Een slim idee
Ze is in het zwembad en kijkt naar haar kleindochtertje die tijdens het schoolzwemmen zwemles krijgt, samen met de kinderen van haar groep. Haar kleindochter heeft de grootste lol en spartelt vrolijk in het water. Het gaat goed en het zal niet lang meer duren of ze heeft haar zwemdiploma.
Haar gedachten gaan terug naar haar eigen zwemverleden. Ook in haar tijd was er schoolzwemmen. In een lange rij gingen ze met de meester naar het zwembad. Daar kregen ze zwemles. Bij de meeste kinderen ging dat prima, maar bij haar lukte het niet, ze had watervrees.
Bij de zwemles hield ze steeds contact met de bodem met haar grote teen. Ze heeft het zwemdiploma dus niet gehaald tijdens het schoolzwemmen. Als ze later met vriendinnetjes meeging naar een zwembad was zij de enige, die in het kinderbad moest blijven. Ze vond dat niet leuk en ging niet meer mee.
Ze woonde met haar ouders en broertje aan een gracht. Haar moeder was toch wel bang dat zij en haar broertje een keer in de gracht zouden vallen en ze konden niet zwemmen. Er werd besloten dat ze privéles zouden krijgen. Samen met haar broertje ging ze naar een zwembad in de buurt. Ze vond het doodeng, maar ze werd goed opgevangen.
Na afloop van de les mochten ze altijd nog een poosje spelen in het zwembad. Zij nog steeds in het begin in het pierenbadje, maar later, toen ze al kon zwemmen, in het grote bad.
Er waren altijd veel kinderen en ze werd regelmatig nat gespat. Vooral de grotere jongens vonden het leuk om de kleinere kinderen te plagen. En zij werd veel geplaagd.
Er was één jongen, die erg populair was. De andere kinderen bewonderden hem, omdat hij veel durfde. Hij dook van de hoogste duikplank en kon heel goed zwemmen. Ze had al vaak bewonderend naar hem gekeken. Wat durfde die jongen veel! Zij bleef altijd angstvallig vlakbij de kant, in de buurt van het trapje om snel uit het zwembad te kunnen klauteren.
Ze kreeg opeens een idee. Misschien zou die jongen wel vriendschap met haar willen sluiten. Misschien zou ze dan niet meer zo vaak geplaagd worden.
Op een keer was die jongen, waar ze zo tegenop keek, vlakbij haar. Hij zag haar en het was nu of nooit. Zachtjes vroeg ze aan hem: ‘Zullen we vriendjes worden?’
Tot haar grote verbazing zei hij: ‘Ja hoor, dat is goed. Ik zag wel hoe je vol bewondering naar me keek. En dat vond ik erg leuk en ik vind jou ook erg leuk.’
Ze was zo verlegen en verbaasd dat ze geen woord kon uitbrengen. Ze had niet echt verwacht dat die populaire jongen met haar om wilde gaan.
Hij zei tegen zijn vrienden, dat zij vanaf nu zijn vriendinnetje was en dat het geplaag meteen moest stoppen. Ze kon nog steeds niets zeggen, maar van binnen voelde ze zich helemaal blij worden.
Vanaf dat moment werd ze niet meer ondergespat en niet meer geplaagd. Ze werd in de groep geaccepteerd. En als er al een nieuweling kwam, die haar probeerde te plagen, omdat ze nog steeds angstig was in het water, werd die meteen door de andere jongens tot de orde geroepen. Iedereen beschermde haar nu.
Haar vriend praatte veel met haar en bleef vaak vlak bij haar. Langzaam werd ze wat minder angstig in het water. En uiteindelijk haalde ze haar zwemdiploma.
De vriendschap tussen haar en haar beschermer bleef bestaan, ook na het zwembad. Hij bracht haar naar huis en ze hadden ellenlange gesprekken. Ze hielden van dezelfde muziek en films. Hun vriendschap bleef door de jaren heen bestaan en werd steeds hechter.
Toen ze ouder waren besloten ze om te gaan samenwonen. Een paar jaar later trouwden ze. Nu is ze oud en heeft ze al kleinkinderen. Ze is nog steeds gelukkig met haar man, haar beschermer.
‘Oma, oma, kijk mij eens.’ Ze schrikt op uit haar overpeinzingen en ziet haar kleindochter bovenop de hoogste duikplank staan. Ze neemt een aanloopje en springt naar beneden. Het water spat alle kanten op en lachend komt haar kleindochter weer boven water en zwaait naar haar oma.
Ze lacht en zwaait terug en klapt in haar handen. Ze is zo trots op haar kleindochter, die gelukkig haar watervrees niet geërfd heeft.
Geplaatst in de categorie: vriendschap