Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Afscheid nemen in Rio Bonito (Brazilië)

Ze was er al meerdere malen geweest. Het was een uitzonderlijk mooi plekje op deze aardbol. Ze droeg een jurkje over haar bikini en ze liep op teenslippers. Iedereen loopt hier op teenslipper, dus zij ook. Helaas was zij gewend om altijd op stevige schoenen flinke wandelingen te maken. Deze keer niet. Nu was zij een van hen. Ze was al een aantal keren op vakantie geweest in dit prachtige land. Een tijdje geleden had ze besloten om er voor een paar jaar te gaan wonen. Haar zus woonde er al. Dat maakte haar besluit wat minder moeilijk.

In de verte hoorde ze gepiep en geritsel. Ze bleef stilstaan en luisterde naar de natuur. Salamanders schoten van links naar rechts. Boven in de bomen sprongen kleine aapjes op een neer. Ze hield van deze aapjes. Soms zag ze er maar één. Soms wel honderd. Vandaag zaten er wel honderd. Ze sprongen op een afstand om haar heen. Deze aapjes waren bijna tam en zeker niet bang voor haar. Ook zij was niet bang voor hen. Ze glimlachte en zette haar tocht voort. Het was een flinke klim. Ze moest door een stukje natuurgebied wat zo ongerept was. Met een stok voor zich uit zwaaiend creëerde ze haar pad op weg naar haar eigen fata morgana. Zo had ze het gevoeld toen ze hier voor het eerst was een paar jaar geleden met hem. Samen hadden ze een wandeltocht gemaakt op het landgoed van haar zwager. Ze hadden een paar tips gekregen maar waren uiteindelijk helemaal verdwaald. Ze moest lachen terwijl ze terugdacht aan dat moment. Ze was er bijna. Ze moest nu nog een stukje steil naar beneden lopen. Ze hield zich vast aan takken en bomen om niet uit te glijden. Ze stopte en spitste haar oren. In de verte hoorde ze het water. Ze werd ongeduldig en begon sneller te lopen. Ze volgde haar weg en draaide onder aan de heuvel naar rechts. Kippenvel over haar hele lichaam. Ze sloot haar ogen voor even en strekte haar armen uit naar de hemel. Zo stond ze minuten stil, ze wilde het voelen. Ze opende haar ogen en liep nog een paar stapjes vooruit.

Voor haar zag ze de waterval waar ze zo van hield. Het kleine beekje ervoor was kraakhelder. Ze zag de vissen zwemmen. De bomen hingen over het beekje heen, het leek wel bijna avond. De zon kon er niet doorheen schijnen. Maar de waterval daarentegen lag helemaal in de zon. De zon weerkaatste op het vallende water en ze kneep haar ogen samen. Ze trok haar slippers en jurkje uit en sprong in het water. Ze zwom naar de waterval. De aapjes bleven op gepaste afstand naar haar kijken alsof ze wisten dat dit haar moment was. Ze had haar ene hand dicht geknepen alsof ze iets bij zich had. Ze dook onder en kwam precies voor de waterval weer boven. Ze ging staan en liet het water over zich heen vallen. Voor even voelde ze zich weer zo dicht bij hem. Ze wist dat ze hier naartoe was gekomen om afscheid te nemen van hem. Ze moest wel, ze moest hem loslaten en weer verdergaan. In Nederland lukte het haar niet. Hij was drie jaar geleden overleden. Ze waren slechts drie maanden getrouwd geweest. Het was een afschuwelijke tijd geweest en nooit vond ze de kracht om verder te gaan. Net op het moment dat ze dacht dat ze iemand anders in haar hart wilde toelaten, verstikte ze in haar eigen schuldgevoel en liet ze hem weer gaan. Dat wilde ze niet meer.

Ze dook onder de waterval door en kwam boven in een kleine grot. De zon scheen door het water naar binnen. Het was een adembenemend mooi plekje. Ze kon er maar net rechtop staan. Haar hoofd en hart vulden zich met warme herinneringen. Ze opende haar rechterhand en ze keek naar de twee ringen die er lagen. Zijn trouwring en haar verlovingsring aan elkaar gebonden door een zwarte kousenband. Hij was haar eeuwige liefde en haar eeuwige passie. Ze moest lachen toen ze de kousenband bekeek. Ze wist zeker dat hij, waar hij nu ook zal zijn, moest lachen. Juultje, dondersteen! Ze sloot haar ogen en het leek of ze zijn stem heel dichtbij hoorde. Ze zwom iets dieper de grot in totdat ze bij een kleine spelonk was. Ze keek voor de laatste keer naar de ringen en drukte ze even tegen haar lippen. Ze rolde ze in de kousenband en stopte ze in de spelonk. Hier zullen zij voor eeuwig samen blijven. Op deze plek op deze wereld waar ze waarschijnlijk ooit het meeste van hem had gehouden. Tranen liepen over haar wangen. Ze dook onder water en zwom in een keer de grot uit. De waterval kletterde op haar hoofd. De zon verwarmde haar huid en de hemel was stralend blauw.
‘Voor eeuwig jij en ik meisje, voor eeuwig. Maar nu moet je verder, alleen en je kunt het’.
Ze keek omhoog.
‘Ben jij dat’?
Ze kreeg geen antwoord. Ze keek voor zich uit en zuchtte heel diep. Voor het eerst sinds al die jaren voelde ze dat ze het aan zou kunnen zonder hem. Dat ze voor haar op de juiste manier afscheid had genomen. Ze zwom naar de kant en trok haar jurkje en slippers aan. Ze vervolgde haar weg terug. Nog een keer draaide ze zich om. Ze wist niet of ze hier ooit nog terug zou komen, maar dat deed er niet meer toe. Het diepste van haar ziel zal hier voor eeuwig blijven.

Schrijver: Juultje, 25 oktober 2002


Geplaatst in de categorie: afscheid

3.8 met 20 stemmen 2.972



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)