Massagebed
De man die naar mijn voordeur loopt, komt me vaag bekend voor. Aan zijn schouder hangt een bruine canvas tas. Als hij mij ziet, steekt hij een hand omhoog en glimlacht. Ik hoor hem rommelen bij de brievenbus. Ik wacht een ogenblik en loop dan naar het halletje. Op de mat ligt een flyer. ‘MASSAGEBED’ is het enige woord dat ik zonder mijn leesbril kan lezen. Ik ga weer in mijn stoel voor het raam zitten en pak mijn leesbril uit de vensterbank. De flyer informeert over een initiatief van de buurtkerk. ‘Natuurlijk’ denk ik, ‘dat was de pastoor.’
De informatie op de flyer komt erop neer dat na alle ellende van de corona, energieprijzen die de pan uit rijzen en de tweespalt in de samenleving, iedereen welkom is op het massagebed. Iedereen kan tegenwoordig een flinke dosis liefde gebruiken en de kerk opent daarvoor graag haar deuren. ‘Dat mag nogal een bed zijn’ denk ik aanvankelijk, maar moet er meteen om lachen. Niet iedereen neemt gelijktijdig op het massagebed plaats natuurlijk.
Ik heb er wel oren naar, hoewel ik opzie tegen het op mijn beurt moeten wachten. En ik heb het niet zo op kerken. De muffe lucht, de galmende geluiden, de donderpreken, de pastoor bij de deur die je hand altijd net te lang vasthoudt en zich tegelijkertijd aan je vastzuigt met zijn blik. Dit buitenkansje is echter te mooi om te laten lopen. Ik zal zorgen dat ik ruim voor tijd aanwezig ben, zodat het wachten nooit heel lang kan duren.
Op D-day douch ik me grondig, scheer me, knip mijn nagels en trek de sexy slip aan, die ik ooit gekocht maar nooit gedragen heb. Ik kleed me zo dat ik straks geen tijd verklooi met gehannes met knoopjes en ritsen. Een t-shirt, joggingbroek en crocs … deze jongen ligt in een paar seconden klaar.
Ik ben ruim voor de opening van het paradijs present. Naarmate de tijd verstrijkt, groeit de menigte voor de kerk gestaag.
Vrijwel alle vrouwen dragen zwarte kousen en dat is iets wat mij altijd enorm prikkelt. In de voorhoede spot ik er meerderen waarmee ik straks graag het massagebed deel. Qua kleding val ik uit de toon, zie ik, maar straks denkt iedereen: ‘Die heeft het goed geschoten. Hij ligt al.’
En dan is het zover. Meneer pastoor gooit persoonlijk de twee zware toegangsdeuren open. We stromen naar binnen en vullen de kerk van voren naar achteren. Een kwartier later zijn alle banken bezet. In die tijd heb ik vergeefs gezocht naar het massagebed. Vermoedelijk wordt het straks in een soort processie met wierook en wijwater naar binnen gereden.
Meneer pastoor schrijdt over het middenpad naar voren en beklimt de kansel, waarbij hij zijn gewaad tussen duim en vingers iets optilt. Staande achter het katheder heet hij ons welkom. Hij is enorm verheugd dat zo veel mensen nog geloven in de liefde. Voor we beginnen, nodigt hij ons uit psalm 35:6 ‘Liefde tot elkaar’ te zingen. Daarop staan alle aanwezigen op. Een tegenvaller, maar we bevinden ons in een kerk, dus eerst het lijden dragen en later de de beloning innen. Het offer zou meer dan gecompenseerd worden. Als de laatste regel van de psalm geklonken heeft, kondigt de pastoor aan het tijd is voor het massagebed. Opgewonden kijk ik om me heen.
Het eerste gebed wordt ‘Het onze vader’, daarna kondigt de pastoor steeds het volgende gebed aan. Dit is het moment waarop de verschrikkelijke waarheid in me neerdaalt. Ik zit verdomme op de voorste bank, recht voor de kansel, en zie mezelf absoluut niet opstaan en onder het oog van de honderden bezoekers naar de uitgang lopen. Anderhalf uur later ben ik thuis, bekaf van de spanning. Ik kleed me uit en zie mezelf in de spiegel staan: een oude man met een ronde rug in een belachelijke onderbroek.
Geplaatst in de categorie: erotiek