Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Probeer De Rivier Niet Te Begrijpen

==============
===================
De straten van de stad waren roodbruin van de herfstbladeren, en elke windvlaag leek iets ouds (geheimen, asbest, incest) los te werken uit de gevels.
Eens, dacht hij, was dit park roodbruin, niet van de kleur van herfsbladeren, maar van revolutie, uniformen en bloed
Maar: geschiedenis vergeet snel; zoals een rivier vergeet wat het achterlaat op haar oevers. Ze spoelt alleen maar door verder, onverschillig, richting de moeder aller moederzeeën.

Johannus en Parel liepen naast elkaar, hun adem zichtbaar in witte praatwolkjes, een traumabonding in de maak, automatisch in synchrone pas.
'Je kijkt alsof je iets kwijt bent,' zei Parel.
'Misschien weet ik niet wat ik kwijt ben,' antwoordde Johannus. 'Maar ik ben alvast begonnen met zoeken. Als ik het zie, dan weet ik het direct.'

'Dat klinkt als iets dat psychiaters graag willen horen.'
'Ik heb die mensen genoeg betaald om te weten dat ik eigenlijk mijn moeder zoek of haat, één van de twee, in ieder geval...'

Parel grinnikte. 'Je blijft een dramatisch varken.'
'Jij bent er eentje die in ieder geval dat kan waarderen.'

'Je hebt iets van Neil Young, maar dan zonder het baardje. En zonder de muzikaliteit en uitzinnige fans.'
'En zonder de drankproblemen,' vulde hij aan.
'Maar ik moet zeggen dat ik wel wat van hem heb, vooral zijn kledingkeuze. Ik doe gewoon elke hobbezak aan om mijn lendenen die ik op straat heb gevonden, bij wijze van spreken. Er staat wel een merk op, bijvoorbeeld. Ik hou gewoon van lekker, makkelijk en los.'

'Dat weet ik,' zei ze, niet eens smalend, maar haast waarderend. En ze was niet eens een hippie, maar gewoon een lagere middenklasse stevige boernemeid, maar die kunnen ook gek zijn.
'Dat betwijfel ik,' zei hij. 'Een man zoals jij gebruikt het niet om te vergeten. Jij wilt het om scherper de dingen te zien.'
'En een vrouw zoals jij?' vroeg hij.
'Drinkt om niet te moeten antwoorden.'

Ze zwegen even, terwijl het pad tussen de bomen smaller werd en het licht van de lantaarns stroken uit hun gezichten sneed.

Het bijna-onbeschrijfbare, het halve glimlachje dat iets belooft en meteen weer intrekt als een slak die aangeraakt wordt:
'Je kijkt alsof je een spook ziet,' zei ze.
'Ach,' zei hij, 'ik zie al jaren alleen maar spoken, overal eigenlijk .'
Ze lachte.
'En toch blijf je wandelen naast mij?.'
'Voor de afgrond heb je geen kaart nodig,' zei hij.
'En jij bent de gids?'
'Ik? Ik ben slechts een rots in de rivier. De stroom beslist, niet ik.'
Ze gaf hem een speelse bijna mep om de oren, halverwege afgeremd, natuurlijk. Moet ik dit nog beschrijven voor jullie droge bejaarde n of weten jullie dat nog?
'Je hebt iets van Neil Young, maar dan zonder het baardje. En zonder de muzikaliteit en uitzinnige fans.'

'En zonder de drankproblemen,' vulde hij aan.
'Maar ik moet zeggen, dat ik wel wat van hem heb, vooral zijn kledingkeuze, ik doe gewoon elkke hobbezak aan om ijn lendenen die ik op straat heb gevond en, bij wijze vamn spreken, bij wijze van spreken natuurlijk.

Er staat wel een merk op, bijvoorbeeld. Ik hou gewoon van lekker makkelijk en los. Dat weet ik ja zei ze niet eens smalend, maar haast waarderend. En ze was niet e ens een hippie, maar gewoon een lagere middenklasse stevige boernemeid maa r duie kunnen ook gek zijn.
'Dat betwijfel ik,' zei ze. 'Een man zoals jij gebruiktt niet om te vergeten. Jij wilt het om scherper de dingen te zien.'


Ze zwegen even, terwijl het pad tussen de bomen smaller werd en het licht van de lantaarns stroken uit hun gezichten sneed..
Achter hen volgde een donkere figuur, of misschien alleen maar een nieuwsgierige hondenuitlater — maar zij leek het als vrouw eerder op te merken en aandacht te geven. In feite kan elke man een verkrachter zijn, zelfs opa's met een stok, maar dat zie je niet vaak meer tegenwoordig. Wel in het Berlijn net voor WO II, maar dat komt doordat de gemiddelde man toen potenter was.

'Hij loopt al tien minuten achter ons,' fluisterde ze.
Hij keek niet om.
'Wat als hij een probleem wordt?'
'Dan,' zei hij, 'wordt hij deel van het verhaal. En verhalen hebben de neiging zichzelf op te lossen volgens een vast stramien. Dat noemen ze een spanningsboog, met een initieel incident, een voors achter-schaduw, een flashback, een rode haring, een climax en een snel afgewikkeld einde waarin alles samenkomt.'

'Nee, ik wil het niet over sex hebben, meneer, nóg niet.'
Ze pakte zijn arm, net iets steviger dan speels.
'Misschien ben jij het probleem, filosoof.'
'Problemen bestaan alleen bij gratie van mensen die ze als een probleem zien.'
'Stop met die zen-bullshit,' zei ze. 'Je maakt me nerveus.'

'Wat wil je nou echt?' vroeg ze.
'Een moment waarin jij ophoudt te doen alsof je alles onder conrole hebt bent, alsof je iemand moet spelen die beter is dan jezelf.'

'En jij?' vroeg ze. 'Waar ga jij mee stoppen om te doen?'
Hij dacht even na.
'Met proberen de rivier te begrijpen.'

De schaduw achter hen kwam dichter. De stappen waren ritmisch, te doelmatig en efficient h om toevallig te zijn. Zij merkte het als eerste.
'Hij blijft ons volgen.'
'Oké,' zei hij. 'Laten we stoppen.'
Ze bleven staan. De schaduw aarzelde een fractie van een seconde en liep toen door, langs hen, zonder hen een blik te gunnen — alsof zij het waren die hem achtervolgden.

'Oh my God,' fluisterde ze.
'Je ziet,' zei hij, 'de rivier had gelijk.'
Ze keek hem een moment aan, alsof ze wilde beoordelen of hij dit allemaal had voorzien of gewoon verdomd veel geluk had gehad.

'Je bent een rare man,' zei ze.
Hij knikte. 'Ik probeer het te zijn. Normale mensen zijn gevaarlijk.'
'En ik?' vroeg ze.
'Jij bent een eiland in de rivier,' zei hij zacht. 'Soms bereikbaar, soms overspoeld, soms verdwenen in mist.'
Ze keek weg; dat was haar manier eventjes geen antwoord hebben.

'Kom,' zei ze. 'We gaan iets drinken. En je mag nog één zo’n metafoor gebruiken, maar daarna sla ik je.'
'Deal,' zei hij. 'Maar ik kies de wang.'
'Waarom?'
'Omdat ik wil zien of jij echt drinkt om niet te antwoorden.'

Ze glimlachte — plagerig, scherp, precies wat hij verlangde..
En samen liepen ze verder, twee figuren in een roodbruine straat vol bladeren en herinneringen die niemand nog claimde. De nacht lag voor hen als een riviermonding — onbekend, altijd in beweging, en onverschillig voor alles wat zij in zich meedroegen.

Ze bleven even stilstaan bij een verlaten terras. De terrasstoelen waren opgestapeld, aan tafels vastgeketend alsof het misdadigers waren.

'Heb jij ooit het gevoel,' vroeg Johannus, 'dat je leven eigenlijk ergens anders plaatsvindt? Dat dit hier… slechts een soort decor is?'

'Ja, heel de tijd,' zei ze. 'Alsof ik een figurant ben in mijn eigen film. Soms denk ik dat ik iemand anders zou moeten spelen, met meer gevoel, een betere tekst, en vooral meer van huppekke... uh, daadkracht, maar zelfs dát lukt me niet.'

Ze liep door, haren opwaaiend in een windvlaag die rook naar natte wegen en kruidige herfst. Johannus werd er bloedgeil van, eerlijk gezegd, tussen haakjes.

'Ja, het is raar,' zei Johannus, 'hoe alles stroomt zonder ons te vragen mee te doen. De bomen verliezen hun bladeren, in de stad gebeurt van alles, in barretjes ontmoeten mensen elkaar voor het eerst, in achterkamers worden dingen besloten, en wij… wij staan hier maar wat te kwebbelen, terwijl we eigenlijk…'

'Zijn we toch ergens goed in.'

'Haha, of voor. Had ik maar een plan, tenminste een uitvoerbaar plan, the story of my life,' dacht hij.

Ze kwamen bij een riviertje, dat bruisend zijn weg vond van hoog naar laag. 'Is dat nu Die Wille zur Macht?' dacht hij filosofisch op elk godvergeten moment van de dag en nacht. Het water was zwart van de tanine van de bladeren van de vorige jaargangen. In een zeer lichte rimpeling zag men de straatlantaarns van het park op een rij. Iemand die op veengrond woont, weet wat ik bedoel.

'Daar,' zei Parel, 'kijk eens. Dat water heeft meer gezien dan wij ooit zullen weten.'
'En toch,' zei Johannus, 'onthoudt het niets.'
'Dat is precies waarom het vrij is.'

Hij lachte zacht. 'Dus ik moet leren om direct te vergeten, om vrij te zijn?'
'Nee,' zei Parel. Ze draaide zich naar hem om, ogen scherp als oktoberlicht. 'Je moet leren inzien dat jij niet bent wat je onthoudt.'

Even zwegen ze. De alwetende verteller meldt dat de wind ging liggen — een klein spanningselement, alsof het universum luisterde.

'Wat denk je,' vroeg Johannus, 'is er iets na dit alles? Na ons, na het leven, bedoel ik.'
'Waarschijnlijk niet,' zei Parel. 'En is dat erg?'
'Nee,' zei ze. 'Dat maakt, dat wat wij nu doen, of niet doen juist niet belangrijk. Niemand krijgt een rapport. Je moet gewoon jezelf zijn. Tenminste, wat je DNA je laat doen.'

'Wat doen we nu dan?'
'Praten,' zei ze. 'En dat is contact zoeken met je stamgenoten, haha.'
Johannus keek naar het water dat om stenen gleed als vingers die snel, maar toch teder door haar streelden, onnadrukkelijk licht. Niets onthoudend, in het nu, voor altijd stromend.
'Oké,' zei hij. 'Praat dan, jij bent mijn favoriete stamgenoot!'
'Je bent een rare man,' zei ze.

Hij knikte. 'Ik probeer het te zijn. Normale mensen zijn gevaarlijk.'

'En ik?' vroeg ze.

'Jij bent een eiland in de rivier,' zei hij zacht. 'Soms bereikbaar, soms overspoeld, soms verdwenen in mist.'

Ze keek weg; dat was haar manier eventjes geen antwoord te hebben.

'Kom,' zei ze. 'We gaan iets drinken. En je mag nog één zo’n metafoor gebruiken, maar daarna sla ik je.'

'Deal,' zei hij. 'Maar ik kies de wang.'
'Waarom?'
'Omdat ik me wil kunnen voorbereiden, haha.'
Ze glimlachte — plagerig, een lieve kat, precies wat hij verlangde.

En samen liepen ze verder, twee figuren in een roodbruine straat vol bladeren en herinneringen die niemand nog claimde.
De nacht lag voor hen als een riviermonding — onbekend, altijd in beweging, en onverschillig voor alles wat zij in zich meedroegen.
Omdat rivieren niets weten, maar alles zonder moeite doen op zwaartekracht en fingerspitzengefühl.
..........................
onder de betonnen vloer
ligt het kind
dat ik had moeten zijn.

Ik tekende mezelf in twee
helften:
één die lachte,
één die de nacht uitgumde,
lipbijten, bedplassen etc.

Ergens tussen
adem en herinnering

Ik leerde dat mijn lichaam een huis
was zonder sloten,
dat de vader
de toekomst
de dood
binnenwandelt zoals regen dat doet—
ongevraagd, onverstoorbaar,
hard als de natuur.
===================
==============

... Een verhaal over traumabonding, iets wat mensen om de verkeerde reden laat binden.
Toch is het één van de meest intense liefdeservaringen die er is.
Het gedicht hoort bij het verhaal, als een poëtisch commentaar en verduidelijking achteraf. Er zit ook humor in, ik hoop dat het nog niet verboden is, het mengen van diverse registers. ...


Zie ook: https://www.gedichten.nl/schrijver/Simon+K.

Schrijver: Simon K., 20 november 2025


Geplaatst in de categorie: liefde

Er is nog niet op deze inzending gestemd.aantal keer bekeken 5

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)