De zwarte romanticus van Ballum
Het kolderieke orgeltje in de Nederlands Hervormde kerk van Ballum doet wat alle protestantse orgels in Nederland doen; hij braakt weemoedige orgelklanken uit, die de zenuwen van ieder aanwezig kerklid op de proef stelt. Voor de hoog sensitieve Ritske Terpstra is dat orgeltje een afschuwelijk martelwerktuig, waar hij het liefste met een bijl op in wil hakken. Hoe meer dat vreselijke instrument de brave gemeente aanspoort om de psalmen en gezangen te zingen, hoe meer Ritske's nek naar voren knikt. Om zich van die kwelling te ontdoen, probeert hij zich enkel en alleen op de zangteksten te concentreren, maar dat lukt hem slechts tijdelijk, want het orgeltje weet de stemmen steeds weer te overheersen. Daar is het orgeltje blijkbaar voor gebouwd. Van Ritske mag dat irritante onding vandaag nog bij de vuilnis, want hij wordt hartstikke depressief van die melancholische klanken. 'Dat vervloekte ding zuigt al mijn levenslust weg!', denkt hij wanhopig en onmachtig, 'er komt ooit een dag, waarop ik wraak zal nemen!'. Terwijl dominee Bokke Nouta met zijn preek begint, gluurt hij zo onopvallend mogelijk naar Nynke Kamminga, die keurig gekleed en gekapt in een zijbank zit. Van zijn kennis Sicke Foppes weet hij, dat Nynke haar verkering met Hidde Nanninga heeft uitgemaakt en dat zij weer volop in de race is. Sicke zit trouwens ook naar haar te gluren, ziet hij ineens. Het is alsof Ritske in de spiegel kijkt, want Sicke kijkt net zo geniepig en gespannen als hij dat doet. Hij krijgt het ineens extra benauwd en heet. Zweetriviertjes glijden uit zijn oksels richting zijn taille. 'Volgens mij heeft Sicke mij nog niet gezien, maar dat kan elk moment veranderen!', denkt Ritske met een knalrood hoofd. Sicke kan zijn ogen niet van de hoogst lieftallige en aantrekkelijke Nynke afhouden. Net als Ritske luistert hij nauwelijks naar de deprimerende preek van dominee Nouta, die als een vervelende papegaai nogmaals alle ellende in de wereld opsomt. Hij kan de preek al helemaal uittekenen, want na al die oorlogen en aardbevingen komt natuurlijk het verlossende Woord van God en de Liefde van Jezus Christus, die dat alles heeft overwonnen. 'Door in Jezus te geloven, kunnen wij alle rampspoed hier op aarde aan, wat er ook gebeurt!', denkt Sicke cynisch, 'door te geloven stijgen we boven al het leed uit!'. Alsof er sprake is van telepathie, antwoordt Ritske in gedachten: 'Het leed is niet zomaar uit de wereld en de Christusgeest is ook in het leed aanwezig! nee, juist in het leed aanwezig!'. 'Ieder heeft zijn eigen kruis te dragen!', denkt Sicke, 'zo verlang ik zielsveel naar wat tederheid van die lieve engel daar!'. 'Ik smacht echt naar haar, mijn hemel, wat wil ik haar graag kussen en wat wil ik graag door haar gekust worden!', denkt Ritske, terwijl het verwachte gebeurt, want zijn ogen kruisen ineens de ogen van Sicke. Twee ogen zien twee ogen, die exact hetzelfde in zich dragen en willen. Het is alsof twee tijgers elkaar plotseling in de ogen kijken, terwijl zij beiden hetzelfde prooidier willen vangen. Ritske beseft nu overduidelijk dat Sicke net zoveel naar Nynke verlangt, zoals hij dat doet. Het was geen toeval dat juist hij het aan hem vertelde, dat Nynke weer in de markt is. 'Dan ga ik jullie nu graag voor in het gebed, dat Jezus ons geleerd heeft!', zegt dominee Nouta, 'Onze Vader, die in de Hemel is, Uw naam worde geheiligd, Uw Koninkrijk kome, Uw wil geschiede, op aarde zoals in de Hemel,...'. 'Zo Boven, zo onder!', denkt Ritske gauw, terwijl hij snel zijn ogen opent en naar Nynke loert. 'Wat is ze mooi zo met haar liefdevol gesloten ogen!', denkt hij, 'O, wat zou ik haar zachte oogleden graag willen kussen!'. Daarna kijkt hij even heel snel naar Sicke, die het Onze Vader ook gebruikt om onbespied en ongemerkt naar Nynke te gluren. Verschrikt sluit Ritske meteen zijn ogen dicht en denkt hij: 'Holy shit, het is dus echt waar, die vuile rat is ook op haar!'.
Een maand later treffen Ritske en Sicke elkaar in de kroeg 'Het Witte Paard' in Nes. Ze raken met elkaar aan de praat over wat ze later willen worden en of ze nog wel op Ameland willen blijven wonen. Ritske peinst erover om makelaar te worden, want die huizenmarkt, dat blijft in de toekomst echt een dingetje, denkt hij. Sicke wil het liefste een groot schrijver worden, maar hij is realistisch genoeg, zegt hij, en een baan als museumdirecteur ziet hij ook wel zitten, als hij maar ooit een gloednieuwe Jaguar onder zijn kont heeft zitten. 'Je realismebesef mag ook wel wat bij geschuurd worden!', reageert Ritske, 'museumdirecteur, há! ze zien je aankomen!'. 'Nou, dan wordt ik toch gewoon een nieuwe soort Jan Wolkers, ik heb eilandervaring genoeg!', zegt Sicke met volle overtuiging, 'bovendien hou ik net zoveel van de lekkere wijven als hij dat deed!'. Ritske moet vreselijk lachen en hij bestelt nog eens twee Texel skuumkoppe biertjes. 'Ik heb zo een afspraak bij 't Badhuys!', zegt Sicke opeens met een triomfantelijke grimas. 'En wat moet je daar dan?', vraagt Ritske verbaasd. 'Man, weet je dat dan niet, daar werkt Nynke als masseuse!'. 'Je meent het? Maar laat jij je dan door haar masseren?' 'Zeker weten, makker, het kost wel een paar centen, maar daar krijg je dan ook heel wat voor terug!' 'Hoelang duurt zoiets?' 'Dat hangt er vanaf wat je kiest en ik ga voor het allerlangste, de Totally Relaxed, die 100 minuten duurt!' 'En wat kost dat grapje?' '125 euro, maar zeg nu zelf, slim van me hé? Ze werkt er nog maar twee weken, maar ik heb speciaal naar haar gevraagd!' 'Ik wist helemaal niet dat ze daarvoor is opgeleid!' 'Ik ook niet, maar daar kwam ik onlangs achter, een vriend van me, Hannes, die ken je niet, maar die heeft de Stress Relief Massage bij haar gedaan en dat vond hij toch lekker! Veel beter dan die hoeren in Ljouwerd zei hij!' 'O, zei hij dat!' 'Maar ik moet nu gaan, kerel, anders loop ik mijn verwennerij mis en dat moet je zeker niet willen!' 'Nou, veel plezier en dan zie ik je wel weer eens!' '100 minuten, man, tijd genoeg om dat mokkel te versieren!', roept Sicke nog even in de deuropening. Met een enorme wrevel op zijn gelaat zit Ritske hem via het raam na te kijken. Bij iedere slok bier zwelt zijn jaloezie aan en beginnen zijn armen meer en meer te trillen. De aanstaande 100 minuten zijn een ware hel voor hem en hij gruwelt bij de gedachte aan Sicke, die vast met een brede glimlach op de massagetafel ligt en expres aangedikte kreungeluiden maakt bij iedere streling, die Nynke hem geeft. Hij besluit het hier niet bij te laten en hij gaat over op de jenever. Na drie glaasjes jenever verlaat hij de kroeg en fietst hij met onzichtbare adelaarsvleugels naar de Polderweg 2, waar het pijnigende schrikbeeld zich daadwerkelijk afspeelt. Hij draait een sjekkie met wat verkruimelde stukjes hasj en hij wacht net zolang totdat de 100 minuten voorbij zijn. Het duurt verschrikkelijk lang en hij kan zichzelf maar moeilijk in bedwang houden. Hij is in staat om die hele massagesalon in de fik te steken, want hij voelt zich ook verraden door Nynke. 'Maar die doet gewoon haar werk!', bedenkt hij snel, 'het is die vieze, vuile klootzak van een Sicke, die er zo'n rotzooi van maakt!'. De resterende minuten broeit er niet veel soeps in Ritske en krijgt het wrekende deel in hem ruim spel. Hij krijgt zijn woede niet weg geblowd.
Zodra Ritske de overgelukkige Sicke uit 't Badhuys ziet komen, schiet Ritske op hem af. 'Hé, Ritske, jij hier?', zegt Sicke nogal verwonderd. 'En hoe was het? Heeft ze jou de hele tijd lekker gemasseerd? En denk je nou soms dat je haar versierd hebt?', vraagt Ritske met ronddraaiende ogen en supergrote pupillen. 'Even dimmen hé, mafkees, laten we anders even een stuk gaan fietsen, dan hebben we het er wel over!', zegt Sicke bijzonder overrelaxed. 'Mijn idee!', zegt Ritske en even later fietsen ze samen Nes uit en gaan ze richting nowhere. Hoe meer Sicke uit de doeken doet over hoe het was, hoe meer Ritske het op zijn heupen krijgt. Ritske walgt vreselijk veel van Sicke, maar hij probeert daar niets van te laten merken. Dat lukt helaas niet helemaal. 'Weet je nog ongeveer een maand geleden in de kerk?', vraagt Ritske, 'toen wij beiden naar Nynke zaten te loeren!'. 'Was dat zo?' 'Ja, dat was zo en ontken dat nou maar niet, huichelaar!' 'Huichelaar? zeg, Ritske, volgens mij kunnen we nu beter ieder een andere kant op gaan fietsen!' 'Nou, ik bedoel, jij had toch ook een oogje op Nynke toen?' 'Dat kan zo geweest zijn, in ieder geval nu wel!' 'Nu wel ja, dat begrijp ik tenminste van je en je hebt meteen boter bij de vis gedaan!' 'Heb je daar soms bezwaar tegen?' 'Nee, natuurlijk niet, dat is jouw goed recht!' 'Nou dan! waar stuur je nou toch op aan, man?' 'Dat vertel ik je later wel!'. Ze trappen flink door en op een gegeven moment naderen ze de Oerdblinkert, waar ze hun fietsen in het duinzand gooien en omhoog lopen. Bij iedere stap omhoog zakt Ritske steeds meer weg in zichzelf, in een pikdonker heelal waar krijsen geen enkele zin heeft. Eenmaal boven op de duin haalt Ritske een steen uit zijn jaszak, waarmee hij Sicke keihard op zijn achterhoofd slaat. Sicke blijft gewoon staan en hij draait zijn hoofd langzaam naar Ritske om. 'Wat krijgen we nou?', zegt hij en hij stort ineen. Daarna slaat Ritske hem nog een paar keer op zijn hoofd, totdat Sicke geen teken van leven meer geeft. Denkend dat hij Sicke heeft vermoord, fietst Ritske als een bezetene richting de Nederlands Hervormde kerk in Ballum. Het is inmiddels al schemerig geworden en hij plast eerst even tegen de vrijstaande klokkentoren. 'Een handig pispaaltje!', grapt hij. Waarschijnlijk is de koster vergeten om de kerkdeur op slot te doen, want Ritske kan zo naar binnen lopen. Hij kent er blindelings de weg en hij beklimt eerst de preekstoel, een kuipmodel van Claes Jelles uit 1604. 'Hallo, stelletje idioten, we gaan vandaag helemaal niets zingen en ik zal er eerst voor zorgen dat dat mormel daar in de hoek voor altijd zijn klep houdt!', preekt Ritske. Met de kaarsenstandaard slaat hij even later het hele orgel aan gruzelementen. Het valt hem nog mee dat er niemand op het lawaai af komt. Daarna kijkt hij minutenlang naar de dikke dwarsbalken. Hij haalt een lang gordijntouw uit de consistorie en hij stapelt een heleboel banken en stoelen op elkaar. Hij ontbloot zijn armen en op zijn linkerarm zet hij met een zwarte stift 'Vergeef' en op zijn rechterarm 'mij!'. Hij klautert op de stapel banken en stoelen. Omdat hij denkt, dat hij Sicke heeft vermoord, is zijn zelfhaat tot het toppunt gestegen. Hij doet zijn hoofd in de lus en met een betraand gelaat trapt hij de stoelen onder zich weg. Na wat heen en weer gebungel en spastische bewegingen hangt hij even later roerloos aan het koord. Enkele minuten te laat voor Sicke, die uit zijn bewusteloosheid is ontwaakt en de achtervolging heeft ingezet. Sicke ziet Ritske's fiets tegen de klokkentoren staan en hij rent meteen de kerk in. Daar schrikt hij ontzettend van wat hij voor ogen ziet. Hij krijst: 'O, nee, arme Ritske, dat had jij absoluut niet moeten doen! Natuurlijk was jij kwaad op mij, maar kijk, ik mankeer niks! Ik bloed alleen maar wat! O, arme Ritske, als jij zoveel van Nynke houdt, dan zou ik jou toch geen strobreed in de weg leggen! Hoe kun je nu nog van haar houden? Of juist nu wel? O, arme Ritske!'.
11 februari 2023
Geplaatst in de categorie: emoties