Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

De geroofde kunstroof in Namen

'De waarde van de kunstwerken is natuurlijk vele malen hoger dan het bedrag wat ik aan de suppoost Josephine Taton heb gegeven, maar goed, wij kunnen er dus op rekenen, dat zij vandaag de deur naar de tuin van het Museum Félicien Rops vlak voor sluitingstijd open heeft gedraaid!', zegt pastoor Maxime de Croix van de Église Saint-Loup aan de Rue du Collège, 'aan ons de eerbiedwaardige taak om zoveel mogelijk kunstwerken te ontvreemden!' 'Dat is inderdaad zeer nobel van ons, want onze kerk bevindt zich financieel gezien in zwaar weer!', zegt pastoor Sébastien Pirotte van de Église Saint-Martin aan de Rue de la Vieille Église. 'Als er een Nobelprijs voor edelmoedige diefstal zou bestaan, dan...', zegt pastoor Edmund de Duve van de Église Saint-Joseph aan de Rue de Fer. 'Dan zouden wij die zeker ontvangen!', vult pastoor Maxime snel aan, 'maar laten wij niet op de zaken vooruit lopen, want vooralsnog is de klus nog niet geklaard!'. De pastoors hebben echter niet door dat de dienstbode van pastoor Maxime, Hélène Chapelle, hun snode plan aan het afluisteren is. Zij staat met haar oor aan de kamerdeur vastgeplakt en haar mond vormt een O van verbazing en spanning. Wat de ondeugende pastoors ook niet weten, is dat Hélène een oude vriendin van Josephine Taton is. Zij zijn ooit nog samen tijdens kroegentochten in Namen op mannenjacht geweest. Dat was lang voor Hélène's bekering tot de Rooms-Katholieke Kerk. Toen droomden zij er nog van om rijke mannen aan de haak te slaan of om desnoods een oude, seniele weduwnaar te beroven. Samen met nog drie wilde deernen vormden zij een soort van pirateske bende. Wanneer het gekonkel van de drie pastoors op zijn eind is, trippelt Hélène zo snel mogelijk naar de keuken terug. Wanneer pastoor Sébastien en pastoor Edmond de pastorie op Rue du Collège 17 verlaten hebben, schuifelt pastoor Maxime de keuken in en vraagt hij Hélène om hem een glas cognac te brengen. 'Weet je wat, warm ook maar wat bitterballen op en neem voor jezelf ook een glas mee!', zegt hij in een feestelijke stemming.

's Nachts verlaat pastoor Maxime heel stilletjes de pastorie en kruipt hij in een geparkeerde auto, waarin de twee andere pastoors zitten. Niet lang daarna verlaat Hélène de pastorie en bezoekt zij haar oude vriendin Josephine, die gelukkig nog op hetzelfde adres in de Rue Saint-Jacques woont. Na het uitwisselen van de informatie, die beiden over de drie pastoors hebben, bellen zij meteen naar hun vriendinnen van vroeger; Chloé Chaumont, Benedetta Picard en Mélanie du Bois. Alle drie nemen op en alle drie stemmen in met het voorgestelde, slimme diefstalplan. De kassière Chloé schreeuwt het uit van blijdschap: 'Héhé, eindelijk gebeurt er eens iets in mijn saaie bestaan!'. De drie wakker gebelde dames beloven zo snel mogelijk naar de pastorie op de Rue du Collège 17 te komen, waar Hélène en Josephine ook naartoe gaan. Ondertussen klimmen er twee pastoors over de hoge muur van de museumtuin en glippen zij zo het museum in. Pastoor Sébastien houdt de wacht en hij beheert de dubbele klimladder. Rond dit uur is er nauwelijks iemand op straat en de pastoors Maxime en Edmond hebben het voor het uitkiezen. Met een klein zaklampje kijken ze of ze de juiste kunstwerken te pakken hebben. Vervolgens verlaten ze het museum met een enorme buit. Pastoor Sébastien pakt eerst de zakken met kunstwerken aan en stopt ze snel en behendig in de auto. Nadat de pastoors Maxime en Edmond de grond raken, trekt Sébastien de opvouwbare trapladders krachtig naar beneden en stopt hij ze in de achterbak. Zij rijden allereerst naar het Park Louise-Marie om hun geslaagde overval te vieren. Pastoor Maxime ontkurkt twee flessen peperdure champagne en hij zegt: 'Lieve vrienden, ik kan jullie melden, dat wij nu in het bezit zijn van enkele, wereldberoemde meesterwerken van de door ons hooggewaardeerde kunstenaar Félicien Joseph Victor Rops! Zoals daar o.a. zijn 'Pornokratès', 'Het examen van Flora', 'De dame met de ledenpop', 'Cherub's Lied', 'In de coulissen', 'Het strand in Heist' en 'Meer van Bambois'!'. 'Lang leve de Rooms-katholieke Kerk!', roept pastoor Sébastien, terwijl hij met zijn kompanen proost. En pastoor Edmond begint spontaan hardop met een dankgebed.

Rond vijf uur in de ochtend opent pastoor Maxime de voordeur van zijn pastorie en loopt hij zo stil mogelijk naar de zitkamer. De andere pastoors volgen hem, met de zware zakken op hun ruggen. Om de dienstbode Hélène niet wakker te maken, fluisteren zij met elkaar. 'We kunnen de kunstwerken het beste hier op zolder verstoppen!', fluistert pastoor Maxime, 'want hier liggen ze absoluut veilig!'. 'Maar wat als jouw dienstbode ze ontdekt?', fluistert pastoor Sébastien. 'Misschien zijn ze toch veiliger in mijn pastorie!', fluistert pastoor Edmond, 'want ik heb geen dienstbode!'. 'Nee, vooralsnog verstoppen we ze hier!', fluistert pastoor Maxime nadrukkelijk. Ineens wordt er op de deur geklopt en verstijven de drie pastoors. 'Binnen!', zegt pastoor Maxime op spreektoon. Hélène komt naar binnen en zij doet alsof zij heel verbaasd is. 'Maar meneer pastoor, ik meende al dat ik wat hoorde, maar wat een vroeg bezoek ineens!', zegt zij. 'Ach, weet je, een dringende kwestie, die niet kon wachten!', antwoordt pastoor Maxime. 'Zal ik koffie zetten?', vraagt zij heel beleefd. 'Doe dat, mijn beste Hélène, want daar zijn wij wel aan toe!', antwoordt pastoor Maxime. In de keuken doet Josephine in de drie kopjes koffie cyaankali en roert zij de koffie met veel genoegen. Haar roerlepeltje gooit zij in de prullenbak. Nadat Hélène de kopjes koffie naar de drie pastoors heeft gebracht, wachten de vijf dames gespannen af. Hand in hand zitten zij rond de keukentafel en met grote, verstarde ogen kijken zij naar elkaar. Hélène gaat als eerste op onderzoek. Volgens haar heerst er een doodse stilte in de zitkamer en kan zij gerust gaan kijken. De vier andere vrouwen staan op een afstand gespannen af te wachten. Na enkele seconden verschijnt Hélène in de deuropening en zegt zij: 'De kust is veilig! De buit is van ons!'. Nog voor het licht wordt, weten de criminele dames de drie overleden pastoors in de Église Saint-Loup te leggen. 'Dat is nou eens heel toepasselijk!', zegt Hélène ijskoud, 'de grote Charles Baudelaire was hier ooit en hij noemde deze kerk een 'elegante doodskist'!'. De andere vier dames beginnen als hysterische heksen te lachen en Chloé zegt nog tegen de overleden pastoors: 'Nou, namens ons hartelijk bedankt voor de moeite!'. Daarna zal het zijn alsof de vijf vriendinnen van de aardbodem zijn verdwenen en de kunstroof in het Museum Félicien Rops zal nooit in verband worden gebracht met de mysterieuze moord op de drie pastoors. Alleen het lepeltje en de koffiekopjes met de cyaankalisporen en de plotselinge verdwijning van de dienstbode Hélène zullen Hélène als hoofdverdachte bestempelen, maar zij zullen haar nooit vinden, laat staan de vier anderen, waarvan Josephine als medeplichtige van de diefstal in Museum Félicien Rops zal worden gezien, omdat zij niet meer op haar werk zal verschijnen.

Schrijver: Sir Joanan Rutgers
21 mei 2023


Geplaatst in de categorie: misdaad

4.0 met 4 stemmen 59



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)