Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

OP WEG NAAR DE EEUWIGE RIETVELDEN

Het was in de tijd dat de zonnegod Ra in Egypte de voornaamste God was en de Farao een halfgod.
Bafti en zijn zoon Djar kwamen binnen, zichtbaar vermoeid na een dag gerst oogsten en zetten hun sikkels tegen de muur van de boerderij. Binnen schepte moeder Siti een stevige maaltijd op van brood bonen en wat vis en vulde kannen met bier wel zo dik en stroperig, dat het geen drinken was, maar eerder soep die een belangrijk onderdeel van de maaltijd vormde. Regelmatig waren bier en water en brood het enige dat op het menu stond.

Het was in het vroege voorjaar een en al bedrijvigheid in de vruchtbare Nijl Delta. Er werden vruchten geoogst en groenten en gerst. Er werd vis gevangen en vee gehouden, want voordat de zomer kwam met zijn grote overstromingen, moest men klaar zijn op het land en zijn waren zien af te leveren om arbeidersdorpen gevestigd rond de piramidebouw en priesters in tempels en het hof van de Farao van voedsel te voorzien. Men werd altijd betaald in natura.

Djar had de leeftijd bereikt waarop hij voor het eerst een paar maanden als seizoenarbeider mee zou gaan om mee te helpen met de bouw. Zijn vader had hem al aardig voorbereid. Het was zwaar werk wat hen te wachten stond, veel zwaarder nog dan op het land! Siti had het geluk in die periode in de keuken van het paleis te kunnen werken als hulpje van de koks.
Zij stond elke zomer weer versteld van de grote hoeveelheid voedsel, vaak driemaal daags een uitgebreid banket, die aan het hof verslond. Vooral de Farao zelf voldeed niet bepaald aan het ideaalbeeld geschetst op wanden en papyrus. Sterk, slank, gespierd, mooi. Drie maal per maand kreeg hij een klysma teneinde verstoppingen en teveel aankomen tegen te gaan had zij gehoord. Veel hielp het allemaal niet.

Bij de bouw van een nieuw Koningsgraf waren tienduizenden mensen betrokken. Van boeren en seizoenwerkers tot steenhouwers en sjouwers, van opzichters en architecten tot controleurs. En iedereen moest goed worden gevoed en dat was mogelijk in de welvaart van de maatschappij die ter plekke was ontstaan. Deze was goed georganiseerd en gestructureerd. Dagelijks was er aan- en invoer van voldoende rundvlees, geiten en - schapenvlees, graan, bier en vis, gevogelte en fruit om dit te bewerkstelligen en de conditie van o.a tillers, hijsers en experts op pijl te houden. Duizenden mannen werden in ploegen verdeeld en vonden in barakken en eetzalen onderdak. Koks en bakkers vonden er emplooi.

Vrouwen en kinderen die in de buurt van de bouwplaats op een nederzetting of in een dorp woonden, hielpen soms ook mee, vooral de kinderen die opgeleid moesten worden door hun vader. Het voorgeschreven dat een vak over moest gaan van vader op zoon. Alleen koningskinderen kregen les in kunsten en wetenschappen en schrijvers in spe in schrijven. Meisjes werden opgeleid door hun moeder.

Bapfi en Djar kwamen terecht bij de ploeg van de steenhouwers en beitelden en hakten in de brandende zon de op sleden aangesleepte of per schip aangekomen stenen in de vereiste vorm en maat. Er waren dagen dat zij halverwege het bouwwerk zaten, nog dichter bij de gouden schijf die werkelijk een koperen ploert kon zijn. Katoenen lappen om het hoofd gewikkeld beschermden hun kaalgeschoren hoofden nog enigszins tegen de brandende zon.

Tweehonderd blokken beton van 2 a 3 ton werden in een maand verscheept en afgeleverd via aangelegde waterkanalen. Dan deels op sleden van bijeengebonden boomstammen voortgetrokken. Vooral vaste arbeidskrachten moeten toch aardig versleten ruggen en gewrichtsklachten hebben gekend na jaren zulke zware arbeid te hebben verricht. Seizoenwerkers hadden daar minder snel last van.
Paki was de beste vriend van Djar en even oud als hij. Paki was ingedeeld bij de sledentrekkers en - duwers. Ze waren met velen. Hun taak was het wachten bij het lossen van de schepen en dan de op boomstammen terecht gekomen gevaartes naar de plaats van bestemming te slepen.

Als de werktijd erop zat, ontmoetten de jongens elkaar nu en dan op de kade om bij te praten. Paki was jong en sterk maar begon er in de loop van de drie maanden wel steeds vermoeider uit te zien en toen de derde en laatste maand voor de jongens aanving, verlangden beiden er ernstig naar om het gewone leven van de winter en het voorjaar weer op te pakken. Dat gold ook voor hun vaders. Tot het zomerseizoen zich wederom aandiende. Drie seizoenen kende Egypte: Zonet, Peret en Shemu oftewel overstromingsseizoen, zaaitijd en oogsttijd. Als te veel of te weinig water de aarde bevloeide, kon de oogst mislukken en lag er hongersnood op de loer. Het was altijd weer spannend.

De dag dat de lostouwen die de stenen overhevelden naar de kade braken en een rotsblok naast de slede terechtkwam zou Djar de rest van zijn leven blijven achtervolgen. Die dag verloor hij de vriend met wie hij was opgegroeid en die het verdiende langs gouden zonnestralen op te klimmen naar een afspiegeling van het aardse leven, maar dan zonder pijn, vermoeidheid, dood en verdriet.

Schrijver: Anneke Haasnoot
17 maart 2023


Geplaatst in de categorie: geschiedenis

4.0 met 1 stemmen 94



Er zijn 2 reacties op deze inzending:

Naam:
Anneke Haasnoot
Datum:
17 maart 2023
Han M. Dank voor uw reactie en ja het Joodse Volk.Ik heb er van jongs af al een groot zwak voor. Las er veel over. Wat een onbechrijfelijk leed Misschien moet mijn volgende verhaal of beschouwing maar eens over hen gaan! Ik voel er veel voor. Maar vind het ook zwaar daar ik de vervolging en haat haast aan den lijve voel.
Naam:
Han Messie
Datum:
17 maart 2023
Email:
hmessielive.nl
Anneke, die Egyptische arbeiders deden hun werk, dat zwaar was, kennelijk zonder te morren. De grote eer van hun leven was te werken voor de komende rustplaats van hun koning. Het leven bij de graven en op het land was vermoeiend en aftobbend. Maar de arbeiders voelden zich veilig en geborgen binnen de vruchtbare Nijldelta, waarbuiten vijandige stammen loerden.
Boven alles was het aardse zwoegen tegelijk een vooruitzien naar en het voorbereiden van het heerlijke komende leven in de Eeuwigheid, "de Eeuwige Rietvelden" zoals de titel van jouw verhaal is.
Maar deze arbeiders zullen het op de aarde toch nog heel wat makkelijker hebben gehad dan het Jodenvolk, dat vier eeuwen in Egypte heeft doorgebracht.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)