Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Eeuwige Winter

We lagen in elkaars armen, pratend over dingen die ons bezig hielden.
Buiten ons was het koud, maar binnen in, tussen ons in, was het warm.
Tot het opeens, heel opeens, te veel werd voor mij. Teveel ‘wij,’ te weinig kans om mezelf te zijn.
En in plaats van daar over te praten, gooide ik je armen van me af en liep ik stotterend van je weg, ik keerde me om en rende. Dat was de eerste fout.
En ik rende maar, verder, verder, verder, tot ik niet meer kon en toen begon ik te huilen. Toen kon ik alleen nog maar huilen.

En toen ik dat niet meer kon, gilde ik. Zo hard mogelijk. En daarna liep ik terug naar jou, omdat ik toch niet zonder je kon. Maar zonder mijn warmte was je bevroren. Ik had ook bevroren moeten zijn, maar ik rende en huilde en gilde. Jij niet. Jij bleef staan en wachtte. Op mij? Op wie?

Ik ging naast je staan en zachtjes praatten we over dingetjes. Over kleine gebeurtenissen en over andere mensen. Maar nooit over jou of mij. Nooit over wat wij dachten en eigenlijk wilden, en nooit over wat er was gebeurd voor ik wegrende.

Zachtjes aan bevroor ik ook. Mijn tranen en mijn stem, mijn benen en mijn ziel. Alles was het zwijgen opgelegd door de winter die altijd duurde. De winter was in je stem en in de mijne. Ik liet de winter me overwinnen omdat ik mezelf niet vergaf dat ik je in de kou had laten staan. Ik vocht tegen mezelf en niet tegen de winter.

Dat was de tweede fout. Want was ik warm geweest, had ik gebloeid als de lente, had ik je kunnen ontdooien.
Af en toe glimde er een traan in mijn ooghoek, die vervolgens over mijn wang rolde en nog niet eens op de grond kon vallen, maar bij mijn mondhoek bevroor. Zo hard schreeuwde ik van binnen, zo veel pijn deed ik mezelf om de fouten die ik maakte.

En toen we er al lang stonden, kwam er iemand om je te ontdooien. Iemand die je vasthield, ook al was je zo koud. Je ontdooide. Je liet mij staan zoals ik jou liet staan. Samen liepen jullie weg en ik zag de warmte die van je afstraalde, de warmte die naar mij had moeten gaan als ik niet zo stom was geweest.

Maar lang daarna kwam er ook iemand voor mij. Iemand die me ondanks mijn fouten met warmte overstroomde.
We lagen in elkaars armen, pratend over dingen die ons bezig hielden.

Tot het opeens, heel opeens, allemaal te veel werd voor mij. En in plaats van te denken aan wat je me geleerd had, rende ik toch weer weg...

Schrijver: Roosje Filton, 16 december 2002


Geplaatst in de categorie: emoties

2.8 met 13 stemmen 1.094



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Annejan Kuperus
Datum:
21 februari 2005
Email:
ajkuperushotmail.com
Boeiend proza met beminnelijke parabels!

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)