wist je trouwens dat ik 'Always a Woman' voor jou heb geschreven en dat hij het graag wilde uitvoeren?' 'Maar, Evertje, wat zeg je me nou? Wat ontzettend lief van jou!' 'Dat verdient wel een extra kusje hé!' 'Kom maar halen, romantisch liegbeest!' 'Wat zeg jij daar?', zegt Evermoed, terwijl hij Anemone speels begint te liefkozen en zij zogenaamd als een bang, wezeltje wegkruipt. Zij giechelt erover wanneer Evermoed haar te pakken heeft en hij met zijn zoenmond haar tegenstribbelende lippen probeert te kussen. Het liefdesspel is in volle gang en even later liggen zij als lome zeezoogdieren met elkaar te tongen. Zijn rechterhand glijdt over haar stevige, blote borsten, terwijl haar rechterhand over zijn gulp glijdt. Zij durft niet echt met haar hand onder zijn jeans te glijden, want afgezien van het feit, dat haar moeder ieder moment binnen kan komen, vindt zij die stap ook nog wat te eng. 'We zijn nog niet eens verloofd!', denkt zij in paniek, 'dat hij mijn blote borsten streelt is al zondig genoeg!'. Er kraakt een trap en zij fatsoeneren zich meteen. Er wordt gelukkig wel eerst netjes geklopt. 'Zo, ik dacht, ik breng jullie maar eens even wat thee met koekjes!', zegt Anemone's moeder, die de verhitte gezichten negeert en het dienblad op Anemone's bureau zet. Zodra haar moeder is verdwenen, giechelt Anemone het uit, terwijl Evermoed haar wat beteuterd zit aan te gapen. 'Missie mislukt!', denkt hij wrevelig.
'Het verloopt allemaal tergend langzaam!', zegt Evermoed tegen zijn vriend Adriaan Graswinckel, 'ik ben nog steeds niet verder dan haar blote borsten gekomen!'. 'Doe niet zo gefrustreerd, man, je kent haar amper drie maanden, weet je wel hoelang het met Katja duurde?'. 'Nee, vertel, hoelang duurde het met jouw eerbiedwaardige stoeipoes Katja!', zegt Evermoed geïrriteerd. 'Het heeft minstens een jaar geduurd, voordat zij er klaar voor was en dat ik nog snel!' 'Nog snel? Man, ik kan zolang niet wachten, it's now or never, Elvis, weet je wel!' 'Ga niet te overhaastig te werk, Eef, je kunt het ook verprutsen en dan ben je verder van huis!' 'Je hebt gelijk, ik zal wat indammen en blij zijn met wat er al is bereikt!' 'Zo ken ik je weer, tactisch blijven denken, man, bij sommige vrouwen duurt het voorspel nu eenmaal langer dan gepland, Anemone is er zo één!' 'Kan ik Katja niet een keertje van jou lenen?' 'Niet voor dat wat jij met Anemone van plan bent, boef!' 'En die Marylou de Witte, die in het kerkkoor zingt, dat is ook een lekkere stoot, zal ik die eens proberen?' 'Als je van Anemone af wilt, dan moet je dat vooral gaan doen, mafkees, nee, Eef, er zijn geen uitwegen, Anemone is op jouw pad gekomen en ik weet dat jij stapelverliefd op haar bent!' 'Klopt, maar nou ja, Casanova zal het ook wel eens tegen hebben gezeten!' 'Wat nou casanova, Eef, bazel toch niet zo, jij zit heel anders in elkaar en dat weet jij ook wel, jij bent van de serieuze soort, ook al doe je stoer en klaag je steen en been!' 'Wat anders, Aad, ik zit daar echt mee, die Oude Kerk, die is werkelijk prachtig van binnen en buiten, maar die was ooit wel van ons hé, van de roomsen bedoel ik, het tergt me enorm wanneer ik daar met Anemone ter kerke ga en ik al die zelfvoldane smoelwerken om mij heen zie, al die akelige nazaten van die dieven van tijdens de Reformatie. Ik kan dan soms zo kwaad worden, dat ik al die naarlingen uit die kerk wil jagen en een soort contra-Reformatie wil ontketenen, gewoon weer onze eigendommen in bezit nemen en die verdomde kerkratten eruit meppen!' 'Fantastisch, Eef, that's the spirit, maar vergeet niet dat jouw oogappel Anemone ook van protestantse makelij is en dat je haar dan kwijt bent!' 'Zij zal daar inderdaad geen begrip voor kunnen opbrengen, dat is waar, maar ondanks dat laait die woede alsmaar meer in mij op en weet ik niet waar dat toe leidt!' 'Bij Sint Machutus, Eef, overdrijf toch niet altijd zo, je weet zelf toch wel dat zo'n actie tegen de protestanten onhaalbaar is en het gaat je zeker niet in jouw eentje lukken, want vooralsnog ben jij de enige, die er zo over denkt!' 'Dat denk jij maar, maar ik wed dat veel roomsen dit oude onrecht willen herstellen, dat zij mijn idee ook in hun harten koesteren!' 'En dan zeker met veel geweld, zoals de protestanten destijds ook deden!' 'Dat kan niet anders!' 'Grapjas, het is hoe dan ook niet erg christelijk om geweld te gaan gebruiken!' 'Geweldig veel geweld, Aad, geweldig veel geweld!' 'Volgens mij moet jij bij nader inzien inderdaad maar zo snel mogelijk met Anemone naar bed, dan kunnen die woeste plannen van jou mooi verdwijnen!' 'Met dat eerste ben ik het inderdaad eens!', reageert Evermoed halsstarrig en buitenaards mesjogge. Zij drinken enkele Karmelieten en Evermoed snuift er een lijntje cocaïne bij. 'Wil je ook?', vraagt Evermoed tevergeefs, want Adriaan houdt het liever alleen bij zijn plastic wietzakjes. Wanneer Adriaan zijn vriend uitzwaait, denkt hij: 'Goede God, ontferm U over hem, want wieweet wat hij gaat doen!'.
Terug op de slaapkamer van Anemone heeft Evermoed ineens lak aan alle goede voornemens en kriebelt het in heel zijn lijf. Na de geijkte thee met koekjes begint hij hevig te trillen en maakt Anemone zich zorgen over hem. 'Je moet morgenochtend meteen naar de dokter gaan!', zegt zij, 'want dit ziet er echt niet goed uit!'. 'Ach, het zal mijn suikerspiegel wel zijn!', antwoordt Evermoed nogal opgefokt, 'je moeder moet de suikerpot maar aanrukken!'. 'Wat praat je ineens raar!', zegt Anemone, 'gaat het echt wel goed met je?'. 'Ik kan nog veel raarder praten, geil neukdier van mij, zullen wij maar eens lekker van bil gaan?', zegt Evermoed met een staalharde blik. Hij voegt de daad bij zijn woorden en hij drukt haar op haar bed. Anemone stribbelt tegen en zij probeert zich los te rukken, maar hij houdt haar in een stevige greep. Zo wild is hij nog nooit met haar omgesprongen. Zij voelt hoe hij haar dwingt om mee te werken, maar dat wil zij helemaal niet. Hij frunnikt al aan haar blote borsten en nu zit hij met zijn hand in haar slip te roeren. Anemone vindt dit vreselijk en zij raakt in een ernstige paniek. 'Laat me los, gek, wat mankeert jou toch?', roept ze extra luid, opdat haar moeder het zou kunnen horen. 'Kop dicht, slet, dit is toch wat jij wilt of niet soms?', reageert Evermoed totaal bezopen. 'Helemaal niet, man, laat me los, laat me gaan, idioot, haal je hand uit mijn vagina, imbeciel!', roept Anemone kwaad en zelfverzekerd. 'Daar komt eindelijk deze knakker in, zedige troela!', zegt Evermoed, die haar ineens zijn erectie toont. 'Gatver, smerige verkrachter, doe weg dat enge ding! Mamááá', help, help me, mamááá!', schreeuwt Anemone en even later rent haar moeder vliegensvlug de trap op en gaat zij zonder kloppen de slaapkamer in. 'Jezus, wat zullen we nu krijgen, waar ben jij mee bezig, raar joch, laat Anemone met rust en scheer je mijn huis uit, anders bel ik meteen de politie!', roept Anemone's moeder Machteld Vrijthoff. Evermoed stopt drukt snel zijn lans in de pijp van zijn spijkerbroek en hij rent als een gebeten hond langs Machteld, die hem met drakenvuur achtervolgt. Beneden krijst Evermoed naar boven: 'Krijg de tering, Anemone, ik hoef jou allang niet meer, en laat dat hele protestantse roversnest van jou maar naar de kloten gaan!'. 'Zo, die is weg, kom maar hier, meisje, daar zul je nooit geen last meer van hebben!', zegt Machteld, die Simone omarmt. Anemone huilt aan één stuk door en zij zegt snikkend: 'Mama, ik dacht echt dat hij lief was!'. 'Kom maar, mijn lieve kind, daar kun jij niets aan doen, mannen zijn soms echt wilde beesten en niet te vertrouwen!', zegt Machteld, en zij denkt: 'Zeker dat roomse schorem!'. Bij Evermoed zijn alle remmen losgeslagen en hij fietst met twee jerrycans vol benzine richting de Oude Kerk, waar, gezien de vrieskou, nauwelijks mensen aanwezig zijn. Met een koevoet weet hij een deur te forceren en sluipt hij naar binnen. Het is er schemerig en zijn ogen moeten even wennen om duidelijk zicht te krijgen. Hij baant zich een weg naar de 11-de eeuwse toren en terwijl hij de ronddraaitorentrap opklimt, laat hij een spoor van benzine op de treden vallen. Terwijl hij zo ronddraait en alsmaar hoger klimt, denkt hij: 'Verdomme, Anemone, to hell met jouw zedige gedoe en al die vervloekte protestanten met jou!'. Eenmaal bovenop de toren snuift hij enkele lijntjes cocaïne naar binnen en rookt hij nog een laatste sigaret. De nog brandende peuk gooit hij schijnbaar achteloos in de bewust volop gemorste benzine. Het vlamt meteen en enkele minuten later staat de toren in brandt. 'Als wij hem niet meer kunnen krijgen, dan jullie ook niet meer, stelletje rotprotestanten!', schreeuwt Evermoed vanaf de hoge toren. Hij zit hoe beneden de mensen omhoog staren. Hij ziet een in zijn ogen kleine brandweerauto naderen en hij hoort de sirene. Vanaf zijn hoogte klinkt het geluid potsierlijk, Madurodamachtig. 'Allemaal minuscule mensen en vanuit de kosmos gezien zijn ze zelfs onzichtbaar', filosofeert hij. Zodra hij vlam vat, aarzelt hij geen moment en springt hij naar beneden. Hij denkt nog even het verschrikte O-geluid van de mensen te horen, maar dan slaat hij dodelijk te pletter. De brandweerman, die een blusdeken over zijn lichaam gooit, weet dat het geen zin meer heeft. Voor de toren hebben de bluswerkzaamheden ook geen zin meer, want die staat in lichterlaaie en stort meer en meer in. Adriaan en Anemone staan inmiddels ook naar de torenbrand te kijken en het is maar goed dat Anemone niet de verwijtende blik in Adriaan's ogen ziet, nadat hij haar opgemerkt heeft. Adriaan weet ergens wel dat haar niets te verwijten valt, maar hij moet ergens heen met zijn verdriet en woede.
23 januari 2023
Geplaatst in de categorie: emoties