Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

het mysterie

Onderzoekend keek ze de jongen in de ogen. Ze wist niet wat ze van hem denken moest. Eigenlijk wist ze nooit wat ze van hem denken moest.
Hij was zo mysterieus, zo geheimzinnig. Ze voelde zich waanzinnig tot hem aangetrokken. Hij sleepte haar door alles heen. Ze hadden nu 2 maanden een relatie en nog steeds was hij voor haar een en al mysterie. Ze wilde hem zo graag begrijpen, weten wat hem werkelijk interesseerde. Maar ze bereikte hem niet. Hij bleef en een wazig iets. Hoe vaak had ze wel niet geprobeerd grip op hem te krijgen. Zelfs op het spelletje van de liefde reageerde hij slecht. Ze kon zijn aandacht, zijn wilde enthousiasme niet opwekken. Hij bleef dezelfde, rustige persoon.
Ze had vaak het idee, dat ze net zo’n bruisende golf was die keihard uiteenspatte tegen de dikke muur. En hoe vaak ze er ook tegen aan vloog, de muur was niet te doorbreken. Het maakte haar gek, tegelijkertijd was het enorm fascinerend. Ze werd door haar gevoelens heen en weer geslingerd. Hij maakte haar geweldig gelukkig, maar ook vreselijk onzeker, angstig en zonder zelfvertrouwen. Ze wist niet wat ze moest doen. Als ze probeerde hem aan een gesprek te krijgen werd dat gestopt door een ja of een nee. Stelde ze hem allerlei vragen, een echt antwoord kreeg ze niet. Het werd vaak afgedaan met, ‘wat maakt dat nou uit’, of, ‘dat slaat toch nergens op’. Soms voelde ze zich zó dom bij hem.

Meestal keek hij je gewoon aan, rustig, zonder iets te zeggen. Het maakte hem niet zoveel uit, hij luisterde naar je. Maar zelf kwam hij met weinig gesprekstof. Als hij dan eindelijk praatte, was ze zo enthousiast dat ze meteen te actief luisterde en hij al snel daarna zijn mond weer hield.
Nu keek ze hem in de ogen, zoekend naar zijn gevoelens, zich afvragend of hij die eigenlijk wel had. En als hij die had, wat hij nu dan zou voelen. Vaak probeerde ze het dan op te lossen met vragen. Zoals; ‘ben je boos?’ of ‘wat voor gevoelens voel je nu?’. Altijd was het antwoord dan, nee ik ben niet boos of gewoon normaal, niks bijzonders. Ze voelde zich net een blinde, die een stoel aftast en als de blinde dan vraagt 'hoe de stoel eruit ziet' het antwoord krijgt: ‘gewoon een bruine stoel’. Dan weet je nog niks, een kleur zegt een blinde helemaal niks.
Zo voelde ze zich nu ook.

Zuchtend keek ze om zich heen. Het was ongezellig in het café. Tenminste, zij vond het ongezellig. Iedereen zat bij elkaar als een stelletje te genieten en te praten. Bij hun was er een bepaalde sfeer, bij ons, dacht ze, is het er niet. En het enige wat deze relatie in stand houdt is dat ik er naar blijf zoeken. Er kwam een meisje binnen lopen, dat haar vriend scheen te kennen. Na haar even nadenkend op te hebben genomen kwam Lizzy er achter dat het Allisio zijn ex was.
Nieuwsgierig nam ze de twee op. Ze schenen druk in gesprek te zijn geraakt waarbij Allisio vooral het woord deed.
Een steek van pure jaloezie gleed als een mes door haar heen. Waarom dacht ze, heb ik zo’n vreselijke moeite om een gesprek gaande te houden met Allisio. En kan die ex van hem het zo goed. Ze voelde een vreselijke jaloezie in zich branden, gevolgd door een intens verdrietig gevoel.

Ze zou nooit fatsoenlijk een relatie hebben, voor zover ze wist waren al haar relaties meer een opoffering dan een investering geweest. Ze had zich altijd op alle mogelijke gebieden gegeven en aangepast. Altijd stond ze onder druk in een relatie, Lizzy eiste vreselijk veel van haar zelf, maar vaak had ze ook nog een vriend die veeleisend was.
De haat die ze voelde tegen Allisio zijn ex was enorm. Ze wist waarom ze zo’n haat voelde tegen die ex. Zij wilde goed met Allisio kunnen praten, niet die ex. Eigenlijk had ze zin om dat wijf een klap voor haar bek te geven. Ze zuchtte en draaide haar hoofd af om te kijken naar de mensen die in het café zaten. Waarom moest ze nu zo jaloers worden? Allisio en dat meisje konden toch gerust gezellig bijpraten. Ze probeerde zichzelf te overtuigen. Jammer genoeg had het geen effect, ze wist dat dit anders was.
Voor zover Lizzy zichzelf kende, had ze een uitstekend gevoel waardoor ze zich altijd liet leiden en de manier waarop die twee praten vond ze niet geruststellend.
Ze haalde een paar keer diep adem. Ze keek naar het meisje.
Het was een mooi meisje met een mooie neus en mooie ogen. Voor de rest had ze een brutale uitstraling. Eigenlijk het tegenovergestelde van mij, dacht Lizzy.
Ik ben een rustig type, een denker. Ik observeer liever mensen dan dat ik ze uitdaag. Ze keek naar Allisio zijn gezicht. Hij had een mooi voorhoofd, prachtige ogen, sterke jukbeenderen en een adellijke neus, mooie lippen en stevige kaak. Ja, Allisio was een mooie jongen. Ze kon ook gerust zeggen dat er genoeg concurrentie rondliep.
Dat was het grootste probleem. Aangezien ze niet wist wat Allisio nou eigenlijk van haar vond, was ze super onzeker. Ze had heel vaak het angstige gevoel dat hij er met een ander vandoor ging. Of niet meer geïnteresseerd was en het uitmaakte. Weer hoorde ze hun lachen. Ze beet op haar lip. Dit was echt ondragelijk.

Misschien, dacht Lizzy, zou het werken als ik met andere mensen ga praten en hem weer naar me toe zou trekken. Bij die gedachte stond ze op en liep op een groepje mensen af. Vaag kende ze die mensen ergens van. In ieder geval kenden ze haar.
Na ongeveer een half uur met deze mensen gepraat te hebben wist ze dat het niet ging werken. Allisio stond nog steeds met zijn ex te praten en te lachen. Lizzy had zin om alle flessen drank, die bij de bar hingen, er af te halen en ze regelrecht op hun hoofden te slaan. Ze was woedend. Niet alleen woedend, maar ook verdrietig, onzeker en alleen. Na nog 3 minuten vol frustratie naar hen beiden te kijken, terwijl ze dichter bij elkaar stonden, besloot Lizzy weg te gaan. Dan maar eervol weg, dat is altijd beter dan als een zielig jankend meisje. Met een fiere houding stond ze op en liep met een houding van zelfvertrouwen, die ze overigens helemaal niet voelde, naar de deur en ging naar buiten. De frisse buiten lucht deed haar goed.

Buiten gekomen ging ze, wat afgelegen van de cafeetjes, op een bankje zitten en liet alle gevoelens over zich heen komen. Het eerste wat naar boven kwam was pure woede.
Waarom? Waarom? .........!
Het bankje was niet zo stevig en doordat ze verschoof zakte het een stukje de grond in. Ze werd nu echt woedend en begon met haar handen op het bankje te slaan met zoveel kracht en felheid dat ze haar handen openhaalde. Ze bleef zolang slaan totdat ze de kracht niet meer had om ze op te tillen. Ze gaf een zachte snik en zakte als pudding in elkaar. Haar handen bloedden flink, het brandde.
Waarom? Fluisterde ze zachtjes, wat heb ik verkeerd gedaan? Wat doe ik telkens verkeerd. Ze begon zachtjes te snikken.
Ik wil niet meer, ik wil echt niet meer. Ze huilde net zo lang totdat ze geen tranen overhad. Het enige wat ze nog zei was: ik wil het niet meer.
Het leek net alsof ze in een soort trance was. Hoelang ze daar uiteindelijk gezeten had wist ze niet. Maar op het gegeven moment hoorde ze voetstappen naderen. Snel veegde ze haar tranen weg en keek stil voor zich uit. Hopend dat deze persoon niet op haar zou letten en door zou lopen. Maar niets was minder waar. Het was Allisio zelf die naast haar ging zitten.
Lizzy hield haar mond, ze wilde geen woord uitbrengen uit angst dat ze weer ging huilen. Hij zei ook niks en geruime tijd bleven ze zo zitten. Op een gegeven moment vroeg hij waarom ze niks zei. Even voelde ze een enorme vlaag van woede opkomen, maar ze hield zich in. Ze zou hem eens net zo behandelen zoals hij haar behandelde. Dus haalde ze haar schouders op en zei;
‘wat maakt het toch uit of we praten of niet, we zitten toch lekker?’
Hij knikte, ‘ja daar zit wat in’.
‘Waarom liep je nu naar buiten?’ vroeg hij na een tijdje.
‘o ik had zin in frisse lucht’ Lizzy probeerde haar stem zo nonchalant mogelijk te maken.
‘Lieg niet!’ opeens stond hij voor haar neus met een wilde uitdrukking op zijn gezicht. Ze schrok en wist even niet wat ze moest doen. Het eerste wat ze voelde was angst, wat al snel gevolgd ging door een triomfantelijk gevoel.
Ze had emoties bij hem los gemaakt! Ze kon opeens wel dansen van blijdschap. Ze had eindelijk de muur een stukje los gebroken. Ondanks dat het geen prettige emoties waren, had ze toch iets los gemaakt. Ze keek hem glimlachend aan en zei,
‘rustig nou Allisio, wind je niet zo op. Ik liet jou en je ex gewoon even in gesprek. Ik wilde jullie niet storen.’ Lizzy moest zeggen dat het wel overtuigend klonk.
Allisio staarde haar een lange tijd heel doordringend aan. Het was een koele donkere blik. Ze keek terug.
Ze voelde zich voor het eerst niet meer de domste, niet onzeker, maar vol zelfvertrouwen. Voor het eerst wist ze dat ze hem uitdagend aan keek. Hem eens liet wachten, in plaats van hij haar.
‘Kom mee, zei hij, ik breng je thuis.’
Heel de weg naar huis zei hij niets en liep los naast haar. In het begin was ze vol blijdschap geweest over haar triomf, maar nu begon ze te twijfelen. Was het wel zo heel slim geweest? Had ik toch niet de waarheid moeten vertellen? Hield hij nu nog wel van me? Opnieuw werd ze weer verscheurd door onzekerheid. Ongelukkig keek ze voor zich uit. Ze stonden voor haar huis.
Stil en stijf stond hij voor haar met een koele donkere blik in zijn ogen. De rillingen vlogen over haar rug.
Ze bedacht dat ze hem maar beter een kus kon geven en het nu echt vertellen.
Toen er een stemmetje zei: laat je nu niet opnieuw in die hoek drukken. Ga voor jouw gevoelens. Ga voor je eigen rechten en je eigen mening. Laat zien wie je bent!
Dit maakte haar sterker en ze liep met een fiere pas het pad op, zonder zich nog een keer om te draaien. Met een stevige pas, maar toch ook nog onzeker.
Ze hoopte vurig, heel vurig, dat hij haar zou terug roepen. Maar hij riep niks. Ze wist dat hij daar nog stond, terwijl hij haar nastaarde.
Hij keek hoe zij in het donker verdween.

Schrijver: julia, 29 december 2002


Geplaatst in de categorie: liefde

3.3 met 11 stemmen 1.663



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Gwenda
Datum:
1 mei 2003
Email:
diablesse_kehotmail.com
Ik vind dit echt prachtig!! Het is zéér mooi verwoord! Het einde is wel triest, ik ging er zo helemaal in op dat ik al in mezelf praatte: 'ga haar achterna...'.
Mooi!

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)