Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Dirigent van het Vondelpark

Met het zelfbewustzijn van een op een voetstuk gezette dirigent kijkt hij over zijn omgeving heen. Schilderachtige witte sieraden op de muren verraden zijn adelijke afkomst. De zuilen waar hij gedeeltelijk op rust leggen nadruk op zijn negentiende-eeuwse rijkdom. Zijn blanke huid blakert in het licht van de zon. Het doet zijn bruine kozijnen donkerder voor dan dat ze in werkelijkheid zijn. Zijn naam in goud is het eerste gezang in de partituur: Vondelpark Paviljoen.

Met iedere potentiele bewonderaar die thee of koffie bij hem drinken komt, groeit zijn status en zijn trots. Ze zijn zich er niet van bewust. Gesprekken, diepgaand of oppervlakkig, maken hem ongezien. Zelfs de alleenzittenden gaan er niet in op. Eerder horen zij de vogels, die zingen alsof het nooit kouder is geworden dan toen de zomer hoogtij vierde. Hun getjilp vormt een orkestrerende eenheid met geluiden die zo kenmerkend zijn voor de plek die ik beschrijf; het schuren van de trams op de trambaan, het opgewonden blaffen van een hond, het ratelende geluid van fietsen wie hun oude dag niet gegund is, het knerpen van verdwaalde grintsteentjes onder rolschaatswielen en het geklik van de hakken van dames die groter willen lijken dan dat ze zijn. Het rustgevende ruisen van de bomen dient zich tenslotte aan als taktus van het geheel.

Dit leisel zal spoedig anders klinken, als de bomen zich hebben ontdaan van al hun bladeren. Nu al vertonen hun ornamenten gele plekken tussen het groen. Ook op de grens van het fiets- en wandelpad hebben de kenmerken van de herfst al hun intrede gedaan. De afgevallen bladeren worden nauwelijks opgemerkt. Het bestaan van de twee verschillende soorten paden evenzo. Wandelaars struinen zelfs aan de linkerkant van het fietspad, alsof ze zich persoonlijk verantwoordelijk voelen voor het gemis van Engelse gebruiken. Dat mag niet gelden voor de taal die hierbij passend is. Zijn boventonen maken het Nederlands tot minder dan de tweede stem.

Een grijsharige fietser speelt moeiteloos de partij van de solist. Een bruin hondje mascotteert in haar rieten voormand. Haar blik is gericht op de grote groene ijzeren poorten, nog geen dertig meter van de dirigent vandaan. Enkele ogenblikken later verlaat ze het podium. De rijders van de skeelerploeg laten langer naar zich kijken. De ongerijmdheid van de figurerende mensenmassa beperkt hen niet. De pionnetjes die zij uit vrije wil steeds maar weer opnieuw ontwijken worden door wandelaars gemeden. De haag van toeschouwers werkt als natuurlijke afbakening van het toegeeigende gebied. Een stuk of zeven hardlopers heeft meer moeite met het vinden van een vrije doorgang. Hun verbeten gezichten verraden het gemis aan overzicht. In het tegenoverliggende meer zijn de eenden zwijgend toeschouwer van wat zich afspeelt op het land.

Een frisse wind zet in ten teken dat de avond valt. De eenden, vogels en andere dieren verdwijnen in dekens van donkere lucht. De laatste bezoekers nemen afscheid van de dag. De dirigent staat dapper op zijn vesten als hij de uitgeleide doet. De kans op applaus is weer voorbij.

Schrijver: Suzanna Koster, 24 oktober 2002


Geplaatst in de categorie: wereld

4.0 met 6 stemmen 1.213



Er zijn 2 reacties op deze inzending:

Naam:
Lode
Datum:
14 januari 2008
Enige jaren geleden heb ik dit prachtige verhaal opgeslagen. Waar zou de schrijfster gebleven zijn, dacht ik nu. Jammer, er is geen vervolg.
Naam:
Helen Josephs
Datum:
25 oktober 2002
Email:
helen.josephspandora.be
Prachtig stukje proza. Zo zien we er hier te weinig van. Mooi beschreven taferelen, op zo'n manier dat je je het meteen voor de geest kan halen. Heel mooi en vakkundig!

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)